De afgelopen maanden zijn vier geradicaliseerde minderjarigen opgepakt, nadat ze plannen maakten om een gewelddadige aanval te plegen. “Eén van hen had een machete gekocht”, aldus Justitieminister Vincent Van Quickenborne (Open VLD).

Radicalisering bij minderjarigen is een fenomeen dat de veiligheidsdiensten zorgen baart. In Eupen werden in november vorig jaar twee minderjarigen opgepakt die vergevorderde plannen hadden om een politiekantoor aan te vallen. “Sindsdien zijn er nog vier minderjarigen opgepakt, omdat ze de intentie hadden om een gewelddadige actie te plegen”, zo vertelde Van Quickenborne maandagavond in het VTM-nieuws.

Volgens onze informatie gaat het om vier jongeren uit Brussel en Bergen. De jongste was zestien jaar, de oudste nog net geen achttien jaar. Ze werden opgepakt in januari en februari, en voor de jeugdrechter gebracht. Allevier werden ze naar een gesloten jeugdinstelling gestuurd.

De vier vormden niet één groep, of een cel. Ze radicaliseerden elk afzonderlijk, zonder dat er een één grote ronselaar achter zat.

Eén van de tieners had zich een machete aangeschaft. Een tweede probeerde messen te kopen. De veiligheidsdiensten grepen in voor duidelijk werd wat er daar mee aangericht zou worden.

De vier komen niet uit geradicaliseerde, bekende families. Ze zaten veelal vereenzaamd thuis, en vonden de haatpropaganda in afgesloten groepen. De moord op de Franse leraar Samuel Paty, en de Mohammedcartoons zouden bij hun radicalisering een sleutelrol gespeeld hebben.

“Gelukkig hebben onze veiligheidsdiensten op tijd ingegrepen. Maar het is verontrustend dat bij minderjarigen dergelijke fenomenen opduiken”, aldus Van Quickenborne.

(cel)