Direct naar artikelinhoud
ReportageIsraël

Alleen mensen met een coronapaspoort mogen in Israël op restaurant. Dat zorgt voor wrijving

Mensen op terrassen in Tel Aviv. Zondag gingen de restaurants en cafés in Israël weer open, maar alleen voor mensen die kunnen aantonen dat ze zijn gevaccineerd, of zijn hersteld van het coronavirus.Beeld AFP

In Israël ging dit weekend de horeca open. Met een bewijs van vaccinatie zijn gasten er weer welkom. Wie niet is gevaccineerd, heeft pech, tot woede van ultra-orthodoxen en andere niet-gevaccineerden.

“Er gebeurt hier een wonder!”, riep de Israëlische muzikant Aviv Geffen vanaf het podium van een nachtclub in Tel Aviv. Hij stond, badend paars licht, voor het eerst in maanden weer voor een publiek – ook al mochten er alleen mensen naar binnen die konden aantonen dat ze tegen corona waren ingeënt.

Israël is de absolute wereldkampioen vaccineren, en nu bijna 40 procent van de bevolking twee prikken heeft gehad, gaan de deuren van het dagelijkse leven voorzichtig weer open. Twee weken geleden begon dat met winkels en sportscholen, sinds afgelopen weekend kunnen mensen weer naar een restaurant of café. Dat maakt Israël ook een proeftuin voor de regels die een samenleving optuigt, als een groot deel van de bevolking wel, maar niet iedereen is ingeënt.

Het ‘coronapaspoort’ is in Israël realiteit. Om ergens naar binnen te kunnen, moeten mensen een QR-code op hun telefoon, of een certificaat met een streepjescode laten zien, dat je krijgt als je twee vaccins hebt ontvangen of bent hersteld van corona. En ook in Israël leidt dat tot een verhit debat over zaken als vrije keuze, privacy en discriminatie.

‘Weigeraar blijft achter’

De regering is er duidelijk over: natuurlijk mag iemand een vaccin weigeren, al is het volgens minister van Volksgezondheid Yuli Edelstein ‘een morele plicht’ om dat niet te doen. En weigeraars moeten niet zeuren als ze vervolgens niet naar het café of het theater kunnen. “Wie zichzelf niet laat inenten”, zei Edelstein, “zal achterblijven.”

Dat is tegen het zere been van een grote groep mensen die het vaccin, om wat voor reden dan ook, niet willen. Kranten staan vol met de vraag hoe houdbaar de regels in de rechtszaal zullen blijken, en activisten gaan met spanborden de straat op. Hun teksten zijn niet altijd even subtiel. Waar de één een vergelijking maakt met de apartheid in Zuid-Afrika, zegt de ander tijdens een demonstratie in Tel Aviv dat zijn familie vorige eeuw vanwege ‘exact dit soort mensen’ in concentratiekampen is geëindigd.

Op een Israëlische Facebookgroep voor veganisten, waar normaal gesproken recepten en tips worden uitgewisseld, gingen mensen zo fel tekeer, dat de beheerders zich gedwongen voelden om de regels aan te scherpen. Binnen deze groep mag niet meer over vaccinaties of politiek worden gepraat, niet worden gescholden, niet worden opgeroepen tot een boycot van mensen of bedrijven, en niemand mag met vergelijkingen over nazi-Duitsland, Jodensterren en fascisme komen.

Volgzaam

“Inwoners zijn hier niet zo volgzaam als wellicht in sommige andere landen het geval zou zijn”, zegt Maya Peled-Raz, een expert in gezondheidsrecht en ethiek aan de Universiteit van Haifa. “Ik verwacht binnenkort de eerste rechtszaken, en ik verwacht dat een aantal regels zal worden geschrapt.” Het juridische raamwerk rammelt soms, zegt zij aan de telefoon, en in andere gevallen is het praktisch niet uitvoerbaar. Mensen zonder vaccin mogen bijvoorbeeld wel op een terras zitten, en binnen gebruik maken van het toilet. “Hoe gaat een restaurant in vredesnaam controleren dat zij daarna niet aan een tafeltje binnen aanschuiven?”

Maar de discussie gaat niet alleen om luxezaken als een concert of een avondje eten: er wordt ook gesproken over de vraag of iemand die niet is ingeënt naar zijn werk mag komen. In sommige steden willen burgemeesters leraren die het vaccin weigeren, weghalen voor de klas. Een aantal bedrijven heeft laten weten dat het niet-gevaccineerde werknemers zal dwingen zich elke twee dagen te laten testen. Mensenrechtenorganisaties vrezen dat antivaxers zelfs hun baan kunnen verliezen.

Gevaar

Peled-Raz verdedigt sommige beperkingen van persoonlijke vrijheden als die het algemene belang dienen. “Het blijft zaak om andere mensen niet in gevaar te brengen”, zegt zij. “Als je bijvoorbeeld in de zorg werkt, is het redelijk om te verwachten dat je niemand zou mogen besmetten. Maar werknemers moeten ook beschermd worden tegen onredelijke eisen – nu zijn de regels nog zo vaag, dat werkgevers zelf bepalingen gaan optuigen.”

Het heeft zeker geen zin om bedrijven of personen weg te zetten als nazi, stelt Peled-Raz. “In dit debat moet je de vraag omkeren: het is niet zo dat je een bepaalde groep wilt beperken in zijn bewegingsvrijheid. Het gaat erom dat je de samenleving weer zo veel mogelijk wilt openen, ook al is niet iedereen gevaccineerd. Hoe je dat verstandig aanpakt, moeten we samen ontdekken.”