Direct naar artikelinhoud
EssayEen jaar corona

‘Velen kunnen een simpel feit van deze pandemie maar niet zien’: futuroloog Yuval Noah Harari over de lessen na corona

Yuval Harari: politici zijn er nooit in geslaagd een internationale alliantie tegen het virus te vormen.Beeld OLAF BLECKER BERLIN

Welke lessen kunnen we trekken uit één jaar corona, een jaar van wetenschappelijke doorbraken en politieke mislukkingen? Auteur Yuval Noah Harari (45) doet uit de doeken hoe we een eventueel volgend virus in de kiem kunnen smoren.

Hoe kunnen we het coronajaar vanuit een breed historisch perspectief samenvatten? Veel mensen geloven dat de verschrikkelijke tol die het coronavirus eist, aangeeft hoe machteloos de mensheid tegenover de kracht van de natuur staat. Maar eigenlijk heeft 2020 juist aangetoond dat de mensheid allesbehalve hulpeloos is. Epidemieën zijn geen oncontroleerbare natuurkrachten meer. De wetenschap heeft er beheersbare uitdagingen van gemaakt.

‘Velen kunnen een simpel feit van deze pandemie maar niet zien’: futuroloog Yuval Noah Harari over de lessen na corona
Beeld KAAN

Waarom hebben we dan zo veel dood en leed gezien? Vanwege slechte politieke beslissingen.

In vroegere tijden had de mens toen hij met plagen zoals de pest geconfronteerd werd geen idee waardoor ze veroorzaakt werden en hoe je er een einde aan kon maken. Toen in 1918 de griep toesloeg, konden zelfs de beste wetenschappers in de wereld het dodelijke virus niet herkennen. Veel van de maatregelen om het te bekampen misten hun doel, pogingen om een effectief vaccin te ontwikkelen leidden tot niets.

Met Covid-19 was dat heel anders. De eerste alarmbellen over een potentiële nieuwe epidemie gingen eind december 2019 af. Op 10 januari 2020 hadden wetenschappers niet alleen het verantwoordelijke virus geïsoleerd, ze hadden ook zijn genoom ontrafeld en hun bevindingen online gepubliceerd. Binnen een paar maanden werd duidelijk welke maatregelen de infectieketen konden vertragen en een halt toeroepen.

Minder dan een jaar later werden verscheidene effectieve vaccins en masse geproduceerd. In de oorlog tussen mens en ziektekiemen is de mens nooit zo sterk geweest.

De pest

Los van de ongeziene verwezenlijkingen op het vlak van biotechnologie bewijst het coronajaar de kracht van de informatietechnologie. In vroegere tijden kon de mensheid epidemieën zelden tegenhouden omdat de mens de besmettingsketens niet in real time kon volgen, en omdat de economische kosten van lange lockdowns afschrikwekkend waren. In 1918 kon je mensen die aan de gevreesde griep leden in quarantaine plaatsen, maar je kon de gangen van presymptomatische of asymptomatische dragers niet nagaan. En als je de volledige bevolking van een land had gedwongen om verscheidene weken thuis te blijven, dan zou dat tot economische rampspoed, het uiteenvallen van de samenleving en massale hongersnood hebben geleid.

In 2020 maakte digitale tracering het veel makkelijker om de vectoren van de ziekte te identificeren en op te volgen, waardoor quarantaines zowel selectiever als effectiever waren. Belangrijker nog was dat automatisering en het internet langere lockdowns haalbaar maakten, althans in ontwikkelde landen. Terwijl in sommige delen van de derde wereld de menselijke ervaring aan de plagen uit het verleden deed denken, veranderde in grote delen van de ontwikkelde wereld de digitale revolutie alles.

Neem nu de landbouw. Duizenden jaren lang steunde de voedselproductie op menselijke arbeid, en ongeveer 90 procent van de bevolking was actief in de landbouw. Vandaag is dat in de ontwikkelde landen allerminst het geval. In de VS werkt slechts 1,5 procent van de mensen op boerderijen. Dat volstaat niet alleen om iedereen in de VS te voeden, maar ook om van de VS de grootste voedselexporteur te maken. Bijna al het landbouwwerk wordt gedaan door machines, die immuun zijn voor ziekten. Lockdowns hebben daardoor maar een kleine impact op de landbouw.

