Direct naar artikelinhoud
ProfielAstraZeneca

Wat voor een bedrijf is AstraZeneca? ‘Het verbaasde me dat ze zich nu ook al met vaccins bezighielden’

Het Belgische hoofdkwartier van AstraZeneca in Dilbeek.Beeld BELGA

Zo snel als de naamsbekendheid toenam van AstraZeneca, zo fors klinkt nu de kritiek. Waar het farmaceutische bedrijf eerst als redder in nood werd gezien met een betaalbaar vaccin, ligt het nu onder vuur na het niet nakomen van grootscheepse leveringsafpraken. Wat voor bedrijf steekt er achter dit vaccin?

“AstraZeneca wordt nu bijna afgeschilderd als een stel boeven, maar als je ziet wat het bedrijf de afgelopen vijftig jaar allemaal gedaan heeft, dan strookt dat helemaal niet met elkaar.”

Aan het woord is een voormalig medisch directeur van AstraZeneca Nederland. Met lede ogen heeft hij moeten toezien hoe de Brits-Zweedse farmaceut, niet zo lang geleden nog de reddende engel van de coronacrisis dankzij zijn zacht geprijsde vaccins, de laatste weken de gebeten hond is.

Kanonhard klonk de kritiek van regeringsleiders en ministers aller landen op de mededeling dat AstraZeneca door productieperikelen veel minder vaccins kan leveren dan beloofd. Dat de Britten verhoudingsgewijs veel meer AstraZeneca-vaccins krijgen, maakte de liefde er niet groter op. Tot nu toe heeft AstraZeneca niet eens 10 procent geleverd van de maximaal 120 miljoen doses die de EU tussen december en eind maart verwacht had te krijgen, zei Europese Commissievoorzitter Ursula von der Leyen vorige maandag. 

Tot overmaat van ramp – en tegenstrijdig genoeg, gezien de politieke smeekbede om meer vaccins – blijven in tal van landen honderdduizenden doses AstraZeneca-vaccin op de plank liggen. Bijvoorbeeld doordat mensen simpelweg niet komen opdagen voor een prik omdat ze denken dat het AstraZeneca-vaccin van inferieure kwaliteit is. Of doordat veel landen coronavaccin AZD1222 tot nu toe niet aan 65-plussers geven, uit twijfel over de werkzaamheid bij deze groep – al liet een Schotse studie laatst hoopvolle resultaten zien, op basis waarvan het vaccin nu hier toch mag voor senioren.

Een verpleegster in Thailand prepareert een spuit met het AstraZeneca-vaccin.Beeld EPA

Imperium

Wat voor bedrijf steekt er achter dit vaccin, dat in de ogen van het Franse ministerie van Volksgezondheid een ‘collectieve rehabilitatiecampagne’ nodig heeft? De meeste ex-werknemers die we probeerden te spreken, houden hun kaken stijf op elkaar. Maar de geschiedenis van het bedrijf lijkt de woorden van de voormalig medisch directeur te schragen. Een schurkenbende is het niet.

Officieel is AstraZeneca een Brits-Zweeds bedrijf dankzij het in 1999 gesloten huwelijk tussen het Zweedse Astra AB en het Britse Zeneca. In de praktijk is AstraZeneca een pillen- en ampullen-imperium waarin de zon nooit ondergaat, met 118 kantoren in 64 landen, van Buenos Aires, Auckland en Osaka tot de Alfons Gossetlaan in Groot-Bijgaarden. De farmaceut heeft 76.000 werknemers.

Koeterwaals

Het woord Zeneca betekent trouwens helemaal niets, mocht u het zich afvragen. Waar Astra is ontleend aan het Latijn voor ster, is Zeneca flauwekultaal à la ‘oote oote boe’. Toen de Britse chemiegigant ICI in 1993 zijn farmacietak afsplitste, betaalde topman David Barnes een reclamebureau 50.000 pond om een naam te bedenken die met een A of Z begon, makkelijk te onthouden was, uit niet meer dan drie lettergrepen bestond en ‘niets stoms, grappigs of onbeschofts betekende in andere talen’, vertelde Barnes The Times.

Dit ging nog bijna mis, want het reclamebureau kwam eerst op de proppen met ‘Zenica’, tevens de naam van de Bosnische stad waar de Kroaten vlak voor de lancering van Barnes’ bedrijf in april 1993 een bloedbad onder moslims hadden aangericht. Te elfder ure veranderde Barnes de naam in Zeneca, al klonk dat dan als een goedkoop Tsjecho-Slowaaks cameramerk, zoals journalisten grapten.

Grootindustriëlen en oorlogswonden

De geschiedenis van Zeneca gaat terug tot 1926, toen Britse grootindustriëlen aan boord van de RMS Aquitania besloten om hun vier noodlijdende chemiebedrijven samen te smelten tot Imperial Chemical Industries. Van het eens machtige ICI, in 2007 opgeslokt door AkzoNobel, was Zeneca begin jaren negentig een afsplitsing.

Astra’s wortels reiken tot 1913, toen 400 Zweedse dokters en apothekers in het stadje Södertälje eindelijk de pillenfabriek konden oprichten waar ze al decennia naar hunkerden. Tot 1913 mochten in Zweden alleen apothekers medicijnen maken, waardoor het bedrijfsleven tandenknarsend had moeten toezien hoe Zwitserse en Duitse farmaciereuzen de Zweedse markt koloniseerden.

Maagzweren, oorlogswonden en wortelkanaalbehandelingen maakten Astra groot. Een van Astra’s eerste klappers was penicilline-voorloper sulfonamide, antibiotische poeders en pillen waarmee hospikken tijdens de Tweede Wereldoorlog voorkwamen dat de open wonden van soldaten gingen etteren.

