Direct naar artikelinhoud
InterviewActrice Janne Desmet

‘Veertig worden ging vanzelf, maar drie weken geleden kreeg ik plots de klop van de hamer’

Janne Desmet: ‘Ik heb zowel de schoonheid als de pijn van West-Vlaanderen in mijn DNA. Daarom ben ik erdoor gefascineerd, ik herken de struggle van de mensen die er wonen.'Beeld Charlie De Keersmaecker

Actrice Janne Desmet (40) is alomtegenwoordig op tv. Op zondag kruipt ze in de huid van politie-inspecteur Mira in Beau Séjour, op maandag schittert ze in Albatros en de reeks Déjà-Vu gaat deze maand van start. Bovendien staat ze straks ook áchter de camera. ‘Ik ben veertig geworden, het is een geruststellende gedachte dat ik genoeg toekomstdromen heb.’

Ontmoeting in een Airbnb in Gent, vlak bij station Dampoort. Janne Desmet woont in Antwerpen, maar heeft een late werkafspraak in de Arteveldestad en in tijden van avondklok is het handiger om een nachtje te blijven. Binnen is het klein maar efficiënt, alles zit genesteld in één ruimte. “Normaal kan ik terecht bij vrienden, maar nu dat niet mag, los ik het op deze manier op. Koffie?”

Haar wortels liggen verankerd in Zuid-West-Vlaanderen, in de streek waar ze geen school maar skool zeggen. En ­aangezien ik daar net vandaan kom, hebben we het eerst over Zwevegem, de plek waar Janne opgroeide. “Ik heb eigenlijk te laat beseft hoe bijzonder de streek is. Zwevegem ligt op een armlengte van de Franse grens. Vorig jaar maakte ik samen met (collega-acteurs, red.) Lien De Graeve en Tom Ternest een voorstelling op een boerenhof in Sint-Denijs, een deelgemeente van Zwevegem. Tijdens het ­repeteren van onze teksten wandelden we over de velden naar de Franse grens, een gebied dat me enorm intrigeert. Als tiener zag ik dat niet, het besef van de waarde van mijn streek komt nu pas. Het wakkert een ander soort liefde aan.”

BIO * geboren in 1980 in Zwevegem * studeerde voor kleuterjuf, daarna volgde ze Woordkunst aan het Lemmensinstituut in Leuven, ­nadien ging ze naar de Toneelacademie in Maastricht * speelde in theatervoorstellingen als Hier waak ik, Chasse Patate van Studio Orka en Zwins van Het Eenzame Westen * werd in 2019 bekend als Christine De Wolf in Studio Tarara, ­waarvoor ze een Ensor kreeg * is momenteel te zien in tv-series Beau Séjour en Albatros * woont in Antwerpen met haar partner, muzikant Benjamin ­Boutreur

Wat voor liefde?

“Als je naar het buitenland gaat, is alles mooier en ­lekkerder. De koffie is beter, de lucht schoner; alleen omdat het anders is. Wanneer je een tijdje weg bent uit je eigen streek, kan je die door dezelfde bril zien. Dingen die ­voorheen vanzelfsprekend waren, krijgen plots betekenis. Zoals in Sint-Denijs vorig jaar.

“Mijn vriend komt uit Schoten, bij Antwerpen. Als ik hem meeneem naar het huis waar mijn grootouders woonden, een boerenhof op de buiten, kijk ik mee door zijn ogen en besef ik dat het niet vanzelfsprekend is om een boomgaard te hebben en tussen de schapen te kunnen rondlopen.

“Ik heb zowel de schoonheid als de pijn van West-Vlaanderen in mijn DNA. Daarom ben ik erdoor ­gefascineerd, ik herken de struggle van de mensen die er wonen. Dat breng ik terug in mijn verhalen.”

Zoals de voorstelling Zwins die je in Sint-Denijs maakte?

“Ja. Zwins gaat over twee vrouwen in de varkenshouderij. Voor we begonnen, hebben we verschillende gesprekken met varkensboerinnen gehad. Die zijn volledig uitgeschreven en dat spelen we. Er zit hier en daar wel een verzinsel van onszelf bij, maar voor de rest is het waarheidsgetrouw.”

Wat vertelden de varkensboerinnen?

