‘Na twintig jaar lachen ze niet meer met ons’

DOEL EN DE ANTWERPSE HAVEN 'Er zijn weinig dossiers waarin de overheid haar eigen regels zo flagrant heeft overtreden als in dat van de havenuitbreiding op de linkeroever.' © BelgaImages

Kan één burger de expansiedrift van de Antwerpse haven indijken? Historicus Jan Creve lijkt goed op weg om met de actiegroep Doel 2020, die in 2017 twintig jaar bestaat, zijn slag thuis te halen: het gedoemde polderdorp kan misschien toch gered worden.

Was de jonge historicus Jan Creve in 1986 niet vanuit het verre Temse op zoek gegaan naar een locatie voor zijn huwelijksfeest in de Waaslandpolders, dan zou Doel wellicht al van de kaart zijn geveegd. Creve vond in de buurt van het polderdorp een leegstaande hoeve, die als café Het Oud Hoefijzer staat afgebeeld op kaarten uit de achttiende eeuw. ‘Je zag daar toen niets van de haven’, vertelt hij. ‘Overal om je heen zag je alleen maar polderland, dat gedeeltelijk verwilderd was. Een uitzonderlijk mooie omgeving.’

Een jaar eerder was de hoeve leeg komen te staan, nadat de eigenaars zich door de overheid hadden laten uitkopen. Ze hadden geen opvolgers, zoals veel oudere boeren in de streek. Verkopen kwam hen goed uit. Vanaf eind jaren 1960 begon de Antwerpse haven in de Waaslandpolders woningen op te kopen, met het oog op de uitbreiding van haar activiteiten op de linkeroever van de Schelde. Door de aanleg van het Baalhoekkanaal wilden de havenbonzen ook de rivierbocht afsnijden. Maar de oliecrisis van 1973 en de daaropvolgende economische crisis doorkruisten hun plannen en het kanaal kwam er niet.

De opgekochte woningen werden vanaf eind jaren zeventig via een ‘gebruikscontract’ ter beschikking gesteld van geïnteresseerden. Het contract bood de huurder volgens Creve geen enkele garantie, ‘maar de ongeschreven regel was dat er zonder dwingende noodzaak geen druk op de bewoners werd gelegd’. Met zo’n gebruikscontract trok Creve de boerderij in waar hij was getrouwd. Alleen in de stal lag waterleiding, het toilet was een plank met een gat in. Hij stroopte de mouwen op om de vervallen historische hoeve weer leefbaar te maken. Bij werken in zijn serre stootte hij op pijlen van kruisbogen en loodzware kogels van scheepsgeschut, mogelijk relicten van de Tachtigjarige Oorlog in wat toen nog de Nederlanden heette (1568-1648). Een deel van zijn muren is verbouwd met gele bakstenen die indertijd gebruikt werden als ballast voor schepen.

Geschiedenis en nostalgie zijn nooit ver weg in de verhalen van Jan Creve, die al dertig jaar lesgeeft aan de Broederschool in Sint-Niklaas. ‘De streek had een authenticiteit, een historische en ecologische ongereptheid die je in Vlaanderen nergens meer vond’, zegt hij. ‘Het was hier ook een bijzondere gemeenschap, iedereen kende iedereen. De boer in wiens boerderij ik was terechtgekomen, kwam wekelijks over de vloer. Maar we merkten snel dat we alert moesten zijn. De economische crisis die de regio had gevrijwaard van wilde industriële plannen, zou niet eeuwig blijven duren.’

Verrebroekdok

Vanaf 1990 organiseerde Creve zich met een aantal medestanders in een actiecomité: Polders In Nood (PIN). Het verzette zich – vruchteloos – tegen de plannen voor het Verrebroekdok, dat evenwel nooit helemaal werd afgewerkt. ‘Het dok is nu interessanter voor lepelaars en andere vogels dan voor de haven’, schampert Creve. ‘Het werd gegraven zonder enige afweging over de leefbaarheid van de polderdorpen. We hadden toen nog geen ervaring met procedures, maar het was een interessante leerschool.’

Na de bouw van het dok haakten de meeste medestanders af, maar Creve ging door. Samen met CVP-senator en geboren Waaslander Ferdinand De Bondt richtte hij in 1997 Doel 2020 op, nadat de plannen voor de aanleg van het Deurganckdok waren bekendgemaakt. Volgens die plannen zou het dorp Doel helemaal verdwijnen. Creve vond ook een strijdgenoot in de Vlaams-nationalistische jurist Matthias Storme. Zo kreeg Doel 2020 vanaf het begin een stevige politieke en juridische ondersteuning.

