Direct naar artikelinhoud
AnalyseVaccinatiecampagne

Zijn vaccinatiecentra verlost van kinderziektes?

Vaccinatiedorp Spoor Oost in Antwerpen.Beeld Thomas Sweertvaegher

De vaccinatiecentra staan te popelen, maar is Vlaanderen klaar om straks op grote schaal de bevolking in te enten tegen het coronavirus? De slabakkende vaccinleveringen hebben één voordeel: er is nog tijd om een en ander recht te trekken.

Nu de rusthuisbewoners, het ziekenhuis- en zorgpersoneel stilaan hun (eerste) prik hebben gekregen, start vanaf volgende week de vaccinatiecampagne bij de brede bevolking, te beginnen bij de 85-plussers. Van 20.000 prikjes in de vaccinatiecentra in de eerste week van maart, gaan we naar 95.000 volgende week. 

Daarna zal de vaccinatiesnelheid normaal gezien verder worden opgedreven.  Er wordt een kleinere buffer ingebouwd tussen de levering en het inspuiten en ook de tijd tussen twee prikken wordt opgetrokken. Die versnelling zal merkbaar zijn vanaf eind deze maand en wordt normaal gezien gevolgd door hogere leveringsvolumes. Al blijft het opletten, ook AstraZeneca kampt weer met problemen om gemaakte beloftes na te komen. Tegen april is de hoop het aantal prikjes per week minstens nog eens verdubbelen, om tegen mei en juni een absolute piek te bereiken.  

De vraag is: zijn we daar klaar voor? De opstart van de vaccinatiecentra ging met horten en stoten. Het uitnodigingssysteem haperde, waardoor er heel wat mensen niet kwamen opdagen. Er werden mensen dubbel uitgenodigd en er kregen mensen een prikje die daar eigenlijk nog geen recht op hadden. Elk vaccinatiecentrum paste zijn eigen strategie toe om vrijgekomen spuitjes op te gebruiken, van de vrijwillige brandweerlui optrommelen tot het plaatsen van een Facebook-oproep. 

Kies zelf je uur en datum

Er is intussen bijgestuurd, maar het blijft vaak achter de feiten aanhollen, zo leert een rondvraag in de vaccinatiecentra. Het aantal mensen dat niet komt opdagen is duidelijk afgenomen, maar dan vooral omdat de vaccinatiecentra het heft zelf in handen namen. In sommige centra, zoals in Overijse en Tienen, laten ze nu systematisch iets meer mensen afkomen dan er spuitjes voorhanden zijn. “Vergelijk het met overboekingen die de vliegtuigmaatschappijen doen”, zegt Dirk Devroey, VUB-prof en medeverantwoordelijke voor het vaccinatiecentrum in Overijse. 

Elders, zoals in Puurs-Sint-Amands, Aalter en Eeklo, bellen ze alle mensen op die hun afspraak nog niet online hebben bevestigd. Als ze niet kunnen komen, wordt iemand van de reservelijst gecontacteerd. Gevolg: de callcenters hebben veel meer werk dan voorzien. “We hebben al extra mensen aangenomen”, zegt Joachim De Paepe, van de eerstelijnszones Oost- en West-Meetjesland. Hij heeft onder meer de centra in Eeklo en Aalter onder zijn hoede. “Het callcenter was voorzien om mensen met vragen te helpen. Die vragen zijn er nu massaal van de 85-plussers die straks hun spuit krijgen. Wat als we straks echt op volle toeren draaien? Dit houden we niet vol.” 

De voorbije weken werden in de meeste centra enkele honderden spuitjes per week toegediend. De sporthallen, evenementencenters en speciaal gehuurde tenten staan vaak zes dagen op zeven leeg. Maar binnenkort moeten dat enkele honderden spuitjes per uur zijn. Het is daarom dat Mechelen, Overijse en Tienen eerder zijn afgestapt van die belrondes om de gaatjes te vullen: straks lukt het niet meer. 

Politieagenten, kinderverzorgsters en kleuterjuffen

Ook Vlaanderen stuurt daarom bij. Voortaan kunnen de vaccinatiecentra kiezen voor een ander soort uitnodiging. Tot nu kreeg iemand de datum en uur voor zijn prik automatisch toegewezen in zijn oproepingsbrief. Vervolgens moest die online bevestigen. In de nieuwe soort uitnodiging zal hij of zij het tijdstip zelf moeten kiezen. In Antwerpen en Gent werken ze al met zo’n systeem, de rest kan daar nu ook mee aan de slag.  

Op die manier kunnen de centra het belwerk beperken. Wie een prik wil moet sowieso reageren. Maar worden zo ook evenveel mensen bereikt? Dreigen de digitaal minder geletterde mensen niet af te haken? En moeten zij later niet alsnog worden opgebeld? Half april volgt de evaluatie om te kijken welk systeem het meest efficiënt is. 