Stel je een graanveld voor tijdens het hoogtepunt van de pestepidemie. Als je het boerderijpersoneel zou dwingen thuis te blijven, krijg je een hongersnood. Zeg je hun te komen oogsten, dan besmetten ze elkaar. Wat doe je?

Stel je hetzelfde graanveld voor in 2020. Eén enkele gps-geleide machine kan het hele veld oogsten, op veel efficiëntere wijze en met nul procent kans op besmetting. Een megamaaidorser kan anno nu per dag vijf- tot zesduizend keer meer tarwe oogsten dan een gemiddelde boerenknecht in 1349. Het gevolg was dat Covid-19 geen beduidende impact had op de wereldproductie van basisgewassen zoals graan, maïs en rijst. Om mensen te voeden volstaat het niet graan te oogsten. Je moet het ook transporteren, vaak vele duizenden kilometers ver. In het verhaal van pandemieën was handel voor een groot stuk van de geschiedenis een van de grote boosdoeners. Dodelijke ziektekiemen reisden de wereld rond aan boord van koopvaardijschepen en langeafstandskaravanen. De pest bijvoorbeeld trok via de Zijderoute van Oost-Azië naar het Midden-Oosten, en via Genuese koopvaardijschepen kwam ze in Europa terecht. Er ging een enorme dreiging van de handel uit, omdat er voor elke wagen een bestuurder nodig was, en zelfs een klein zeeschip vergde tientallen matrozen. Overvolle boten en herbergen groeiden uit tot broeihaarden van de ziekte.

Zolang het virus zich vrij kan voortbewegen, zal geen enkel land ooit veilig zijn. Het is triest dat velen dat niet zien.Beeld KAAN

In 2020 bleef de wereldhandel redelijk vlot verlopen omdat de menselijke betrokkenheid beperkt is. Een sterk geautomatiseerd containerschip kan meer vracht vervoeren dan de handelsvloot van een volledig koninkrijk in het ancien régime. In 1582 had de Engelse handelsvloot een totale capaciteit van 68.000 ton. De bemanning bestond uit 16.000 matrozen. Het containerschip OOCL Hong Kong, dat in 2017 gedoopt werd, kan 200.000 ton met een 22-koppige bemanning vervoeren.

Natuurlijk, cruiseschepen met honderden toeristen aan boord en overvolle passagiersvliegtuigen speelden een grote rol bij de verspreiding van Covid-19. Maar toerisme en reizen zijn niet essentieel voor de handel. De toeristen kunnen thuisblijven en de zakenlui kunnen Zoomen, terwijl geautomatiseerde spookschepen en nagenoeg mensenloze treinen de wereldeconomie in beweging houden. Het internationaal toerisme nam in 2020 een grote duik, maar het volume van de maritieme handel in de wereld nam met slechts 4 procent af.

Automatisering en digitalisering hadden een nog grotere impact op de dienstensector. In 1918 was het ondenkbaar dat kantoren, scholen, rechtbanken en kerken in een lockdown zouden blijven functioneren. Als studenten en docenten thuisblijven, hoe kun je dan lesgeven? Vandaag kennen we het antwoord. De verschuiving richting online heeft veel nadelen, zeker de immense mentale tol. Ze heeft ook vroeger amper te voorspellen problemen veroorzaakt, zoals advocaten die in de rechtbank plots katten worden. Maar dat het sowieso mogelijk was, is opzienbarend.

In 1918 hield de mensheid zich alleen in de fysieke wereld op, en toen het dodelijke griepvirus door die wereld raasde, had de mensheid geen plek om naartoe te vluchten. Vandaag de dag bewonen velen van ons twee werelden – de fysieke en de virtuele. Toen het coronavirus door de fysieke wereld circuleerde, verschoven veel mensen hun leven grotendeels naar de virtuele wereld, waar het virus hen niet kon bereiken.

