Direct naar artikelinhoud
AchtergrondLex van der Eb

De pionier die de coronavaccins mogelijk maakte: ‘Ik was alleen maar nieuwsgierig’

Lex van der Eb legde de basis voor het Janssen-vaccin van Johnson & Johnson.Beeld AFP

Zijn naam zingt ineens overal rond: Lex van der Eb, de Nederlandse hoogleraar wiens werk eind vorige eeuw de basis legde voor veel van de huidige coronavaccins. Op de dag dat ‘zijn’ Janssenvaccin in Europa is toegelaten blikt hij terug: ‘Eigenlijk wilde ik kanker begrijpen.’

“Wat gebeurt er ineens allemaal? Ik hoorde dat The Wall Street Journal over me gaat schrijven. En ik kreeg een verzoek van Wikipedia: ze willen een goede foto van me hebben.”

Emeritus hoogleraar Lex van der Eb (Bandung, 1934) moet duidelijk een beetje wennen aan alle aandacht die hem opeens ten deel valt. Zo’n twintig jaar geleden is het nu dat de hoogleraar ‘moleculaire carcinogenese’ afscheid nam van de universiteit waar hij sinds de jaren zeventig fundamenteel onderzoek deed naar de interactie tussen  verkoudheidsvirussen en cellen. En hoewel gelauwerd in de wetenschap, bleef hij voor het grote publiek tamelijk onbekend.

Nu is zijn naam wereldnieuws. De ‘Dutch biologist’, wiens werk aan de basis stond van de celtechniek waaruit de wereld nu coronavaccins blijkt te kunnen oogsten. Het vaccin van AstraZeneca: gestoeld op een cellijn die hij met zijn Canadese postdoc Frank Graham in 1973 creëerde. Het Spoetnik-V-vaccin uit Rusland en het CanSino-coronavaccin uit China: gekweekt op ‘zijn’ cellen. De antistof Regeneron, waarmee Trump zich liet behandelen toen hij Covid-19 kreeg: ook al afkomstig uit de cellen van Van der Eb.

Emeritus hoogleraar biologie Lex van der Eb, geportretteerd door zijn zoon, de bekroonde persfotograaf Taco van der Eb.Beeld Taco van der Eb

Embryocellen

En vandaag het pièce de resistance: het vaccin van Janssen. Een bedrijf dat oorspronkelijk onder de naam Crucell werd opgericht door zijn promovendus Dinko Valerio en dat rechtstreeks voortkomt uit zijn pionierswerk. Preciezer: uit zijn systeem van cel-plus-verkoudheidsvirus, een combinatietechniek om op grote schaal vaccins te kweken. Van der Eb was het, die daarvoor in het laatste kwart van de vorige eeuw menselijke embryocellen omprogrammeerde. Zo werden het ideale, stabiele kweekvaatjes voor de genetisch uitgeklede verkoudheidsvirussen die vandaag de dag zorgen voor de prikkel die ons lichaam nodig heeft om het coronavirus te herkennen.

Dat van die embryocellen is trouwens nog wel een dingetje, vertelt hij, aan de keukentafel in zijn woning in Oegstgeest, vijf straten verwijderd van het lab in Leiden waar hij ooit zijn experimenten deed. Laatst nog werd hij in puriteins-christelijke kringen in de VS aangewezen als die professor uit Nederland die met baby’s zou knutselen. “Er zijn dus opeens allemaal mensen boos op me. Ik wist het niet eens.” Zijn gezicht betrekt: “Alsof ik voor elk vaccin hier een menselijke foetus de nek om zou draaien.”

Onzin, natuurlijk. De menselijke embryo’s die aan de basis stonden van zijn experimenten waren geen geaborteerde, maar afgestoten vruchten uit het Leids Universitair Medisch Centrum. Waarna het ‘restmateriaal’, zoals dat heet, keurig met instemming van de ouders naar het lab van Van der Eb ging. “Het mooie is eigenlijk: dat kindje is nooit ter wereld gekomen, maar heeft wel duizenden, zo niet miljoenen mensen geholpen. Dat kind is wereldberoemd.”

Calciumtechniek

Eigenlijk, vertelt Van der Eb, wilde hij kanker begrijpen. Dus besloot hij te beginnen met het maken van een cultuur van kankercellen. Samen met zijn postdoc, de Canadees Frank Graham, probeerde hij rattencellen om te vormen tot kankercellen, door ze te bestoken met het dna van een klasse verkoudheidsvirussen genaamd adenovirussen. Maar het lukte niet. “Een jaar lang hebben we van alles geprobeerd. Totdat Frank zei: ik geloof dat we er maar mee moeten stoppen.”

