Direct naar artikelinhoud
AchtergrondWet voor herstellingen

Kapotte wasmachine of broodrooster? Het ‘recht op herstelling’ krijgt meer en meer vorm. Maar de weg is nog lang

Elektrische en elektronische toestellen in het containerpark. Minstens 30 procent van wat we weggooien zou nog te repareren zijn.Beeld Thomas Sweertvaegher

Kapotte wasmachines, vaatwassers en tv-toestellen moeten sinds deze maand makkelijker te herstellen zijn met wisselstukken. Daarmee probeert Europa de wegwerpsamenleving een halt toe te roepen. Toch is er nog veel werk.

Het klinkt vanzelfsprekend. Dat is het allerminst: het recht op herstellingen. Wanneer uw wasmachine de geest lijkt te geven, zou u hem kunnen reanimeren. Zij het door zelf de kast open te schroeven of door een professional in te schakelen. Maar de voorbije decennia maakten producenten het haast onmogelijk om koelkasten, droogkasten of vaatwassers te herstellen. Met alle gevolgen van dien.

Volgens iFixit, een internationale community die handleidingen verzamelt voor herstellingen, is minstens 30 procent van de elektrische of elektronische toestellen die we weggooien nog te repareren. De voorbije jaren groeide de kritiek op producten die niet duurzaam ontworpen werden. Toestellen gaan gemiddeld 20 procent sneller kapot gaan dan 20 jaar geleden.

De oorsprong van de ‘right to repair’-beweging ligt in de Verenigde Staten. Amerikanen vonden het vreselijk vervelend dat ze steeds minder aan hun eigen wagen konden sleutelen. Sinds 2012 moeten autofabrikanten de nodige informatie over hun wagens beschikbaar maken zodat iedereen een minimum aan herstellingen zelf kan doen. Het recht op reparatie groeide in 2016 pas echt uit tot een bekend begrip dankzij landbouwers in de VS. Zij mochten wettelijk gezien hun tractoren niet herstellen.

Minder weggooien

En wat gold voor Amerikaanse tractors, gold de facto ook voor vaatwassers, smartphones en staafmixers. Wie zo’n ding wil herstellen, is afhankelijk van de producent. En die heeft liever dat consumenten een nieuw toestel aankopen dan een oud toestel laten herstellen. Verkoopcijfers gaan nu eenmaal boven duurzaamheid. Een situatie waar de Europese Unie sinds 2017 paal en perk aan wil stellen.

Duurzame elektronica is een belangrijke pijler in de Green Deal van de Europese Unie. “Als we Europa klimaatneutraal willen maken in 2050, dan halen we dat doel niet enkel door het terugdringen van emissies. We moeten ook minder gaan weggooien en verbranden”, zei de Nederlandse Eurocommissaris Frans Timmermans daar eerder dit jaar over.

“Qua principe is het recht op herstellingen eenvoudig”, zegt Rosalie Heens, medewerker bij Repair & Share, een vzw die zich inzet voor kwalitatieve en betaalbare consumentenproducten. In de praktijk is dat een stuk moeilijker. Dat blijkt onder andere uit de nieuwe Europese verordening die begin deze maand in werking trad. “Die Europese wetgeving moet ervoor zorgen dat consumenten gemakkelijker toegang krijgen tot wisselstukken én herstelinformatie van grote huishoudtoestellen zoals vaatwassers, tv-toestellen en koelkasten”, zegt Heens.

Er wordt gewerkt met twee soorten wisselstukken. Ten eerste zijn er de stukken die elke handige Harry kan vervangen. Ten tweede zijn er de stukken die enkel door professionals geplaatst kunnen worden. “In de verordening staat dat lidstaten zelf kwaliteitsvoorwaarden mogen opleggen voor professionele herstellers”, zegt Heens, “indien ze dat niet doen, mogen producenten hun eigen voorwaarden opleggen.” Geen enkele lidstaat heeft zelf een lijst opgesteld. “Daardoor blijven producenten van elektronica enorm veel macht behouden.”

Smartphonelobby

Heens benadrukt dat de stappen die de EU zet heel belangrijk zijn. “Ook al zijn het maar kleine stapjes.” Het volgende dossier op de agenda voor de Europese Unie: duurzame smartphones. En ook dat zal niet makkelijk zijn.

Vorige zomer veroordeelde een Noorse rechter Henrik Huseby, die iPhone-schermen herstelde, tot een schadevergoeding van 23.000 euro. Hij moest ook alle iPhone-schermen, die hij importeerde uit Hongkong, vernietigen. “We vermoeden dat de smartphonelobby zich de komende maanden en jaren serieus zal verzetten tegen ‘right to repair’-regels zoals we die vandaag voor koelkasten kennen”, denkt Heens.