Uiteraard blijven mensen fysieke wezens en zijn er dingen die je niet kunt digitaliseren. Het coronajaar beklemtoont welke cruciale rol veel laagbetaalde beroepen voor het voortbestaan van menselijke beschavingen spelen: verpleegkundigen, poetspersoneel, vrachtwagenchauffeurs, caissières, koeriers. Er wordt weleens gezegd dat een beschaving slechts drie maaltijden verwijderd is van de barbarij. In 2020 waren de koeriers de dunne rode lijn die de beschaving bij elkaar hield. Ze werden onze levensnoodzakelijke verbindingslijn met de fysieke wereld.

Het internet houdt stand

Dat de mensheid automatiseert, digitaliseert en meer activiteiten online doet, stelt ons bloot aan nieuwe gevaren. Een van de opmerkelijkste dingen aan het covidjaar is dat het internet het niet begaf. Als we de hoeveelheid verkeer op een fysieke brug plotseling vermeerderen, dan moeten we verkeersopstoppingen verwachten, en misschien wel een instorting van de brug. In 2020 begaven scholen, kantoren en kerken zich zowat van de ene dag op de andere online, maar het internet hield stand.

We staan daar amper bij stil, maar we zouden dat wel degelijk moeten doen. Na 2020 weten we dat het leven doorgaat, zelfs als een heel land in een fysieke lockdown zit. Probeer je eens in te denken wat er gebeurt als dan de digitale infrastructuur het begeeft.

De informatietechnologie heeft ons weerbaarder gemaakt tegen organische virussen, maar ze heeft ons ook veel kwetsbaarder gemaakt voor malware en cyberoorlogen. Mensen vragen zich vaak af: ‘Wat wordt het volgende coronavirus?’ Een aanval op onze digitale infrastructuur is een voorname kandidaat. Het coronavirus had verscheidene maanden nodig om zich te verspreiden in de wereld en miljoenen mensen te besmetten. Onze digitale infrastructuur kan in een enkele dag in elkaar storten. Scholen en kantoren konden snel de digitale shift maken, maar hoeveel tijd denkt u dat er nodig is om van e-mail naar ouderwetse post terug te schakelen?

Wat telt?

Het coronajaar wijst op een zelfs nog belangrijkere beperking van onze wetenschappelijke en technologische macht. Wetenschap kan de politiek niet vervangen. Als we een beleid moeten bepalen, moeten we met veel belangen en waarden rekening houden, en aangezien er geen wetenschappelijke manier is om te bepalen welke belangen en waarden belangrijker zijn, bestaat er ook geen wetenschappelijke manier om te beslissen wat we zouden moeten doen.

Wat telt?
Beeld FT

Als je bijvoorbeeld wilt beslissen of een lockdown aan de orde is, dan volstaat het niet te vragen: ‘Hoeveel mensen zullen Covid-19 oplopen als we geen lockdown opleggen?” We zouden ook moeten vragen: “Hoeveel mensen zullen depressief worden als we wel in lockdown gaan? Hoeveel zullen vervallen in slechte voedingspatronen? Hoeveel zullen de school missen of hun baan verliezen? Hoeveel mensen zullen door hun partner geslagen of vermoord worden?’

Zelfs al zijn al onze data accuraat en betrouwbaar, dan nog moeten we ons altijd de vraag stellen: ‘Wat tellen we? Wie beslist wat we tellen? Hoe wegen we de getallen tegen elkaar af?’ Dat is meer een politieke dan een wetenschappelijke taak. Het zijn politici die de medische, economische en sociale overwegingen in de weegschaal moeten leggen om met een alomvattende aanpak te komen.

Ingenieurs bouwen ook nieuwe platformen die ons tijdens de lockdown helpen te functioneren, en nieuwe opvolgingssystemen die ons helpen om de besmettingsketen te doorbreken. Maar digitalisering en opvolging brengen onze privacy in gevaar en effenen het pad voor de opkomst van totalitaire regimes.

In 2020 is controle op massale schaal legitiemer en normaler geworden. De epidemie bestrijden is belangrijk, maar is het het waard om tegelijk onze vrijheid uit te hollen? Het is de taak van politici en niet van ingenieurs om het juiste evenwicht tussen nuttige controle en dystopische nachtmerries te vinden.

