Direct naar artikelinhoud
InterviewFamilieklap

Nele en Saartje Vandendriessche: ‘Bij tanteke kan ik altijd mijn debacles met mannen op tafel smijten’

Nele en Saartje Vandendriessche: ‘Bij tanteke kan ik altijd mijn debacles met mannen op tafel smijten’
Beeld Bob Van Mol

De oudste timmerde in de jaren 70 en 80 als actrice een tv- en podium­carrière bij elkaar. Ze werd het grote voorbeeld van de jongste, die binnenkort aan de opnamen van een nieuw tv-programma begint. Nele (71) en Saartje (45) Vandendriessche, tante en nicht.

Saartje

“De gave van Nele is dat ze de boel kan opzwepen. Zet haar in een groep en ze krijgt iedereen mee, alsof ze allemaal een paar shotjes tequila hebben gepakt. Als we samen op stap zijn, ontstaat er een chemie die anderen aantrekt. We maken altijd wel iets mee, krijgen vaak de slappe lach. Elk jaar gaan we samen naar de Gentse Feesten. Zalig is dat. Ja, Nele is een ambiancemaker. Dat zit in de familie, maar zij spant de kroon. Al mijn vrienden kennen haar, voor hen is ze ‘tanteke’. ‘Komt tanteke ook?’ is een standaardvraag op feestjes.

“Mijn vader was een zeiler. Elke vakantie spendeerden we op de boot. Nele, zijn zus, was er vaak bij. Maar als kind zag ik haar niet zo vaak, onze band is pas later heel hecht geworden. Ze was toen natuurlijk aan het vechten voor de goeie rollen. In de media krijg je niks, je moet het pakken. Dat was toen ook al zo. (lacht)

“Zij is mijn voorbeeld geweest. Ze speelde in grote theatervoorstellingen, zoals Mistero Buffo met de Internationale Nieuwe Scène (in 1972, geldt als een van de belangrijkste theaterproducties ooit in ons land, red.). Ik weet nog dat we op zondagavond met het gezin voor de tv zaten, voor Willem van Oranje. Als zij in vol ornaat als zijn vrouw op het scherm kwam, dan waren wij zo trots.

“Ik wilde dat ook. Maar toen ik achter in de twintig was, droogde het acteerwerk op. Ik ben dan maar in het advocatenkantoor van mijn vader gaan werken, als zijn slaafje. Dossiers aangeven, koffie maken, brieven tikken met twee vingers… Het was daar dat ik telefoon kreeg van de VRT: ik had een screentest gedaan en mocht beginnen als omroepster. Het eerste wat ik deed, was in de gang gaan roepen: ‘Ik ben hier wéééééég!’ (lacht)

“Vóór corona gingen Nele en ik vaak samen op vakantie. Ze zegt op elk voorstel ‘ja’. We zijn al naar Bretagne gegaan, naar Amalfi in Italië... Vooral onze reis naar Curaçao was fantastisch. Nele had voorgesteld om eens géén auto te huren en onze uitstapjes te laten afhangen van wat anderen van plan waren. Zo schuimden we als waren we twee negentienjarigen het strand af: ‘Hebt u een auto? En wat gaat u morgen doen?’ (lacht) Aan die reis hebben we een vriend voor het leven overgehouden. Dat soort dingen maak je dus mee met Nele.

“Dankzij die complexloze instelling kan ze me ook helpen wanneer ik het moeilijk heb. Mijn leven is niet altijd – hoe zou ik het zeggen – verlopen zoals ik het wilde. Bij tanteke kan ik altijd mijn debacles met mannen op tafel smijten. Ze laat mij geduldig mijn verhaal doen, om er dan bijvoorbeeld uit te flappen: ‘Wat een onzinnig mannetje is dat nu?’, op zo’n manier dat ze me doet lachen. Ze verdrijft de zwaarte. Dat is een cadeau.