Van tandarts tot narcohandelaar

Sulfa was een Duitse vondst, maar een van Astra’s grootste successen, het in 1948 gelanceerde verdovingsmiddel lidocaïne, was van Zweedse makelij. 

Volgens de overlevering zou een van de uitvinders het goedje snel nog even in zijn mond hebben geïnjecteerd tijdens de treinreis naar Södertälje. Voor hun contractbespreking met Astra was het namelijk wel handig om te weten of lidocaïne ook geschikt was als plaatselijke verdoving bij tandheelkundige ingrepen. 

Geen overbodige luxe, want anno 2021 is lidocaïne nog altijd het meest gebruikte verdovingsmiddel in de tandartsstoel. Ook onder narcohandelaren is lidocaïne populair, maar dan om cocaïne mee te versnijden.

Fusie

Toen Astra en Zeneca eind jaren negentig fuseerden, bezat Astra met het anti-maagzweermiddel Losec en de betablokker Selokeen twee van ’s werelds meest verkochte medicijnen, terwijl Zeneca het succesvolle borstkankermedicijn Nolvadex inbracht. 

Het leverde AstraZeneca destijds plek vier op in de ranglijst van grootste farmaceuten. Maar door het uitblijven van kaskrakers à la Losec en Selokeen is het Brits-Zweedse bedrijf anno nu afgezakt naar plek zestien. AstraZeneca’s verkoopcijfers bedroegen vorig jaar met 22 miljard euro nog geen derde van de omzet van mondiale koploper Johnson & Johnson.

De fabriek van Astra AB, opgericht in 1913.Beeld Astra

“AstraZeneca is een uiterst ethisch bedrijf, dat zich altijd heel netjes aan de regels houdt”, zegt de voormalig medisch directeur. Een treffend voorbeeld was Zimeldine, een antidepressivum dat nu bijna niemand nog wat zegt, maar dat begin jaren tachtig hetzelfde succes beschoren leek dat Prozac uiteindelijk zou oogsten. Net als Prozac was Zimeldine een zogeheten ‘selectieve serotonine-heropnameremmer’, alleen introduceerde Astra de vondst van toekomstig Nobelprijswinnaar Arvid Carlsson al in 1982, vijf jaar voor Prozac van concurrent Eli Lilly.

Een jaar later haalde Astra het middel echter subiet van de markt toen bleek dat het in zeldzame gevallen het syndroom van Guillain-Barré, een verlammende spierziekte, kon veroorzaken. Ondanks de straatlengte kennisvoorsprong op de concurrentie wilde Astra de vingers daarna niet meer branden aan een opvolger, waardoor niet een Astra-product, maar Prozac uiteindelijk tot synoniem voor antidepressiva kon uitgroeien. “Daar was Astra heel resoluut in: we stoppen er onmiddellijk mee. Ik ken genoeg farmaceutische bedrijven die daar wat soepeler in geweest zouden zijn.”

Vaccins

Zo ervaren als AstraZeneca is qua medicijnen, zo weinig geschiedenis heeft het bedrijf met vaccins. “Daar verbaasde ik me wel over, dat ze zich nu ook al met vaccins bezighielden.”

Het verschil tussen medicijnen en vaccins lijkt misschien klein, alsof een bakker besluit om voortaan naast tijgerbrood en krentenbollen ook maar macarons en eclairs te maken. “Toch is het een totaal andere business. Dat zit ’m in de biotechnologie, dat is echt iets heel anders dan de klassieke medicinale chemie.”

Vaccins maken is een kwetsbaar proces, zei een ingewijde uit de farmaceutische industrie onlangs in de Financial Times. “Als je chemicaliën door elkaar mengt, weet je wat je krijgt. Of het nu om 200 gram of 200 ton gaat. Met biologische geneesmiddelen werkt het zo niet.”

“Van complexe productieprocessen met grote moleculen, zoals in het geval van vaccins, is bekend dat er bij de opstart wel vaker tegenslagen zijn”, ziet gezondheidseconoom Xander Koolman (Vrije Universiteit). AstraZeneca is zeker niet de enige met tegenslagen – ook Johnson & Johnson kampt met leveringsproblemen, evenals Pfizer en Moderna – alleen valt het tekort aan AstraZeneca-vaccins extra op omdat het om grote aantallen gaat. 

“Wat ik sterk vind aan AstraZeneca is dat ze het vaccin gewoon gratis weggeven – of nou ja, tegen kostprijs, dus er zit geen winstmarge op”, zegt de voormalig medisch directeur van AstraZeneca. “Daardoor krijgen armere landen ook hun deel.”

Toegegeven, dat de vaccinprijs zo laag is – 1,78 euro per dosis – is tijdelijk, want mogelijk al vanaf juli dit jaar wil AstraZeneca er gewoon winst mee maken. Bovendien is het bedrijf ingestapt in een vaccin dat al door Oxford was ontwikkeld, en heeft de Europese Commissie het gros van de risico’s overgenomen, zoals mogelijke eisen om schadevergoedingen als het vaccin ernstige bijwerkingen vertoont. Zo gek is het dus ook weer niet dat AstraZeneca overheden niet het vel over de oren trekt, constateert Koolman.

Maar toch, zegt de ex-AstraZeneca-bons, “het blijft iets bijzonders, ook voor een farmaceutisch bedrijf, om een product nagenoeg gratis te maken. Toen ik daar voor het eerst over las dacht ik: ja, dat is nou typisch iets voor AstraZeneca.”