Direct naar artikelinhoud
AchtergrondFraude met coronasteun

Hoe duizenden Belgische bedrijven coronasteun misbruikten: ‘Ik draai mee in een frauduleus systeem’

Fraude met coronasteun.Beeld KAAN

Tijdelijk werkloos en toch verder moeten werken? Ons land haalde de bazooka boven om bedrijven en werknemers te redden toen de coronacrisis losbarstte. Maar dat heeft haast onvermijdelijk fraude met zich meegebracht. 

Machteloos voelt Matthias* zich. De dertiger is al meer dan tien jaar bij een uit de kluiten gewassen Vlaamse kmo  aan de slag, maar voelt nu alsof hij geen kant meer op kan. Sinds de start van de coronacrisis wordt hij gedwongen fulltime te werken, terwijl hij deeltijds op tijdelijke werkloosheid staat. “Ik draai buiten mijn wil mee in een frauduleus systeem”, zegt hij. “En ik geraak er niet uit.”

Bij het begin van de eerste lockdown vorig jaar vroeg zijn bedrijf aan hem, net als aan zowat alle andere collega’s, om nog maar drie dagen per week te werken. Op de andere dagen zouden ze wel stand-by zijn voor dringende telefoons. “Dat vond ik redelijk. De economie viel stil, elk bedrijf had het moeilijk.”

Alleen, beetje bij beetje, bleek dat er op die dagen van tijdelijke werkloosheid steeds meer van Matthias en zijn collega’s verwacht werd. Ook toen de eerste lockdown voorbij was en hij nog steeds op tijdelijke werkloosheid stond. “Onze projecten liepen gewoon door. En zonder het expliciet te zeggen ging iedereen in het management er haast van uit dat we vijf dagen op vijf werkten.” 

Toen hij tijdens de tweede lockdown meer uitleg vroeg, was zijn overste voor het eerst duidelijk: jullie werken voltijds, maar dan niet officieel. “Het hogerop aanklagen? Dan kreeg ik indirect te horen dat het mijn job zou kunnen kosten”, zegt Matthias. “En stoemelings was ik in deze situatie terechtgekomen.”

Administratief in orde

Bij Bart*, die werkt als kapper, ging het minder geleidelijk. Hij kreeg afgelopen zomer plots een mail van de vakbond, met de melding dat zijn uitkering van tijdelijke werkloosheid in orde was en dra zou worden uitbetaald. “Ik viel uit de lucht. Ik had net een volledige maand gewerkt.” 

Hij ging bij zijn baas verhaal halen. “Die deed er heel luchtig over: ‘Oei, had ik je dat niet verteld?’ Hij kwam met een uitleg dat alles wel min of meer administratief in orde was. Het inkomensverlies dat ik leed, paste hij cash bij. Ik maakte hem duidelijk dat hij niet nog eens moest proberen.” 

Toch lapte zijn baas het hem de maand nadien opnieuw, en keek Bart opnieuw aan tegen een aantal dagen tijdelijke werkloosheid hoewel hij gewoon gewerkt had. “Achteraf probeerde mijn baas zich er nog vanaf te maken door te zeggen dat ik die dagen zogezegd vakantie had genomen. Maar als ik werk, dan werk ik. En als ik op technische werkloosheid sta, dan sta ik op tijdelijke werkloosheid. Zo simpel is het. Als de inspectie hier op uitkomt, ben ik gezien.”

De overheden in ons land, zowel Vlaams als federaal, zijn bijzonder gul geweest in het uitdelen van coronasteun. De cijfers doen duizelen. Vorig jaar ging er 4 miljard euro naar tijdelijke werkloosheid en 3,3 miljard aan overbruggingskrediet, de werkloosheidsuitkering voor zelfstandigen. Daarbovenop gaf Vlaanderen nog eens voor 1,9 miljard euro aan noodpremies aan ondernemingen.

Snelle uitbetaling

Omdat de economie bruusk tot stilstand kwam, moesten bedrijven en werknemers koste wat het kost beschermd worden. Beter één onderneming onterecht geld toestoppen, dan één die onterecht kopje-onder zou gaan, was de redenering. De nadruk lag op een snelle uitbetaling, wat vaak ook lukte. Twee dagen na een aanvraag stond de Vlaamse premie vaak al op de bankrekening van de onderneming. Daarvoor werd ook de controlestrategie aangepast. In plaats van op voorhand na te kijken of een aanvraag wel conform is, gebeurt de inspectie pas achteraf.

