‘Pandemiewet is een stap, maar moet beter’

Kati Verstrepen

Het voorontwerp van pandemiewet van de federale regering is een stap in de goeie richting, maar er zijn nog belangrijke correcties nodig. Dat was de teneur tijdens een serie hoorzittingen in de Kamercommissie Binnenlandse Zaken.

De verschillende sprekers hamerden onder meer op de rol van het parlement en de bescherming van de grondrechten. ‘De inzet is groot, we staan op een kruispunt van onze rechtsstaat’, zei Kati Verstrepen, de voorzitster van de Liga voor Mensenrechten.

De hoorzittingen gaan over het voorontwerp van pandemiewet van minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden. Die pandemiewet moet een aanvullende rechtsgrond vormen om verregaande maatregelen te kunnen nemen in gezondheidscrisissen.

Op de huidige aanpak, via ministeriële besluiten en zonder voorafgaand parlementair debat, kwam al heel wat kritiek van de oppositie, ondersteund door verschillende grondwetsspecialisten. Volgens de meeste sprekers van vrijdagmiddag betekent het voorontwerp van pandemiewet wel degelijk een stap vooruit, al zijn er wel nog heel wat werkpunten. ‘Er is een duidelijke definitie van een epidemische noodsituatie, de maatregelen blijven daartoe beperkt, de nadruk ligt op risicoanalyses op basis van wetenschappelijke inzichten’, zei Kati Verstrepen van de Mensenrechtenliga. ‘Maar er zijn correcties nodig’, stipte ze aan.

Peter Callens, de voorzitter van de Orde van Vlaamse Balies, maakte een soortgelijke analyse. ‘Het is een stap vooruit ten opzichte van het huidige wetgevende kader, maar er zitten nog heel wat hiaten in.’

‘Avondklok kan niet’

Voor Verstrepen gaat het dan onder meer over de rol van het parlement. ‘Het komt aan het parlement toe om te beslissen of we in een noodsituatie zitten of niet. Dat debat moet uitvoerig gevoerd worden. Daarna kan het parlement beslissen dat de regering bepaalde bevoegdheden krijgt om die crisis te bestrijden. Het parlement moet duidelijk maken waar de grenzen liggen’, zei ze. Daarnaast is ook de bescherming van de grondrechten voor Verstrepen essentieel. ‘Er kunnen nooit maatregelen worden genomen die de grondrechten schorsen, zoals een avondklok. Beperkende maatregelen zijn mogelijk, maar dan alleen als ze echt nodig en proportioneel zijn.’. Bovendien moet de regering daarvoor altijd het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit, het mensenrechteninstituut en de Raad van State vragen. ‘Hoogdringendheid mag daar geen excuus zijn’, aldus Verstrepen. ‘Indien nodig moet men meer middelen voorzien voor die diensten, zodat ze het advies sneller kunnen afleveren.’

‘Een jaar te laat’

Ook voor Callens moeten de grondrechten veel beter beschermd worden dan nu het geval is. ‘Beperkingen op de grondrechten kunnen alleen maar tijdelijk zijn, en alleen maar bij wet worden ingevoerd. Ik betreur de precedentwaarde van de huidige manier van werken, die volgens mij in strijd is met de constitutionele beginselen waarop dit land is gebaseerd.’ Volgens Callens had de pandemiewet er dan ook al veel vroeger moeten komen. ‘Dit had een jaar geleden al moeten gebeuren.’ De voorzitter van de Orde van Vlaamse Balies raadde het parlement wel aan om de nodige tijd te nemen om alles goed te bekijken. Callens had het onder meer over de definitie van een epidemische noodsituatie in het voorontwerp, die volgens hem nog veel te breed is, maar ook over de mogelijke maatregelen. ‘Die zijn nu niet gespecificeerd, wat eigenlijk de mogelijkheid geeft om van alles op te leggen aan de bevolking zonder beperking.’ Tot slot moeten ook de sancties op de overtreding van de maatregelen veranderen, vindt Callens. ‘Het kan niet de bedoeling zijn om voor relatief mineure ingrepen systematisch naar de strafrechter te stappen. Erger nog is het als mensen een strafregister krijgen, dat gevolgen heeft op zoveel vlakken.’ Callens pleitte voor meer ruimte voor minnelijke schikkingen of verzachtende omstandigheden.

‘Teleurstellend’

Olivia Venet, de voorzitster van de Franstalige Mensenrechtenliga, vindt het ’teleurstellend’ dat het voorontwerp van pandemiewet alleen inzet op restrictieve maatregelen en sancties, zei ze. ‘Ik had gehoopt dat men, na een jaar pandemie, ook zou nadenken over manieren waarop we net kunnen vermijden dat er aan de rechten en vrijheden wordt geraakt. Als de pandemiewet dat niet doet, dan heeft ze geen enkele zin.’

De voorzitter van de Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten Wim Dries stipte een aantal aandachtspunten aan die de regering zou moeten meenemen in de opmaak van een pandemiewet. Zo is eenheid van commando belangrijk, maar moet er ook sterke betrokkenheid zijn van de lokale besturen, vond Dries. Voor de VSSG is het ook belangrijk dat de communicatie van maatregelen ‘eenduidig en tijdig’ gebeurt, vulde algemeen directeur Kris Snijkers aan. De afgelopen maanden is het meerdere keren gebeurd dat lokale besturen maar een dag de tijd hadden om nieuwe maatregelen uit een ministerieel besluit te implementeren.

Partner Content