“Over de passie en de schoonheid van de stiel, maar ook over de problemen om het hoofd boven water te houden. Ik heb onwaarschijnlijk veel bewondering gekregen voor wie nog altijd in de varkenshouderij zit. De romantiek is voor een groot deel verdwenen, door de gigantische concurrentiestrijd via de één-plus-éénpakken gehakt in de supermarkten. Varkensboeren moeten hun werk ongelooflijk graag doen om het vol te houden. De financiële risico’s zijn enorm. Het gaat over leningen van 800.000 euro, tenzij je het boerenbedrijf overneemt van je ouders, dat is iets anders natuurlijk.

“Er bestaat een prachtige documentaire, Wat hebben we verdiend vandaag?, over wat een boer financieel overhoudt. Dat werd ook aan een varkensboerin gevraagd. Haar ­antwoord was: min vijf euro per uur. En ze was niet de enige. Er zijn heel wat boeren die het niet meer aankunnen en uiteindelijk door de knieën gaan. Dat hoorden we in onze gesprekken voor Zwins soms ook. Het was niet allemaal kommer en kwel, maar er zaten verhalen tussen die me heel erg aangrepen. Ik hoop van harte dat de Europese boeren het de komende decennia kunnen volhouden. Dat ze niet weggeconcurreerd worden door grootschalige landbouw­bedrijven uit andere continenten.”

Ben je een doemdenker als het over de toekomst gaat?

“Nee, ik houd me altijd vast aan de hoop. Mijn partner (Benjamin Boutreur, saxofonist bij Flat Earth Society, red.) is iemand die best veel weet en leest. We zitten al eens samen in bad en hebben dan gesprekken over hoe het met de wereld gaat. Ik vind het dikwijls moeilijk, hoe ik me tot al die wereldse problemen moet verhouden. Ik ben er bang voor, en tegelijk vind ik het fascinerend. Maar als je bezig bent met een kinderwens, moet je het wel over de wereld en de toekomst hebben. We stelden ons in dat bad al vaak de vraag op welke wereld je een kind laat toekomen en wat voor toekomst je het kan bieden.”

Je schreef erover in je column voor Radio 1. Over de angst om veertig te worden en nog geen kind te hebben.

“Het gaat over een liefdevol, maar complex kluwen. Mijn vriend en ik hebben elk een andere kinderwens. Hij staat er minder om te springen dan ik en we zijn allebei bang om het niet goed te doen. Ik ben in mijn column zo eerlijk mogelijk geweest en dat merk ik aan de reacties, kennelijk heeft het mensen geraakt.

Janne Desmet in 'Studio Tarara'.Beeld VTM

“Het is gek, op het podium zal ik me zonder angst ­smijten, maar in het echte leven durf ik nogal eens bang te zijn. Zo is het ook met de kinderwens; na mijn miskraam ben ik bang geworden. Als je al zo hard twijfelt en je hebt daarna de pech dat het niet zomaar lukt, dan heb je veel tijd om na te denken. Zoveel tijd dat je op een zeker moment aanhikt tegen het feit dat je eigenlijk te lang hebt gewacht. Want dat kun je niet aan de wereldproblemen toeschrijven, enkel aan jezelf.

“De column ging eigenlijk vooral over de vraag wie ik zou zien als ik op mijn veertigste in de spiegel zou kijken. Dat ik niet zou denken: ‘Gij stomme kloot, waarom was je bang en heb je niet gedaan wat je echt wilde?’ Het kan altijd nog, maar toch, veertig is wel een biologische grens. Ik besef dat ik me te veel laat leiden door een diepgeworteld ­verantwoordelijkheidsgevoel. Het gevoel goed te willen doen, nuttig te willen zijn en vooral hard te werken.”

Zou je je schuldig voelen, zonder je werk?

“Schuld en boete zijn thema’s waar ik veel mee bezig ben. Dan kom je weer bij dat verantwoordelijkheidsgevoel. Ik kan me niet inbeelden hoe ik me zou voelen zonder werk. Het is al moeilijk om op een terrasje te zitten zonder te denken dat ik eigenlijk beter iets anders zou doen.