‘Velen van ons hadden een achtergrond in de Vlaamse Beweging’, legt Creve uit. ‘Maar we wilden verder kijken dan die beperkte maatschappijvisie. Identiteit is ook wat je in je omgeving terugvindt: landschap, ecologie, economie, kleine dorpen. Wij stelden vragen over de plaats van het historisch landschap in de ontwikkeling van een streek, over hoever economische belangen kunnen opwegen tegen die van een lokale gemeenschap, over het functioneren van de rechtsstaat. Er zijn weinig dossiers waarin de overheid haar eigen regels zo flagrant heeft overtreden als in dat van de havenuitbreiding op de linkeroever.’

In 2000 haalde het actiecomité Doel 2020 tot verbazing van velen zijn eerste slag thuis: de Raad van State vernietigde de plannen voor het Deurganckdok en maakte van Doel officieel weer woongebied. ‘Niet veel later was het gedaan met het ter beschikking stellen van uitgekochte huizen’, vertelt Creve. ‘Doel stond weer als woongebied op de kaart, maar iedereen moest weg, hoewel honderden mensen er wilden wonen, onder meer werknemers van de haven en de kerncentrale. De overheid begon aan een verrottingsstrategie: de huizen en het dorp werden overgelaten aan rovers en vandalen. Doel liep geleidelijk leeg. Nu woont er nog slechts een twintigtal mensen, die wel heel vastberaden zijn.’

Fernand Huts

Ook voor Creve zelf werd de sfeer grimmiger. De Maatschappij Linkerscheldeoever, die tegenwoordig het beheer van de onteigende huizen waarneemt, begon op de man te spelen om het verzet te kraken. De voorbije tien jaar ondernam ze de ene poging na de andere om Creve via juridische weg uit zijn huis te zetten. De druk werd zo groot dat de buren van Creve intussen allemaal vertrokken zijn. Hun huizen werden ingenomen door jonge krakers. In 2012 wierpen Creve, zijn kinderen en enkele medestanders zelfs een wegversperring in de straat op om te vermijden dat ze manu militari uit hun huis werden gezet. Met succes: om erger te voorkomen, bliezen de autoriteiten de actie af.

Creve is natuurlijk een en ander gewend. Als jongeman nam hij deel aan geruchtmakende acties van de extreemrechtse Vlaamse Militanten Orde (VMO), die in 1983 als privémilitie verboden werd. Dat verleden heeft hij afgesloten, maar het woord ‘militant’ sluipt wel nog geregeld in zijn taalgebruik. ‘Doel 2020 was bij zijn ontstaan schatplichtig aan contacten binnen de Vlaamse Beweging, maar het netwerk werd snel uitgebreid’, vertelt hij. ‘Er kwam samenwerking met boerenorganisaties en milieuverenigingen. We opereren nu in een breed kader, wat blijkt uit de steunbetuigingen die we uit heel Vlaanderen en zelfs Nederland ontvangen. Zo krijgen we ook veel informatie binnen en kunnen we financieel het hoofd boven water houden. We hebben al tussen 80 en 100 juridische procedures gevoerd. Dat kost een smak geld.’

Er wordt gefluisterd dat havenbons Fernand Huts van Katoennatie een discrete financier van Doel 2020 is. Huts is een bekend tegenstander van een verdere uitbreiding van de haven, onder meer vanwege de extra verkeersoverlast. Maar Creve ontkent dat. ‘Huts is wel een belangrijke speler in het veld. De acties die hij de voorbije jaren in en rond Doel heeft opgezet, waren cruciaal voor de beeldvorming. Doel is niet langer gewoon dat verloederde dorp in de Waaslandpolders, dat in het weekend ramptoeristen aantrekt. Doel is een symbool geworden. Een symbool van de bitse strijd tussen een bevolking en haar arrogante overheid.’

Saeftinghedok

Zijn juridische successen had Doel 2020 vaak te danken aan de samenwerking met de milieubeweging. De procedures tegen het Deurganckdok werden gewonnen aan de hand van de Europese regelgeving over natuurcompensaties: als waardevolle natuur wordt opgeofferd voor infrastructuur- en andere werken, moet er nieuwe natuur komen.

Dat concept vormt ook de basis van de – voorlopig succesvolle – procedures tegen het Saeftinghedok, het nieuwste project van de Antwerpse haven, dat letterlijk boven op Doel moet komen. ‘Maar in 2002 speelden de havenautoriteiten het fragiele verband tussen Doel 2020 en de milieubeweging uit elkaar’, stelt Creve. ‘Ze kochten de milieubeweging weg met beloftes over nieuwe natuur. Het pas opgerichte Natuurpunt ging daarin mee, zonder veel aandacht te hebben voor de geschiedenis van de regio. Het verklaart waarom ze in de streek vijandig staan tegenover Natuurpunt. De bewoners voelen zich verraden door de natuurvereniging.’