Zoals het gaat in films, zo loopt het heel af en toe ook in het echt: “Frank wilde nog één allerlaatste poging wagen, door calcium toe te voegen.” Bij bacteriën wil calcium namelijk nog weleens zorgen voor een betere opname van dna. “En tot onze verbazing werkte het. We konden het niet geloven. Een paar van onze honderd culturen transformeerden. Je krijgt een neerslag van calciumfosfaat. Daar zit allemaal dna in, dat aan die cellen gaat kleven en voor een deel de cel in gaat. Dat is de calciumtechniek geworden, die nu nog steeds wordt gebruikt.”

Handig als dat ook zou lukken met menselijke cellen, besefte Van der Eb. Vandaar de restembryo’s: zou het lukken om ook menselijke cellen te hacken met het dna van een verkoudheidsvirus? Hun beveiligingen te kraken, en ze te veranderen in eeuwig delende, onsterfelijke kankercellen? “Uiteindelijk hebben we in tientallen, misschien wel honderden experimenten twee kolonietjes gezien, waarvan we er één konden doorkweken”, vertelt Van der Eb.

Een ‘cellijn’ was ontstaan: ‘humane embryonale niercel 293’, ofwel HEK-293 (de k staat voor ‘kidney’, het getal verwijst naar het feit dat het Grahams 293’ste experiment was). De wereldberoemde cellijn, die figureert in tienduizenden onderzoeken en waarop men van Rusland tot Peking coronavaccins kweekt.

Veldbed

Dit waren de tijden dat men cellen kweekte zoals je een teer plantje opkweekt, met de hand en met uiterste aandacht. “Er was nog niets geautomatiseerd”, vertelt zijn vrouw Titia, aangeschoven aan de keukentafel. “Lex had een veldbedje in het lab en stelde de wekker: af en toe moest hij opstaan om even iets te pipetteren.”

Een punt dat Van der Eb niet genoeg kan benadrukken: veel meer dan nu konden wetenschappers hun nieuwsgierigheid volgen. “Als je vandaag de dag geld wilt aanvragen voor onderzoek, moet het meteen toepasbaar zijn, iets opbrengen”, zegt hij. “Maar ik had geen toepassing in mijn hoofd. Ik was alleen maar nieuwsgierig. En toch komt de wetenschap daardoor verder, dat blijkt nu wel.”

Het was zijn ondernemend ingestelde oud-promovendus Dinko Valerio die over toepassing bij vaccins begon, vertelt Van der Eb. “Hij belde me op en zei: zullen we een nieuwe, betere helpercel maken? Eentje die je kunt gebruiken om veilige vaccins te maken, die aan de strenge farmaceutische standaarden voldoen?” 

Dat werd, na veel gedoe, cellijn PER.C6 (voluit ‘PGK E1 retinoblast, clone 6’) ditmaal gemaakt door de netvliescellen van embryo’s onsterfelijk te maken – netvliescellen, omdat daarvan bekend is dat adenovirussen er goed in doordringen. “Althans, ik weet niet eens helemaal zeker of het echt wel netvliescellen zijn”, moet Van der Eb achteraf toegeven. Want ook het isoleren van de netvliescellen was handwerk, enorm gepriegel. “Ik deed het altijd zelf, omdat ik mijn medewerkers niet wilde opschepen met het vervelende werk van menselijke vruchten opereren. Maar het netvlies bestaat uit ik weet niet hoeveel cellen. Misschien hebben we geen retinacel gebruikt, en denken we dat maar.”

Beschermd

Zelf is hij inmiddels ook gevaccineerd, met het mRNA-vaccin van Pfizer. “Toch jammer”, zegt hij. De cirkel was mooi rond geweest als hijzelf na al die jaren zou zijn beschermd door de uitgeklede verkoudheidsvirussen die hij zo vaak onder handen heeft gehad. “Het zou leuker zijn als het Janssen was, maar ik ben natuurlijk ontzettend blij dat ik iets krijg tegen dit vreselijke virus.”

De ogen van de professor dwalen af naar zijn tuin. Opeens schiet hij overeind, opent de schuifpui en rent de tuin in, met een behendigheid die je van een 87-jarige niet direct verwacht. Een reiger slaat zijn vleugels uit en vliegt met zichtbare tegenzin weg, bij zijn vijver vandaan.

Dit zijn tegenwoordig meer zijn zorgen, legt hij uit. “Zorgen dat dat beest geen gaatjes pikt in het folie van mijn vijver.”