Drie basisregels kunnen ons een eind op weg helpen om ons te beschermen tegen digitale dictatuur, zelfs in pandemietijden. Ten eerste: als je data over mensen verzamelt – vooral over wat er in hun eigen lichaam omgaat – dan moeten die data gebruikt worden om mensen te helpen, en niet om hen te manipuleren, te controleren of pijn te doen. Mijn persoonlijke huisarts weet veel extreem private dingen over mij. Ik kan daarmee leven, want ik vertrouw erop dat mijn huisarts de data voor mijn eigen goed zal gebruiken. Mijn arts mag die gegevens niet aan een bedrijf of een politieke partij verkopen. Zo zou dat moeten zijn voor elke vorm van opvolging en controle die we in pandemietijden optuigen.

Ten tweede moet controle in twee richtingen gaan. Als het alleen van boven naar beneden gaat, leidt dat tot dictatuur. Als je mensen harder gaat screenen, moet tegelijk ook de controle op de overheid en grote ondernemingen toenemen.

Een voorbeeld. In de huidige crisis geven overheden enorme hoeveelheden geld uit. De procedure waarmee dat geld verdeeld wordt, moet transparanter. Als burger wil ik eenvoudig kunnen zien wie wat krijgt en wie beslist waar het geld naartoe gaat. Ik wil me ervan verzekeren dat het geld naar bedrijven gaat die het echt nodig hebben, en niet naar grote ondernemingen die met de minister op goede voet staan. Als de overheid beweert dat het te complex is om zo’n toezichtsysteem tijdens een pandemie uit te bouwen, geloof dat dan niet. Als het niet te complex is jouw gedrag te monitoren, is het ook niet te complex om te gaan monitoren wat de overheid doet.Ten derde: sta niet toe dat veel data op één plek bewaard worden. Niet tijdens de epidemie, en ook niet als die voorbij is. Een datamonopolie is een recept voor dictatuur. Als we dus biometrische gegevens over mensen verzamelen om een einde aan een pandemie te maken, dan moet dat gebeuren door een onafhankelijke gezondheidsautoriteit en niet door de politie. De data die dat oplevert, moet ook gescheiden bewaard worden van andere databewaarplaatsen van overheidsadministraties en grote ondernemingen. Uiteraard zal dat leiden tot dubbel en inefficiënt werk. Maar inefficiëntie is een voordeel, geen probleem. Wil je de opkomst van de digitale dictatuur tegengaan? Hou de dingen dan tenminste een beetje inefficiënt.

Ongeval in slow motion

De ongeziene wetenschappelijke en technologische successen van 2020 hebben de coronacrisis niet opgelost. Ze vormden de epidemie van een natuurramp om tot een politiek dilemma. Toen de pest miljoenen mensen doodde, verwachtte niemand veel van koningen en keizers. Ongeveer een derde van de Engelsen stierf tijdens de eerste golf van de zwarte dood, maar dat kostte koning Edward III niet zijn troon. Heersers waren duidelijk niet bij machte de epidemie te stoppen, en dus gaf niemand hen de schuld.

Vandaag heeft de mensheid wel de instrumenten om Covid-19 te stoppen. Verschillende landen, van Vietnam tot Australië, bewezen dat zelfs zonder vaccin de beschikbare middelen kunnen volstaan om de epidemie een halt toe te roepen. Die middelen hebben wel een hoge economische en maatschappelijke prijs. We kunnen het virus verslaan, maar we zijn niet zeker of we wel bereid zijn de prijs voor die overwinning te betalen. Het is de reden waarom de wetenschappelijke mogelijkheden een enorme verantwoordelijkheid op de schouders van politici leggen.

Jammer genoeg hebben te veel politici gefaald die verantwoordelijkheid op te nemen. De populistische presidenten van de Verenigde Staten en Brazilië, bijvoorbeeld, minimaliseerden het gevaar, weigerden naar experts te luisteren en verspreidden complottheorieën. Ze kwamen niet op de proppen met een nationaal actieplan, en saboteerden pogingen van deelstaat- en gemeentelijke autoriteiten om de epidemie te beteugelen. De nalatigheid van de regeringen-Trump en -Bolsonaro heeft geleid tot honderdduizenden te vermijden sterfgevallen.