De laatste jaren kan Creve van bij hem thuis de haven zien oprukken. Zijn boerderij dreigt omsingeld te worden door dokken, kranen en containerparken. Vanuit zijn boomgaard wandelt hij zo het unieke natuurgebied Putten Weiden in, een brakwaterkwelder zoals er in Vlaanderen geen twee zijn. Helaas ligt het in de weg van de havenbonzen, zodat het moet verdwijnen. ‘Ik ben vooral geschokt door de brutaliteit waarmee men hier een streep trekt door honderden jaren geschiedenis’, zegt hij. ‘Gelukkig vindt Europa dat ook. Het Europees Hof van Justitie heeft recent geoordeeld dat het niet kan dat waardevolle natuur zomaar vervangen wordt.’

Naar China

Het Deurganckdok is er uiteindelijk toch gekomen, met een nooddecreet van de Vlaamse regering. ‘De overheid is nietsontziend’, zegt Creve. ‘De arrogantie van de macht en van de aannemers en andere personen die tegen haar aanschurken, is stuitend. Ik betreur dat, maar het verandert niets aan mijn engagement. Voor mij geldt de fameuze slagzin, oorspronkelijk in het Frans, die wordt toegeschreven aan de zestiende-eeuwse Willem de Zwijger: “Het is niet nodig te hopen om iets te ondernemen, noch te slagen om te volharden.”‘

Toch lijkt er de laatste tijd iets te veranderen. De plannen voor het Saeftinghedok zijn terug naar af. ‘De sfeer is anders’, ervaart Creve. ‘Voor het eerst in twintig jaar wordt er naar ons geluisterd door mensen van de andere kant, de haven en de administratie. Er is plots ruimte voor oplossingen voor prangende problemen, zoals de veiligheidssituatie in Doel, en voor alternatieven voor het Saeftinghedok, zoals het inbreiden: het vinden van extra containercapaciteit binnen de bestaande haveninfrastructuur. We hebben uiteraard niet de garantie dat het geen zand in de ogen strooien is, maar vroeger lachten ze ons gewoon uit, nu niet meer. En ik heb het gevoel dat de betrokken ambtenaren het ernstig menen.’

De havenautoriteiten, inbegrepen de Antwerpse havenschepen Marc Van Peel (CD&V), blijven wel hameren op de noodzaak van het Saeftinghedok. ‘Ze leren niets uit het verleden’, oordeelt Creve. ‘Ze blijven steken in economische recepten van halverwege de vorige eeuw. Ze willen niet zien dat de situatie drastisch verandert, dat er druk komt op de wereldwijde containervaart. Ze reizen naar China om te gaan praten met de staatsrederij van de Communistische Partij, en komen dan hier vertellen dat China vragende partij is voor het Saeftinghedok. Terwijl er volwaardige alternatieven zijn voor dat dok, die bovendien véél goedkoper zijn.’

Oradour-sur-Glane

Wat moet er worden van Doel, als het dorp toch niet zou verdwijnen? Milieujurist Hendrik Schoukens (UGent) breekt een lans voor het behoud van Doel in zijn huidige afgetakelde staat, een beetje zoals het Franse dorp Oradour-sur-Glane waarvan de bewoners in de Tweede Wereldoorlog door het Duitse leger zijn uitgemoord, en dat als monument bewaard is gebleven.

Jan Creve spreekt zich voorlopig niet uit over de toekomst: ‘Het is niet alleen aan ons om te beslissen wat er met Doel gebeurt. Door zijn unieke ligging aan de Schelde biedt het wel veel mogelijkheden. Je zou bijvoorbeeld een watertaxidienst naar Antwerpen kunnen organiseren. Als de Vlaamse overheid dat potentieel in rekening zou brengen, zou de economische meerwaarde van het dorp een stuk groter zijn.’

Doel 2020 staat ondertussen model voor actiecomités overal te lande. ‘Wij krijgen regelmatig mensen van bewonersverenigingen en actiecomités uit heel Vlaanderen over de vloer’, beaamt Creve. ‘Ze weten vaak niet hoe procedures werken en hoe ze gebruik kunnen maken van hun rechten als burger. Maar ze beseffen dat er veel mogelijk is als je een mastodont als de haven op de knieën kunt krijgen. Ik zou me ook met een gerust gemoed kunnen terugtrekken uit Doel 2020. De volgende generatie militanten staat klaar: jongeren die niets anders gekend hebben dan heibel met deurwaarders, politie en juridische procedures. Ze zijn dus een en ander gewend. In tegenstelling tot wat sommigen denken, is Doel 2020 geen eenmansoperatie.’

Door DIRK DRAULANS, foto LIES WILLAERT

‘Velen van ons hadden een achtergrond in de Vlaamse Beweging. Identiteit is ook: landschap en ecologie.’

‘De havenautoriteiten blijven steken in de vorige eeuw. Ze willen niet zien dat er druk komt op de wereldwijde containervaart.’

‘De volgende generatie voor Doel 2020 staat klaar: jongeren die niets anders gekend hebben dan heibel met deurwaarders, politie en juridische procedures.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content