Maar hoe fraudegevoelig is die steun gebleken? Volgens eerdere berekeningen van data-analist Graydon, eind vorig jaar, wordt 5 tot 10 procent van de coronasteun oneigenlijk toegekend. Het gaat dan om steun aan spookbedrijven, of aan bedrijven die het profiel hebben frauduleus of crimineel te zijn. “Let op, dat zijn de maximale schattingen”, zegt Eric Van den Broele van Graydon. “Maar het is voor de overheden moeilijk om alles te detecteren.”

De manieren om te sjoemelen zijn divers, en zitten niet enkel bij de tijdelijke werkloosheid, zo blijkt uit een rondvraag van deze krant bij boekhouders, fraude-inspecteurs en kabinetten. Zo werd er onder meer geknoeid met de NACE-codes om aanspraak te kunnen maken op de Vlaamse hinderpremie. Die codes, die identificeren welke activiteit een bedrijf juist uitvoert, werden aangepast zodat een bedrijf plots wel viel onder een sector die moest sluiten. Een voorbeeld: een bouwbedrijf werd geregistreerd als café en diende op die manier 23 aanvragen in voor de Vlaamse hinderpremie. De Tijd berichtte eerder deze maand over de praktijk.  

Schuiven met data van facturen

Elders werd geschoven met data van facturen, om zo de maandomzet kunstmatig laag te houden, een ander criterium om Vlaamse premies te krijgen. Tegelijk werden heel wat slapende vennootschappen tot leven gewekt. Met het juiste NACE-nummer konden ze een Vlaamse premie aanvragen, of op het federale overbruggingsrecht aanspraak maken. Managers die zich via een vennootschap laten betalen, vroegen via die weg ook premies aan, hoewel ze er niet per se recht op hadden.

Hierboven gaat het in de eerste plaats om boekhoudkundige ingrepen, die de staat potentieel handenvol geld kosten. Bij fraude met de tijdelijke werkloosheid wordt ook het eigen personeel mee in bad getrokken. In grote lijnen hebben de inspecteurs drie vormen van fraude kunnen vaststellen, zegt Kevin Florizoone, directeur van de Centrale Controledienst bij de RVA. In een aantal bedrijven moesten werknemers simpelweg verder werken, zoals Bart en Matthias. In andere gevallen werden mensen op tijdelijke werkloosheid gezet, maar werd hun job uitgevoerd door externen: interimmers, flexi-jobbers, freelancers of studenten. Tot slot waren er ook nog mensen die een uitkering van tijdelijke werkloosheid onterecht met een ziekte-uitkering of een ander inkomen probeerden te combineren. Maar die laatste vorm van fraude komt minder voor.

De controledienst van de RVA voerde vorig jaar in totaal 26.000 onderzoeken uit naar misbruik van tijdelijke werkloosheid, goed voor 8.000 gevallen van fraude. Daarbij liepen 3.000 werkgevers tegen de lamp, of zo’n 2 procent van het totaal van 150.000 ondernemingen die het voorbije jaar tijdelijke werkloosheid aanvroegen. De controles zijn nog volop aan de gang. “Er zullen de komende maanden nog bijkomende inbreuken worden vastgesteld, dankzij het uitgebreid onderzoekswerk van onze sociaal inspecteurs”, legt Florizoone uit. Over hoeveel geld er werd teruggevorderd zijn er op dit moment nog geen cijfers publiek beschikbaar. 

Toch blijft de vraag of de overheid alle gevallen kan detecteren. De manier van werken die zowel bij Bart als Matthias werd toegepast, komt wel vaker terug: de werkgever laat zijn personeel een hele maand werken en pas helemaal op het einde worden de dagen van tijdelijke werkloosheid retroactief ingevuld. Op die manier wordt fraude opsporen moeilijk, geven ook inspecteurs toe. 