“Genieten van het hier en nu, dat kon ik als kind veel beter, tijdens het spelen en sporten. De vreugde van het fysieke spel, springen en juichen en competitief zijn. Nu voel ik dat nog als ik voor de Rode Duivels supporter of een ­theatervoorstelling van Studio Orka speel. Allebei ­activiteiten waarbij je connectie maakt met je kinderlijke staat van zijn. Maar je moet jezelf toestemming geven om in die staat te verkeren, daar gaat het om.”

Waar komt je drang om te vertellen vandaan? Zit dat in de familie?

“Ik heb de laatste maanden veel nagedacht over de keuze voor mijn job. Actrice Frances McDormand omschreef het als volgt: ze deed het niet om op de foto te kunnen staan, maar omwille van de human exchange. Daar herken ik mezelf in. Mijn vroegste herinneringen gaan over de ­verhalen die we in de familie uitwisselden. Wie een verhaal vertelt, geeft iets aan de ander. Omdat je iemand wil helpen of troosten, of doen lachen. Mijn ouders zijn beiden heel goede vertellers, al zullen ze zelf zeggen van niet. Ik kan er echt van genieten als de familie met kerst of oud en nieuw bijeenkomt – vorig jaar natuurlijk niet – en als mijn ouders na al het georganiseer beginnen te ontspannen. Want dan komen de verhalen los. Over mijn grootouders en de oorlog. Er zitten fantastische vertellers in mijn familie, al staan ze er niet mee in de schijnwerpers.”

In de reeks Albatros vertel je opvallend minder dan in je andere tv-rollen.

“In Albatros zie je geen Janne die megagrotesk is, of megagrappig. Veel mensen kennen me van Studio Tarara, waar ik het allemaal wat grotesker neerzette (In 2020 won ze voor die rol een Ensor, red.). Maar in het geval van Albatros mocht ik niet voor de knipoog gaan, vond regisseur Wannes Destoop. Hoe oprechter ik in de rol van therapeute zou zijn, hoe meer bestaansrecht de verhalen van de anderen zouden krijgen. Je kan zo’n rol als dienstbaar of liefdevol beschouwen.

‘Het is gek, op het podium zal ik me zonder angst smijten, maar in het echte leven durf ik al eens bang te zijn. Zoals na mijn miskraam.'Beeld Charlie De Keersmaecker

“Nu, dienstbaar zijn was niet de grootste uitdaging, maar liefde spelen, dat is zeer moeilijk. Ik vond de rol van ­therapeute Sybille dan ook allesbehalve makkelijk. Interessant liefdevol kunnen zijn, dat heb ik niet geleerd op school. (lacht) Ik moest me ervoor concentreren. Mijn agente, die als een grote zus voor me is, zei dat ze trots was omdat ik er in geen enkele scène iets extra’s bij heb geduwd. Niet dat ene schoudergebaar, of die knipoog om het op te leuken. Ik heb het allemaal weggelaten.”

Maar het kostte dus moeite?

“Vroeger prutste ik altijd aan mijn gezicht als ik voor de camera stond. Dat heb ik moeten afleren. Net als voluit lachen. Tijdens close-ups moest ik daar controle over leren krijgen. Ik kijk op naar acteurs die complete controle ­over hun lichaam en gezicht hebben en die toch vrij kunnen zijn. Voor de rol van Sybille in Albatros moest ik mezelf heel wat restricties opleggen en daarin de vrijheid zoeken. Als dat lukt, is dat heerlijk. Nu, ik speelde met schitterende acteurs, dat doet veel natuurlijk.”

Sinds Studio Tarara speel je vooral in tv-series. Behalve in Albatros en Beau Séjour ben je straks ook te zien in de reeks Déjà-Vu op Streamz. Is er nog tijd voor theater?

“Ik blijf zeker theater maken, ik hoop dat we de voorstelling Zwins in mei of juni kunnen voortzetten nadat we moesten stoppen wegens corona. En normaal gezien zouden we ook Chasse Patate spelen (kindervoorstelling met Studio Orka, red.). Maar dat gaat helaas weer niet door. Ik hoop dat we die in de toekomst nog kunnen hernemen. Dat wordt ­wellicht niet simpel, want er zal straks een overload aan voorstellingen zijn. Het zal voor de programmators nog een pittige evenwichtsoefening worden om al die geannuleerde producties aan bod te laten komen.