Tegelijk heeft Vlaanderen duidelijkere instructies gegeven voor de reservelijsten. Als er de dag zelf nog gaten vallen, moeten politieagenten, kinderverzorgsters en kleuterjuffen voorrang krijgen. Daarnaast wordt er ook een applicatie ontwikkeld waarbij mensen zich online spontaan kunnen aandienen. Dan kunnen ze opgebeld worden als er in het vaccinatiecentrum in de buurt spuitjes over zouden zijn. Voorwaarde is wel dat ze tot de doelgroep behoren die dan aan de beurt is.

Vaccinatiedorp Spoor Oost in Antwerpen.Beeld Thomas Sweertvaegher

Ook de databanken van het uitnodigingssyteem Doclr zijn intussen opgeschoond, waardoor de oproepingsbrieven accurater worden verstuurd. Toch blijft het systeem voor veel hoofdbrekens zorgen. Als te veel vaccinatiecentra tegelijk hun uitnodigingen versturen, loopt het systeem vast. “In het begin deden we er een uur over om 200 mensen uit te nodigen”, zegt De Paepe, uit het Meetjesland. “We kregen voortdurend zo’n zandloper op het scherm. Wat als het straks met duizenden tegelijk moet?”

De centra krijgen nu een uur toegewezen om de uitnodigingen te versturen, waardoor de acuutste problemen zijn opgelost. “Toch krijgen we nu soms nog bericht dat we onmiddellijk moeten stoppen met sturen omdat anders alles blokkeert”, zegt An-Marie Morel, medeverantwoordelijke voor de centra in Puurs-Sint-Amands en Willebroek. 

Het kabinet van Vlaams minister Wouter Beke (CD&V) erkent de problemen. “Maar er wordt hard gesleuteld om het systeem performanter te maken”, zegt zijn woordvoerster Carmen De Rudder. Doclr was bij de start van de vaccinatiecentra, half februari, amper klaar. De openbare aanbesteding was pas uitgeschreven half januari.

Een heel jaar crisis

Het zijn niet alleen de uitnodigingen die bij de vaccinatiecentra voor frustratie zorgen. Pas gistermiddag kregen de verantwoordelijken meer uitleg over hoe de thuisvaccinatie juist zou lopen. Volgende week al komen de 85-plussers aan de beurt, net de groep die het minst mobiel is en dus vaak thuis een prikje moet krijgen. “We kregen daar veel vragen over”, zegt De Paepe. “Maar we konden de mensen geen enkel antwoord geven. We verwezen door naar de huisarts, maar die had soms al naar ons doorverwezen.” 

Nu is afgesproken dat de huisdokters aangeven wie niet tot in het vaccinatiecentrum geraakt. Vanaf april kunnen zij daar dosissen reserveren om die twee weken later op te halen en te zetten. Terwijl hun leeftijdsgenoten dus geprikt worden, moeten de minder mobiele mensen voorlopig nog even wachten. “Die procedures zijn pas opgesteld”, zegt Roel Van Giel van huisartsenvereniging Domus Medica. “We zitten al een jaar in crisis, en dat is bij de vaccinatie niet anders. Vooruit plannen gaat blijkbaar bijzonder moeizaam.” Het voordeel is wel dat er dan gebruik gemaakt kan worden van het vaccin van Johnson & Johnson, waarbij slechts één prik (en dus ook één huisbezoek) nodig is. 

En dan zijn er nog de mensen met onderliggende aandoeningen, die straks voorrang krijgen bij de vaccinatie. Volgens de planning begin dit jaar, nog steeds te lezen op de site van de Vlaamse overheid, zou die doelgroep vanaf half maart aan bod komen. Alleen: op dit moment moet de definitieve databank nog worden samengesteld van wie in aanmerking komt. 

Kwetsbare patiënten

De ziekenfondsen hebben hun lijst met kwetsbare patiënten klaar, die moet worden aangevuld door de huisartsen. Pas volgende week kunnen de artsen de juiste software installeren, vanaf begin april wordt die geconnecteerd met de lijsten van de ziekenfondsen en het kankerregister. Probleem: in de huidige planning moeten de kwetsbare patiënten uitgenodigd worden vanaf... begin april. “Tijd om te testen is er niet”, zegt Van Giel. “Dat beseffen we. Er mag niet al te veel fout lopen onderweg. Al ben ik er gerust in dat het goed komt. In het uiterste geval kan er al gewerkt worden met de gegevens van de ziekenfondsen.”

Voor Vlaanderen was het een geluk bij een ongeluk dat de vaccinleveringen minder groot waren dan eerst aangekondigd. Zo werden onder meer de inenting van ouderen en risicopatiënten achteruitgeschoven op de kalender en was er, ongewild, iets meer tijd voor de praktische voorbereiding. Joris Moonens, woordvoerder van het Agentschap Zorg en Gezondheid, vraagt begrip. “Vorig najaar ging iedereen ervan uit dat we in maart pas de eerste prikken zouden uitdelen. Kijk waar we nu staan.”