Verschil in inkomensverlies bijpassen

“De strategie werkt dubbel”, bevestigt slachtoffer Matthias. “Als er inspectie langs zou komen is altijd alles in orde, want er is geen sprake van tijdelijke werkloosheid. Omgekeerd nemen ze mij als werknemer in de tang. Ik kan op geen enkele dag zeggen: trek jullie plan, ik werk vandaag niet, ik sta op tijdelijke werkloosheid. Zo word ik gedwongen hierin mee te stappen. Het is dat gevoel dat ik het meeste haat. Ik kan niet meer beslissen wat ik zelf doe. Mijn werkgever heeft toch geen macht over mij op de dagen dat ik niet in dienst ben?”

Het protest bij de werknemers wordt vaak gesmoord door het verschil in inkomensverlies bij te passen. De tijdelijke werkloosheid bedraagt in principe 70 procent van het loon. Bart kreeg het resterend bedrag in het zwart door zijn baas betaald, Matthias kreeg van zijn werkgever een premie. Via perfect legale weg overigens. De overheid heeft het mogelijk gemaakt dat bedrijven hun werknemers op tijdelijke werkloosheid een extraatje kunnen geven om het inkomensverlies goed te maken. Toch pakt de baas van Matthias ook daar winst op de kap van de overheid – de tegemoetkoming is vrijgesteld van sociale bijdragen.

Het is overigens niet zo dat het bedrijf van Matthias in slechte papieren zit. “Ik heb het even nagegaan, maar onze omzet voor 2020 was gelijkaardig aan andere jaren”, zegt hij. “Zij moeten nogal een jaar gedraaid hebben, met fors lagere personeelskosten. Mogelijk hebben ze zo wel de verliezen van de zusterbedrijven in onze buurlanden goedgemaakt.”

Intussen hebben de inspectiediensten niet stilgezeten. De controles op de uitgekeerde premies gebeuren nog volop. Op Vlaams niveau werd het aantal inspecteurs bij Vlaio, het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen, verdubbeld van 11 naar 21. De samenwerking met het federale niveau wordt verder aangehaald. 

Concreet antifraudeplan

Vlaams minister van Werk Hilde Crevits (CD&V) wil de komende dagen uitpakken met een concreet antifraudeplan, waarbij flagrante inbreuken ook effectief bestraft worden. Intussen werd wel al 48 miljoen euro teruggevorderd in 6.000 dossiers, maar slechts in een minderheid van de gevallen volgt ook een boete of een sanctie. 

“Ook wij zijn nog wel even bezig”, zegt Florizoone van de RVA. Op federaal niveau werd geen extra mankracht bijgezet. Toch maakt Florizoone zich sterk dat zijn diensten elk bedrijf dat tijdelijke werkloosheid inroept tegen het licht houdt. “We voeren onze controles heel gericht uit”, zegt hij. “Via verschillende gegevenskruisingen van zowel interne als externe databanken selecteren we dossiers, die we dan verder onderzoeken. Bij elke gegevenskruising nemen we steeds alle werkgevers en werknemers op die een beroep hebben gedaan op tijdelijke werkloosheid.” Naast datamining starten veel onderzoeken op op basis van klachten van burgers en andere bedrijven. Ook werkt de controledienst van de RVA nauw samen met andere federale en Vlaamse inspectiediensten en de politie. 

Federaal minister van Werk Pierre-Yves Dermagne (PS) blijft achter de aanpak van ruimhartige premies staan. “Onze sociale zekerheid heeft als schokdemper gewerkt”, zegt hij. “Maar net daarom is de controle op sociale fraude en het sanctioneren ervan belangrijk vandaag. Misbruik ondergraaft de solidariteit die ons beschermt.”

Bart heeft intussen ontslag genomen in de kapperszaak waar hij werkte en hoopt straks op zelfstandige basis een doorstart te maken. Matthias werkt nog steeds voor hetzelfde bedrijf, maar is druk aan het solliciteren. Hij heeft het helemaal gehad, na jaren trouwe dienst. “Dat is misschien nog het enige lichtpunt. Ik word nu gepusht om andere oorden op te zoeken. Misschien was ik daar wel aan toe.” 

* Beide getuigen verkozen anoniem in de krant te komen.