© Jan-Willem Smeyers

COLUMN De stadswatcher: Kijken door de regen heen

Hasselt -

Jan-Willem Smeyers schrijft een column over het dagelijkse leven in Hasselt.

Jan-Willem Smeyers

Een dikke maand geleden was Hasselt wit. Heel plots was de winter daar. En ze zou toch een tijdje blijven. Dus haalde ik voor het eerst in jaren de sneeuwborstel boven. Ik heb bijna 100 meter stoep. Meestal is het tapijt al lang gesmolten voor ik 20 meter sneeuwvrij heb geveegd. Maar niet begin februari 2021. Toen bleef alles liggen. Ik zie elke sneeuwperiode wel iemand net wel of niet tegen de grond glippen. Dus veegde ik. Uit solidariteit. Het fonkelende wit was een heerlijke verrassing, in tijden waarin voor velen de sleur overheerst. Meestal ben ik verbijsterd over de zure reacties op zo’n wonderlijk sneeuwlaagje op bomen en struiken, over straten en pleintjes. “Dat wordt weer miserie op de baan …”Gelukkig moeten een hoop pendelaars toch nog telewerken, dus konden veel meer mensen gewoon genieten van iets heel bijzonders dat uit de lucht gevallen kwam. Zelf moest ik voor het werk elke dag naar Rapertingen. Met de fiets natuurlijk. Op maandag koos ik wegens de verse sneeuw voor wat zekerheid qua strooikansen. Mijn twee zonen te voet richting school afzetten, en daarna over de kleine ring, langs de Luikersteenweg recht op recht. Ik nam ook een Indische collega mee. Ze zag drie minuten na vertrek al blauw van de kou. Zonder muts, zonder sjaal. Zelf heb ik al jaren geleden besloten dat het zinloos is om kou te lijden op de fiets. Skibroek, ski-jas, gewatteerde sneeuwbotten en vilten muts. Ik probeerde haar veilig doorheen haar eerste fietstocht op ijs te loodsen. “Wat je ook doet, blijf van je remmen af.”“Hou dat voorwiel loodrecht in de bochten.”“Nee! We gaan niet al rijdend door die tunnel met de scherpe bocht beneden!”Mijn Indische collega viel niet. Zelfs geen slipper kon er af! Ik was apetrots! Want weet u, beste lezer, dat is dus niet evident. Je fiets rechthouden op meters ijsspiegel. Tot stilstand komen zonder slippen. Terwijl een ijskoude wind je muts afwaait, je tranen instant in ijspegels veranderen en je ook nog eens probeert min of meer op tijd op je bestemming te raken. Afgelopen week was het trouwens weer niet zo eenvoudig. Rukwinden van 100 km per uur. Ik heb ze gevoeld. Heerlijk in mijn rug en récht in mijn gezicht! Maar ook van opzij, en dan is het verdomd moeilijk om niet te gaan zwalpen. Tussendoor waren er ook nog hevige regenvlagen. Dan zie je dus niets op je stalen ros. Ik schrijf het maar eens uit. Want soms heb ik de indruk dat een klein deel van de stadsgenoten vergeet welk weer het is zodra ze in hun auto stappen. En dat levert echt wel gevaarlijke standjes op. Stel: de autoweg is sneeuwvrij, maar het fietspad niet. Dan kan je dus best toch even je rijgedrag aanpassen, voor het geval mijn Indische collega van het fietspad afglijdt. Of: je voelt de wind tegen je wagen beuken. Dan wacht je dus even tot je op ruime afstand voorbij kan steken. Voor het geval mijn kind plots tot in het midden van je rijbaan waait. Eigenlijk eindig ik mijn stukjes altijd op dezelfde suggestie: laten we kijken naar elkaar! Zie de stad. Zie de mensen. Als echte wezens. Dan merk je het vast wel wanneer ze het moeilijk hebben om recht te blijven op hun fiets. Dan besef je: als ik nu door die plas rijdt, heeft mijn stadsgenoot een natte broek. En dan doe je dat dus net NIET. En natuurlijk beste autobesturende stadsgenoot, zie ik als fietser u ook. Als het even veilig kan, maak ik ruim baan. En als we toch aan het kijken zijn, laat ons dan samen genieten van het wonder van sneeuw, van ijs, van hagel. Van onze mooie stad die zoveel gezichten heeft als er dagen zijn in het jaar. En elk gezicht kan je maar één keer per jaar bewonderen. Dus vanaf nu: allemaal stadswatcher!Meer stadswatchers lezen? stadswatcher.wordpress.com!

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer