Direct naar artikelinhoud
AchtergrondCultuurgeschiedenis

Hoe een ongeopende brief uit 1697 eindelijk werd ontcijferd: ‘Onze blijheid was niet te omschrijven’

Nadine Akkerman (Universiteit Leiden). 'Voor de uitvinding van de enveloppe in 1830 vouwde men brieven zo dat ze een soort enveloppe werden.'Beeld VPRO

Een internationaal team van elf wetenschappers uit diverse disciplines heeft na vier jaar noeste arbeid een nog ongeopende brief uit 1697 ontcijferd. Vanwaar al die moeite?

Een kist met ruim drieduizend nooit bezorgde brieven uit de zeventiende eeuw: niet het soort schatkist waar je volle bioscoopzalen mee trekt, maar intrigerend, dat wel. De kist komt uit de erfenis van het echtpaar Simon en Maria de Brienne, die postmeester en postmeesteres waren in Den Haag en tevens medewerkers van koning-stadhouder Willem III. De meeste brieven in die kist, nu in bezit van het museum Beeld en Geluid Den Haag, werden ooit geopend, wanneer en door wie is niet bekend.

Maar een deel ervan, 575 brieven, bleef dichtgevouwen en verzegeld. Eentje daarvan is nu – ongeopend – leesbaar gemaakt. “Onze blijheid toen dat gelukt was, is niet te beschrijven”, vertelt Nadine Akkerman, letterkundige en cultuurhistorica aan de Universiteit Leiden. “Voor de uitvinding van de enveloppe in 1830 vouwde men brieven zo dat ze een soort enveloppe werden. Over veel brieven in archieven is letterlijk een strijkijzer gehaald om ze te kunnen lezen. Daarmee is heel veel informatie verloren gegaan.”

Want achter die vouwen gaat een geschiedenis schuil. Akkerman: “Wie wilde voorkomen dat anderen stiekem zouden meelezen, vouwde zijn brief op zo’n manier dat je hem kapot trekt als je niet weet hoe je hem moet openen. Je kon afspreken: als ik jou een ingewikkelde origami stuur, denk erom, aan het driehoekje rechts zit een draadje dat door de brief loopt. Waar we nog niet achter zijn, is of bepaalde beroepsgroepen altijd dezelfde vouwwijze hanteerden. En waarom sommige mensen brieven op vijf manieren vouwden.”

Chantage

Waarom de De Briennes die ruim drieduizend brieven niet konden bezorgen, laat zich wel verklaren: gereguleerde adressen bestonden nog niet. Akkerman: “Ook weigerden mannelijke geadresseerden de brief soms, omdat de afzender een vrouw was die ze zwanger hadden gemaakt. Of hij kwam van een kind dat om geld vroeg.”

De De Briennes bewaarden de brieven omdat ze geld waard waren. Akkerman: “Niet de verzender, maar de geadresseerde moest voor de bezorging betalen. Wellicht hoopte De Brienne dat hij mensen ermee kon chanteren, dat hij dacht: die vrouw stuurt die man een brief, daar zal wel wat aan de hand zijn. Familie of andere betrokkenen konden bezorgd genoeg zijn om de brief alsnog af te halen en te betalen.”

Eén brief hebben de wetenschappers nu digitaal ‘geopend’. Een speciaal scanapparaat van de Londense Queen Mary University maakte de gevouwde papierlagen zichtbaar, een algoritme ontwikkeld op het Massachussets Institute of Technology kan de gehusselde letters in die lagen ordenen. De gebruikte techniek is openbaar; ook andere wetenschappers kunnen meehelpen met de kostbare en tijdrovende klus.

“In de nu ontcijferde brief vraagt de afzender om een overlijdensbericht van iemand, omdat hij aanspraak maakt op diens erfenis”, vertelt Akkerman. Alledaagse sores van een doorsneepersoon: dat terrein interesseert historici pas sinds kort, terwijl er veel te ontdekken valt. Akkerman: “Die brief, met zoveel aandacht gevouwen, toont dat onze zorg of Google met ons meeleest eeuwen geleden ook al speelde. Die vouwmethode opent een heel nieuwe manier om naar zoiets alledaags als brieven te kijken.”