Direct naar artikelinhoud
AchtergrondLopende zaken

Wat Alexander De Croo kan leren uit de zege van Mark Rutte

In navolging van Mark Rutte is team-De Croo druk doende het eigen leiderschap in de markt te zetten.Beeld BELGA

Of je de Open Vld nu met de VVD dan wel met de links-liberale D66 vergelijkt, voor de ­partij van premier Alexander De Croo tonen de Nederlandse verkiezingen een hoopvol resultaat. Wat kan De Croo van zijn zegevierende ambts- en geestesgenoot in Den Haag leren?

Zo aan de oppervlakte bekeken, heeft Mark Rutte nogal een krachttoer klaargespeeld. Zijn VVD wist bij de stembusgang in Nederland niet alleen de grootste partij van het land te blijven, er zat zelfs zetelwinst in. In een tijdperk waarin zittende regeringsleiders vaker wel dan niet afgestraft worden, is dat opmerkelijk. 

Vlak voor de finish diende Rutte dan nog het ontslag in van zijn derde regeringskabinet over de zogenaamde toeslagenaffaire, zonder meer een van de grootste politieke schandalen in Nederland van de afgelopen decennia. Rutte eindigde niettemin als winnaar. Is dat wel zo’n krachttoer? De toeslagenaffaire viseerde bij uitstek armere gezinnen met vaak vreemde roots. Opnieuw blijkt dat de doorsneekiezer er niet erg van wakker ligt als die groep de dupe is. De ironie, of is het cynisme, wil dat de partijen van de politici die de toeslagenaffaire mee blootlegden – CDA (Pieter Omtzigt) en SP (Renske Leijten) – bij de grote verliezers horen. 

Zou het in Vlaanderen anders zijn? Hier konden eerst Maggie De Block (Open Vld) en later Theo Francken (N-VA) populair worden door hun harde taal over de rug van asielzoekers. Ideologisch zit er weinig verschil tussen de Nederlandse en Vlaamse samenleving. Dat maakt de overwinning van Rutte ook voor de partij van de Belgische liberale premier Alexander De Croo interessant. Als de premier tenminste machiavellistisch genoeg durft te zijn om enkele vuistregels toe te passen. 

1. Wees kleurloos blauw

Joost de Vries, adjunct-hoofdredacteur bij het progressieve opinieblad De Groene Amsterdammer, schreef er een boek over: De gelukkigste man van Nederland. Mark Rutte toont een kleurloze variant van blauw.  Rutte is het toonbeeld van de politicus als pragmaticus. Een type dat in onbruik leek te raken, maar nu een kwieke remonte maakt. Rutte ‘belichaamt geen ideaal, geen concreet idee, en is zodoende ook nooit het gezicht van een oplossing die tekortschiet, of een misstand die niet verholpen wordt, of een uitgesproken maatschappelijk idee waarmee je het oneens bent’, schrijft De Vries. 

Rutte buit zijn mentale flexibiliteit goed uit: hij vormde al kabinetten over links en over rechts, en straks mogelijk opnieuw over links. 

Ook De Croo toont die ideologische wendbaarheid. Via zijn stamboom wordt hij tot de donkerblauwe flank gerekend, maar vlot schakelt hij naar een kosmopolitischer register, zoals in zijn feministische boek De eeuw van de vrouw. Tijdens de regeringsvorming was hij de hoop van de N-VA om een rechtse regering te helpen doorduwen, maar zodra de ‘paarse’ voorzitter Gwendolyn Rutten de plaat had gepoetst, koos hij alsnog voor een centrumlinkse ­coalitie om zelf de macht te grijpen. 

Nederland leert: de kiezer straft dat gejongleer niet noodzakelijk af. 

2. Zoek het midden

Misschien wel het belangrijkste inzicht van de Nederlandse verkiezingsnacht is dat het centrum weer terug is. Niet geheel verwonderlijk in een tijd waarin de kiezer het verschil weer herkent tussen beleidsmakers en avonturiers. De tendens waarbij de middenpartijen stilaan leeglopen ten voordele van de radicale alternatieven is ten dele gestuit. Ten dele, want bij elkaar opgeteld staan de drie radicaal- of populistisch rechtse partijen in Nederland (PVV, FvD, JA21) wel op een historisch hoogte­punt. Maar daarnaast is er dus ook weer ruimte voor centrumpolitiek. De links-liberale partijen D66 en Volt halen stemmen weg van stedelijke kosmopolieten bij GroenLinks of zelfs de SP. De VVD is van nature dan wel een rechtse partij, Rutte voerde een echte centrumcampagne zonder ideeënstrijd. 

Ook voor Open Vld ligt de toekomst in het midden. Net als in Nederland ligt dat midden eigenlijk rechts van het centrum. Het verklaart waarom de strijd met de N-VA zo bits verloopt. Ook Bart De Wever heeft zijn oog laten vallen op het rechts-liberale midden. Als grotere partij is de N-VA in het voordeel, maar de Vlaams-nationalisten hebben ook een handicap: ze slepen ook de radicale flank mee, die centrumkiezers juist afschrikt. Tekenend detail: terwijl minister-president Jan Jambon (N-VA) Mark Rutte snel feliciteerde, drukte partijgenoot Theo Francken op Twitter zijn spijt uit dat Thierry Baudet zijn radicaal-rechtse partij niet bij elkaar kon houden zodat hij nog hoger zou scoren. 

Nederland leert: te midden van de radicalisering en versplintering is er plek voor één beleidspartij als baken van rust.

3. Maak van jezelf de inzet

In de strijd om het centrum heeft Open Vld wel één bijzondere troef: het premierschap.  Zeker nu associëren kiezers de regeringsleider sneller met eenheid en zekerheid. Rutte trok naar de kiezer met een avondklok, gesloten horeca en deels gesloten scholen – niet vanzelfsprekend voor een liberaal. Toch won hij. Dat deed hij door zichzelf tot inzet van de verkiezingen te maken. 

De Croo zit op hetzelfde potentieel. Alle verzet tegen het ‘illiberale’ coronabeleid ten spijt, fleurt Open Vld weer wat op in de peilingen. De premier zelf staat op kop in de poppolls. De Croo aarzelt ook niet meer om het coronabeleid zelf in handen te nemen. Leek hij eerst nog op de bagagedrager van zijn ervaren vicepremier Frank Vandenbroucke (sp.a) te zitten, dan bepaalt hij nu zelf het ritme van het beleid. 

De verkiezingen zijn nog ver weg: veel kan elke dag fout gaan. Maar team-De Croo lijkt al druk doende om het eigen leiderschap in de markt te zetten. Weer is Nederland het voorbeeld. Daar profileert Rutte zich behalve als leider ook als gewone jongen, die met de fiets naar het kabinet komt. Ook De Croo flirt graag met die gewoonheid als ‘premier-huisvader’, die één maal in de week de kinderen op school afhaalt. Tot zelfs op Ketnet toe, waar De Croo vorige week nog te gast was, wordt dat imago verzorgd. 

Nederland leert: in crisistijd telt de kanseliersbonus dubbel.