Direct naar artikelinhoud
AchtergrondCoronacrisis

‘We kunnen echt in de gevarenzone komen’: dit zijn de cijfers die het Overlegcomité doen schakelen

Een afdeling intensieve zorg in Marche-en-Famenne.Beeld Photo News

Het Overlegcomité komt morgen bijeen en verschillende experts roepen op om strengere maatregelen te nemen. Maar hoe slecht zijn de cijfers nu eigenlijk?

In hoeverre verschillen de cijfers van de modellen van enkele weken geleden?

Op de persconferentie in aanloop naar het Overlegcomité van 26 februari liet premier Alexander De Croo (Open Vld) zich vergezellen door viroloog Steven Van Gucht en biostatisticus Niel Hens (KU Leuven). Die laatste presenteerde enkele mogelijke toekomstscenario’s, op basis van de data over de Britse variant die toen beschikbaar was. Tot nu toe volgden de hospitalisatiecijfers vrij nauwkeurig de curve die ervan uitging dat de Britse variant 50 procent besmettelijker zou zijn. Nu gaan we daar echter duidelijk boven. Terwijl het model een piek aan hospitalisaties van rond de 200 voorspelde, haalden we vandaag maar liefst 282 nieuwe ziekenhuisopnames. “Natuurlijk kan het een uitschieter zijn, op dinsdag halen we altijd hogere cijfers. Maar dit is toch wel erg hoog, en het aantal ziekenhuisopnames is toch al een hele tijd aan het stijgen. Als dat verder stijgt, komen we echt in de gevarenzone", zegt viroloog Steven Van Gucht. 

Sinds de modellen opgesteld werden, is er namelijk wel wat veranderd. Zo loopt de vaccinatiecampagne een stuk minder voortvarend dan gepland, waardoor het verwachte vaccinatie-effect langer op zich laat wachten. Ook voerde de regering enkele versoepelingen door, zoals de buitenbubbel van 10 en meer les op de campus in het hoger onderwijs. Daar komt nog bij dat de modellen alleen rekening met de hogere besmettelijkheid van de Britse variant, en niet met de hogere ziektelast ervan. Een nieuwe studie uit Nature toont zelfs aan dat de Britse variant de kans op overlijden met 55 procent zou verhogen. Op dit moment werken de biostatistici aan nieuwe modellen, waarin die bijkomende informatie verwerkt zit. 

Hoe verhouden de huidige cijfers zich tot de tweede golf?

Het aantal besmettingen verdubbelt op dit moment om de veertien dagen. Tijdens de tweede golf was dat om de week, in de eerste golf verdubbelde het aantal besmettingen voor een korte periode zelfs om de drie dagen. De opmars van de epidemie gaat dus gestager. Dat valt enerzijds te verklaren door de verhoogde immuniteit bij de bevolking, zowel door vaccinaties als door mensen die het virus al hebben opgelopen. Een andere reden is dat we al maandenlang met strenge maatregelen zitten, waardoor er veel minder dichte contacten plaatsvinden dan bijvoorbeeld in september. 

Het verschil met de vorige golf is dat we op een veel hoger niveau gestart zijn. We kwamen uit de zomer met nauwelijks 500 bevestigde gevallen per dag. Sinds het einde van de tweede golf schommelen we echter al maandenlang rond de 2.000 besmettingen per dag. “Sinds januari zitten we nu op een vijfde opwaartse golf. Alleen kwam er na de vorige stijgingen telkens een daling, waardoor het weer compenseerde. Maar na de stijging eind februari zagen we slechts een vijftal dagen vertraging, waarna de cijfers verder omhooggingen. Het lijkt dus een rustige wandeling, maar die gaat wel degelijk richting een piek", zegt Molenberghs. Ook de positiviteitsgraad blijft verder stijgen. Inmiddels bedraagt die 7,5 procent, wat iets hoger is dan begin oktober. “We horen zelfs uit bepaalde eerstelijnszones dat de positiviteit 15 procent bedraagt. Dat zijn toch signalen die doen denken aan de tweede golf", zegt Molenberghs. 

Hoe snel rukken de varianten op?

“Op dit moment is de Britse variant goed voor 82 procent van de nieuwe besmettingen”, zegt Wenseleers, die de opmars van de Britse variant in kaart brengt. “De opmars is wel trager dan initieel voorzien. Volgens onze voorspellingen van begin januari zou de Britse variant nu voor 99 procent van de nieuwe besmettingen zorgen. Maar sinds eind februari kent die opmars een vertraging, al verschilt het regionaal. In steden als Leuven bedraagt de Britse variant slechts 65 procent, in Bergen dan weer 97 procent. Hoe dat komt, kunnen we op dit moment niet precies zeggen.” De eveneens besmettelijkere Zuid-Afrikaanse en Braziliaanse varianten worden evenzeer op elk 5 procent geschat op dit moment. Samen zijn de drie varianten dus goed voor 90 procent van de besmettingen.

Zien we de stijging al afnemen? 

Gisteren steeg het aantal besmettingen nog met 42 procent, vandaag met 41 procent. De stijging van de besmettingen versnelt dus voorlopig niet. “Maar het zou heel gevaarlijk zijn om daaraan veel gewicht te geven", zegt Van Gucht. “Over de langere termijn zien we wel degelijk een duidelijke stijging. Het zou perfect kunnen dat die stijging weer toeneemt over een aantal dagen.” Bovendien zijn we ook met een dalend stijgingspercentage nog niet thuis, want dat betekent nog steeds dat het aantal besmettingen omhoog gaat. “Dan gaan we waarschijnlijk nog steeds naar een niveau van 7.500 besmettingen per dag. En dan komt het cijfer van 800 tot 900 opnames op intensieve zorg toch weer in zicht. Hoe precies we nu op de curves van de modellen zitten, is dan ook minder relevant. De stijging op zich baart me al zorgen", zegt Molenberghs.