In het Verenigd Koninkrijk leek de regering aanvankelijk meer begaan met de brexit dan met Covid-19. Hoe isolationistisch de regering van Boris Johnson ook is, ze slaagde er niet in Groot-Brittannië te isoleren van het enige wat er echt toe deed: het virus.

Mijn thuisland Israël leed ook onder politiek wanbestuur. Net zoals Taiwan, Nieuw-Zeeland en Cyprus is Israël eigenlijk een ‘eilandland’, met gesloten grenzen en slechts één hoofdingang: de luchthaven Ben Gurion. Maar op het hoogtepunt van de pandemie liet de regering-Netanyahu passagiers de luchthaven passeren zonder in quarantaine te moeten of zelfs degelijke screening, en liet ze het na haar eigen lockdownbeleid te handhaven.

Zowel Israël als het Verenigd Koninkrijk staan in de voorhoede bij het uitrollen van vaccinaties, maar voor hun initiële slechte inschattingen betalen ze een hoge prijs. In Groot-Brittannië eiste de pandemie al 120.000 levens, waardoor het land de zesde grootste mortaliteit in de wereld heeft. Israël heeft de zevende hoogste graad van bevestigde besmettingen. Om een ramp af te wenden sloot de regering een ‘vaccins in ruil voor data’-deal met de Amerikaanse firma Pfizer. Pfizer belooft Israël voldoende vaccins te leveren voor de hele bevolking. In ruil krijgt het enorme hoeveelheden waardevolle data. Het werpt vragen op over privacy en datamonopolies, en toont aan dat gegevens over burgers vandaag tot de meest waardevolle staatsbezittingen behoren.

Als je mensen harder gaat screenen, moet tegelijk de controle op grote bedrijven en de overheid toenemen.Beeld KAAN

Sommige landen pakten het veel beter aan, maar de mensheid als geheel is er tot dusver niet in geslaagd de pandemie te beheersen of een wereldwijd plan op te stellen om het virus te verslaan. In de eerste maanden van 2020 leken we naar een ongeval in slow motion te kijken. De moderne communicatiemiddelen boden mensen de kans in real time beelden te zien – eerst van Wuhan, daarna van Italië, vervolgens van alsmaar meer andere landen. Toch stond geen wereldwijd leiderschap op om een einde te maken aan de catastrofe die de wereld overspoelde. De instrumenten waren aanwezig, maar al te vaak ontbrak de politieke wijsheid.

Hulp vanuit het buitenland

Een reden voor de kloof tussen wetenschappelijk succes en politiek onvermogen is dat wetenschappers mondiaal samenwerken, terwijl politici veelal rivaliseren. Wetenschappers in de hele wereld voelden veel druk en onzekerheid, maar deelden volop informatie en gingen voort op bevindingen en inzichten van collega’s. Veel belangrijke onderzoeksprojecten werden door internationale teams uitgevoerd. Zo werd een belangrijke studie die de doeltreffendheid van lockdownmaatregelen onderzocht uitgevoerd door wetenschappers van negen instellingen: één uit het VK, drie uit China en vijf uit de VS.

Maar politici zijn er nooit in geslaagd een internationale alliantie tegen het virus te vormen en het over een wereldwijd plan van aanpak eens te worden. De twee grootste supermachten, de VS en China, beschuldigden elkaar van het achterhouden van cruciale informatie, van het verspreiden van desinformatie en complottheorieën, zelfs van het opzettelijk verspreiden van het virus. Tal van andere landen hebben schijnbaar gegevens over de opmars van de pandemie vervalst of achtergehouden.

Het gebrek aan samenwerking op wereldschaal uit zich niet alleen in dit soort informatieoorlogen, maar nog meer in conflicten over het schaarse medische materieel. Er waren veel voorbeelden van samenwerking en generositeit, maar er werden geen ernstige pogingen ondernomen om de beschikbare middelen te bundelen, de productie internationaal te stroomlijnen en toe te zien op een eerlijke distributie. Vooral het ‘vaccinnationalisme’ creëert een nieuw soort ongelijkheid tussen landen, waarbij sommige hun burgers kunnen vaccineren en andere niet.

