Herdershonden van Amerikaanse president Joe Biden weg uit Witte Huis na "bijtincident"
De twee Duitse herdershonden van de Amerikaanse president Joe Biden hebben het Witte Huis verlaten en zijn teruggebracht naar de woning van Biden in zijn thuisstaat Delaware. Volgens Amerikaanse media had de jongste hond een beveiligingsmedewerker van het Witte Huis gebeten.
Met de komst van de nieuwe president Joe Biden kreeg het Witte Huis er ook opnieuw twee huisdieren bij: Major en Champ, de twee Duitse herdershonden van Joe en Jill Biden. Maar de dieren zijn intussen weer teruggebracht naar hun vertrouwde huis in Wilmington, Delaware, melden Amerikaanse media.
Volgens CNN is Major, de jongste van de twee honden, betrokken geweest bij een bijtincident met een personeelslid van het Witte Huis, een lid van de beveiliging. Het incident is niet bevestigd door het Witte Huis. Hoe het met de medewerker gaat, is niet bekend.
Nieuwe omgeving
De drie jaar oude Major werd door de Bidens uit een asiel gehaald en geadopteerd. Hij was de eerste asielhond die in het Witte Huis terechtkwam. Anonieme bronnen zeggen bij CNN dat de hond al vaker ongewenst gedrag liet zien, zoals blaffen en springen naar personeel van het Witte Huis.
De andere hond, Champ, is 13 jaar en zou zich rustiger gedragen. Maar ook hij is met zijn jongere metgezel teruggekeerd naar Delaware.
Champ en Major verschenen af en toe op foto's die de Bidens met de wereld deelden. De twee herdershonden mochten de president gezelschap houden in zijn kantoor, het Oval Office.
(lees door onder de tweet)
First Lady Jill Biden had eerder al verteld dat het wel wat inspanning kostte om de honden te laten wennen aan hun nieuwe omgeving. "Ze moeten de lift leren nemen, wat ze niet gewoon zijn, en ze krijgen veel meer mensen te zien."