“Dat ik wat meer op tv kom, heeft zeker voordelen. Zo breiden de mogelijkheden zich uit. Als ik nu een idee heb, hoeft dat niet per se via een theatervoorstelling gerealiseerd te worden. Ik kan er ook een tv-reportage over maken, of een film of documentaire.”

Je bent bezig met een filmscenario, samen met Wannes Destoop en Tom Dupont. Hoe verloopt de samenwerking?

“Het idee is van Wannes en ik ben uitgenodigd om eraan mee te schrijven. De samenwerking is een godsgeschenk, het gaat allemaal heel soepel. We zijn compatibel, op alle fronten. Eerst was ik bang om door de mand te vallen – ik wil al eens last hebben van het imposter syndrome. Maar het lukt dus wel. Meer zelfs, ik geniet ervan.

Met Titus De Voogdt op de set van 'Beau Sejour 2' in Zeebrugge.Beeld Joel Hoylaerts / Photo News

“Had je me op de schoolbanken gezegd dat schrijven mijn job zou worden, ik had je niet geloofd. Het technische aspect van het schrijven kost me veel moeite (Janne heeft dyslexie, dysgrafie en dyscalculie, red.). Ik kan er soms dagen over doen om een sms te versturen omdat ik van een hoop woorden niet weet hoe ik ze moet schrijven. Dan begin ik een andere zin om een bepaald woord te vermijden, of ik googel het voor de schrijfwijze. De helft van de tijd vergeet ik dan ook om mijn sms’en te versturen.

“Maar bij Wannes en Tom voel ik me zo goed dat ik me niet doodschaam voor de tristesse van mijn schrijfwerk. Ook inhoudelijk is er geen gêne. Wanneer iets niet goed genoeg is, wordt dat gewoon gezegd, zonder dat er een drama aan vasthangt. Dat geeft vertrouwen. Want dan geloof ik het ook als ze zeggen: ‘Dit is schoon, Janne’. Ik heb in mijn job ­moeten leren om kritiek te incasseren zonder ineen te schrompelen. Maar het blijft wel altijd spannend. Het is gek om met mijn zwakke plek naar buiten te komen, een vorm van revanche, en tegelijk maakt het me kwetsbaar.”

Kun je al zeggen waar de film over gaat?

“Over Rosita, een vrouw met een licht verstandelijke ­beperking en een kinderwens. Het is een maatschappelijk vraagstuk; heeft iedereen het recht om kinderen te krijgen? Een goeie moeder of een goeie vader, wat houdt dat in? En wie heeft het recht om daarover te oordelen? Het schrijven van het scenario was een goed excuus om die vragen ook op mijn eigen leven toe te passen. Zo merkte ik dat ik Rosita meer krediet gaf voor het krijgen van een kind dan mezelf.”

Vind jij dat iedereen een kind zou mogen krijgen?

“Ik vind dat iedereen alles zou moeten mogen. Of iemand in staat is een kind op te voeden zonder begeleiding, is een andere vraag. Dáárover zou het debat moeten gaan. Hoe zorgen we ervoor dat kinderen zoveel mogelijk in kansrijke omstandigheden opgroeien? De een heeft daar meer ­begeleiding voor nodig dan de ander, dus moeten we ­aanmoedigen dat mensen zonder schroom om hulp kunnen vragen. Zo hoorde ik over een moeder van wie het vijfde kind uit huis werd geplaatst. Toen ze voor de zesde keer zwanger werd, is ze dat niet gaan melden. Ze ging niet naar een gynaecoloog en heeft het kind alleen ter wereld gebracht. Dat kan toch niet de bedoeling zijn. Hoe het dan wel moet, is een aartsmoeilijke kwestie. Ik kan alleen maar spreken vanuit mijn buikgevoel.

“Ken je de film Capharnaüm? Die gaat over een jongetje uit Libanon dat zijn ouders voor de rechter daagt met de aanklacht dat ze hem ter wereld hebben gebracht. Hij leeft in armoede, heeft geen bescherming van zijn ouders, geen liefde. Een prachtige film. Een die mij wakker houdt, en scherp.”

Ga je door met schrijven, nu je de smaak te pakken hebt?