Het is triest dat velen een simpel feit van deze pandemie maar niet kunnen zien: zolang het virus zich vrij kan voortbewegen, zal geen enkel land ooit veilig zijn. Stel dat Israël en het VK erin slagen het virus op hun grondgebied uit te roeien. Ondertussen blijft het virus wel woeden onder honderden miljoenen mensen in India, Brazilië of Zuid-Afrika. Een nieuwe mutatie in een afgelegen Braziliaanse stad kan het vaccin ineffectief maken en tot een nieuwe besmettingsgolf leiden.

In de huidige noodsituatie zal een appèl op louter altruïsme wellicht nooit de nationale belangen overtroeven. Maar in de huidige situatie is globale samenwerking geen altruïsme. Het is juist noodzakelijk om de nationale belangen te dienen.

Geen grillen maar geld

Er zal nog vele jaren gepalaverd worden over wat in 2020 gebeurd is. Maar mensen uit alle politieke kampen moeten het over ten minste drie lessen eens zijn.

Ten eerste: we moeten onze digitale infrastructuur beschermen. Ze is in deze pandemie onze redding geweest, maar ze kan evengoed snel aan de basis van een nog grotere ramp liggen.

Ten tweede moet elk land meer in zijn openbare gezondheidszorg investeren. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar politici en kiezers slagen er soms in de meest voor de hand liggende les te negeren.

Ten derde moeten we een krachtig wereldwijd systeem op poten zetten om pandemieën op te volgen en te voorkomen. In de eeuwenoude oorlog tussen de mens en ziektekiemen gaat de frontlinie door het lichaam van elk menselijk wezen. Als die linie ergens op de planeet doorbroken wordt, zijn we allemaal in gevaar. Zelfs de rijkste mensen in de meest ontwikkelde landen hebben er persoonlijk belang bij om de armste mensen in de minst ontwikkelde landen te steunen. Als een nieuw virus van een vleermuis overspringt op een mens in een arm dorp in een verafgelegen oerwoud, kan dat virus binnen een paar dagen op Wall Street staan.

Het geraamte van zo’n wereldwijd ‘antiplaagsysteem’ bestaat al in de vorm van de Wereldgezondheidsorganisatie en tal van andere instellingen. Maar de budgetten om het systeem te ondersteunen zijn karig, en het heeft bijna geen politieke tanden.

We moeten het systeem enige politieke spankracht geven en veel meer geld, zodat het niet volledig afhangt van de grillen van politici die alleen hun eigenbelang zien. Zoals eerder opgemerkt vind ik niet dat niet-verkozen experts de taak moeten krijgen politieke beslissingen te nemen. Dat moet het prerogatief van politici blijven. Maar een soort onafhankelijke Wereldgezondheidsautoriteit zou het ideale platform zijn om medische data te verzamelen, potentiële gevaren op te volgen, alarm te slaan en onderzoek en ontwikkeling te sturen.

Veel mensen zijn bang dat Covid-19 het begin van een nieuwe vlaag pandemieën vormt. Maar als de bovenstaande lessen toegepast worden, zou de schok van Covid-19 er zelfs toe kunnen leiden dat pandemieën minder vaak voorkomen. De mensheid kan de opkomst van nieuwe ziektekiemen niet voorkomen. Het is een natuurlijk evolutionair proces dat al miljarden jaren plaatsvindt en dat zal blijven voorkomen. Maar de mens heeft vandaag de dag wel de kennis en de middelen die kunnen verhinderen dat nieuwe ziektekiemen zich verspreiden en een pandemie veroorzaken.

Als Covid-19 zich in 2021 niettemin blijft verspreiden en miljoenen mensen doodt, of als een nog dodelijker pandemie de mensheid in 2030 treft, dan is dat noch een onbeheersbare natuurramp, noch een straf van God. Het is een menselijke mislukking en – nog preciezer – een politieke mislukking.

© The Financial Times