“We hebben zo onze vaste gewoontes, zoals elkaar een voetmassage geven. Nele kan dat supergoed. Het enige jammere is dat het daarna mijn beurt is om te masseren. En ik kan je verzekeren, zo van die zeventigjarige voeten…” (lacht)

Saartje: ‘Bij tanteke kan ik altijd mijn debacles met mannen op tafel smijten.’Beeld Bob Van Mol

Nele

“Saartje beschouw ik als de zus die ik nooit heb gehad. Ik woon aan zee en zij in Lint, maar elke maand neem ik de trein om een paar dagen bij haar te gaan logeren. Ik poets, zet het papier buiten, breng het glas naar de container. Wij vullen elkaar aan. Maar ik mag bijvoorbeeld niet in de keuken komen, da’s dan weer háár territorium. Ze kookt supergezond met kikkererwten en wilde kruiden. Zelf stam ik meer uit het tijdperk van de zware gebraden.

“Saartje kent alle eetbare planten bij naam. Continu is ze zaden aan het verzamelen, overal in huis staan potjes. Als we samen gaan wandelen, plukt ze een blad en vreet het op. Zomaar, langs de straat, waar een hond kan hebben geplast.

“Zelf ben ik kinderloos. Ik had er gewoon geen tijd voor. En mijn ouders waren duidelijk: wil je kinderen, dan is het your business. Ze hadden er zelf negen grootgebracht en wilden niet nog eens voor de kleinkinderen opdraaien. Plus: ik woonde in Brussel, zij in West-Vlaanderen. Saartje heeft daar meer geluk in, haar ouders wonen vlakbij en helpen met Mille (Saartjes dochter van 11, red.).

“Ik was de eerste West-Vlaamse op Studio Herman Teirlinck. Recht van bij de nonnen kwam ik. Mijn oogballen vielen uit hun kassen. De docenten lagen onder tafel door mijn dialect. ‘De goden hebben een brede rug’, moest ik zeggen, en ze kwamen niet meer bij. Ik heb herexamen moeten doen om alle West-Vlaamse klanken eruit te krijgen. Terwijl ze zelf plat Antwerps spraken.

“Na de Studio kwam ik gelukkig vlug in Nederland op tv, als een van de eerste Vlaamse acteurs. Ja, toen heb ik ze een goeie neus kunnen zetten.

“Toch ben ik uiteindelijk gestopt met acteren. Ik werd het beu, al die kak-rollen. Je was als vrouw veroordeeld tot het spelen van ‘de madam van meneer’, weet je wel. Ik was de vrouw van ­Rubens, de vrouw van Willem van Oranje…

Gekke gewoontes

Saartje over Nele: ”Ze pakt in een café of hotel alles mee wat er mee te pakken valt. ­Suikertjes, theezakjes, flesjes zeep.”

Nele over Saartje: “Ze laat de post te lang in de bus zitten. Facturen of kaartjes worden opgegeten door slakken.”  

“Daarom heb ik zoveel bewondering voor Saartje. Ze doet het allemaal zelf, blijft doorduwen tot ze een ‘ja’ krijgt. Het programma Op de man af, waarin ze het in sportieve uitdagingen tegen mannen opnam, vond ik prachtig. Dóórzetten, dat kan ze. Toch verscheen er in de pers amper een woord over. Wat je dan wél leest? Dat het afstotelijk is een vrouw op tv van uitputting te zien overgeven. ‘Dan nog liever een kotsende Ruben Van Gucht’, zoiets stond er. Mannen mogen zich alles permitteren. Dat maakt me nog altijd boos.

“Vroeger ging ik elke week in Brussel betogen voor van alles en nog wat, ook voor vrouwenrechten. We zijn nu decennia verder en er is nog altijd zo veel achterstand in te halen. Wat me bang maakt, is dat we nu zelfs achteruitgaan, vrouwen worden door corona weer in een traditionelere rol geduwd. Daarom pleit ik des te meer voor solidariteit onder vrouwen. De ouderen zouden de jongeren onder hun hoede moeten nemen. Zodat elke jonge vrouw iemand heeft om op te bellen, een schouder om op te rusten.”