“Zeker. Mijn lade ligt al jaren vol met verhalen en ideeën. Tegen de tijd dat ik die allemaal heb uitgewerkt, ben ik al ver voorbij mijn pensioen. (lacht)

Ik ben mijn theateropleidingen begonnen na mijn ­opleiding als kleuteronderwijzeres. Vervolgens ben ik ­theatermaker/regisseur gaan studeren. Dat geeft meer ruimte. Ik kan, behalve acteren, ook zelf iets creëren. Regisseren en documenteren is iets waar ik me de komende jaren meer mee wil bezighouden. Ik ben veertig geworden, het is een geruststellende gedachte dat ik genoeg toekomstdromen heb.”

Buiten de kinderwens om; doet het getal veertig iets met je?

“Ik ben jarig in december en had verwacht dat ik de dag zelf helemaal niet leuk zou vinden, dat ik onder de dekens zou kruipen en er niet meer onderuit zou komen. Maar ik voelde me helemaal niet slecht die dag, integendeel, ik was eigenlijk dankbaar voor alles wat ik had. Tot ik drie weken geleden plots mijn existentiële klop kreeg. Dat ging niet zozeer om het getal veertig, maar meer om het idee waar ik op die leeftijd zou moeten staan.

'Veertig worden ging vanzelf, maar drie weken geleden kreeg ik plots de klop van de hamer. Het ging niet over het getal, maar over het idee waar ik op deze leeftijd zou moeten staan.'Beeld Charlie De Keersmaecker

“Gelukkig ben ik gezegend met een ontzettend fijn lief die me gewoon laat zijn. Hij is constant aan het bijleren, over de meest verschillende onderwerpen. Voor hij muziek deed, studeerde hij psychologie, daar is hij nog veel mee bezig. Zo ontdekte hij een therapeute, Byron Katie, die ‘The Work’ ontwikkelde, een methodiek over hoe je je gedachten kan onderzoeken. Katie gaat ervan uit dat geen enkele gedachte waar is. Haar techniek is eenvoudig; als je met een bepaalde gedachte zit, moet je je eerst en vooral afvragen of die klopt. Een voorbeeld uit haar boek: je bent bang dat je man niet meer van je houdt. Dan moet je je afvragen: is dat waar? Ben je honderd procent zeker dat het waar is? Het antwoord is meestal nee. Vervolgens vraag je je af hoe je je voelt als je de gedachte gelooft. Dan draai je ze om. Dat biedt een nieuw perspectief.

“Om maar te zeggen dat die klop van de hamer eigenlijk een cadeau was. Ik heb er heel wat nieuwe inzichten door gekregen. Dus heeft die veertigste verjaardag toch gedaan wat hij moest doen: het was een blik achteruit maar ook vooruit, en dan vooral met een soort besef van hoe ik deel twee van mijn leven zo relevant en gelukkig mogelijk kan inrichten.”

Heb jij jezelf letterlijk gevraagd of je gedachten honderd procent ‘waar’ zijn?

“Ja. Waardoor je soms heel hard moet lachen om jezelf. Maar het is bevrijdend, vind ik. Het gaat er niet om of het volledig juist is maar om wat de gedachte met je doet. We zitten zo erg met die vastgeroeste ideeën in onze kop. Ik, die altijd zei dat ‘angst een slechte raadgever’ was, ben erachter gekomen dat ik me heel erg door mijn angsten heb laten leiden. Wanneer je als veertienjarige op school zit en je gelooft echt dat je dom bent omdat je niet goed kan lezen, dan ­beïnvloedt dat al je daden, al je gedachten. Het gaat om bestaansrecht, om het gevoel dat je er wél mag zijn.

“Nu, ik besef dat die techniek van het onderzoeken van je eigen gedachten ook maar een van de vele toepassingen is. En dat het niet voor iedereen werkt. Als ik hele dagen in mijn kop bezig ben, zegt mijn moeder: ‘Ho, ruim een keer alle bladeren in je tuin op en tegen de tijd dat ze weg zijn, voel je je veel beter’. Wat ook waar is. Het gaat erom hoe je jezelf kan bevrijden van een beperkende gedachte. Ik kan er nog uren over doorgaan. Laten we het er maar bij houden dat het fijne aan ouder worden is dat je meer te weten komt. En dat je tegelijk beseft dat je niets weet.”

Beau-Séjour, zondag om 21u op Eén. Albatros, dinsdag om 19u15 op Canvas. Déja-Vu, vanaf 15/3 op Streamz.