Jasper Stuyven verrast favorieten en wint Milaan-Sanremo
Jasper Stuyven heeft met Milaan-Sanremo zijn eerste Monument gewonnen. Onze landgenoot hield een groep met de sprintende favorieten nipt af. Caleb Ewan strandde op de tweede plaats, Wout van Aert werd derde.
Wout van Aert, Mathieu van der Poel en Julian Alaphilippe. Het podium van de 112de Milaan-Sanremo lag eigenlijk voor de start al vast, enkel de volgorde moest nog bepaald worden. Dat mochten de ‘Grote Drie’ zelf uitvechten op de Poggio. Vuurwerk verzekerd, maar kwam het wel zo ver na bijna 300 kilometer koers over Italiaanse wegen?
Bovengenoemde renners mogen het wielrennen anno 2021 dan wel een ander elan gegeven hebben, Milaan-Sanremo zal toch altijd de koers van het eeuwige wachten blijven. Een kopgroep van acht zonder ronkende namen kreeg al snel een ruime voorsprong. In de achtervolging namen Deceuninck-Quick.Step, Alpecin-Fenix en Jumbo-Visma al snel de touwtjes in handen. Tim Declercq, Senne Leysen en Paul Martens sleurden meer dan 200 kilometer op kop van de meute. Topfavorieten Van Aert, Van der Poel - mét witte broek - en Alaphilippe hielden zich intussen schuil in het peloton.
Met de Capi in zicht ging de nervositeit in het peloton dan toch in stijgende lijn. In gestrekte draf ging het richting Cipressa, maar daar heerste de grote wapenstilstand. Jumbo-Visma legde een strak tempo op in dienst van Wout van Aert, zonder grote slachtoffers.
Het moest dan maar op de Poggio gebeuren. Na het versmachtende tempo van INEOS Grenadiers probeerden Alaphilippe en Van Aert het wel, maar geen van beiden geraakten van een beresterke Caleb Ewan af. Met een dozijn doken ze afdaling in. Op het einde van de afzink voelde Jasper Stuyven zijn moment gekomen. Onze landgenoot profiteerde van het getwijfel tussen de favorieten en nam al snel een kleine voorsprong. Stuyven kreeg nog het gezelschap van Soren Kragh Andersen, maar de Deen bleek de ideale metgezel. Stuyven hield de sprinters net af. Ewan strandde op plaats twee, Van Aert mocht als derde mee op het podium.
