Direct naar artikelinhoud
AnalysePolitiek

Onenigheid over scholensluiting toont coronafalen N-VA

Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) en minister-president Jan Jambon (N-VA) tijdens een plenaire sessie in het Vlaams Parlement.Beeld BELGA

Het onderwijs openhouden, dat was hét strijdpunt van de N-VA. De manier waarop die kwestie deze week in chaos ontaardde, illustreert hoe de partij van Ben Weyts en Jan Jambon worstelt met de coronacrisis. 

Scholen open of toe? Als er één thema is waar de N-VA zich op profileerde tijdens de hele coronacrisis, dan wel het onderwijs. Vlaams minister Ben Weyts (N-VA) ging telkens op de barricaden staan om de kinderen niet thuis te laten zitten. 

Met zijn rechtlijnige houding oogstte Weyts breed respect. Hij had oprecht oog voor het lot van de kinderen, in het bijzonder voor de sociaal kwetsbaren die het meest te lijden hebben onder de leerachterstand. Tegelijk stelde hij ouders gerust die huiverden bij het idee opnieuw wekenlang te moeten telewerken met kinderen in huis. Ondernemers van hun kant knikten instemmend, omdat ze voor de volle honderd procent op hun werknemers konden blijven rekenen.

Alleen, van die standvastigheid blijft vandaag maar weinig over. Toen het Overlegcomité besliste de lagere en middelbare scholen te sluiten, beet Weyts eerst nog van zich af. “De scholen sluiten, maar de IKEA openhouden. Dat is niet mijn wereldbeeld”, zei hij. Toen hij ’s avonds in overleg met de bonden moest beslissen of er nog afstandsonderwijs georganiseerd moest worden, ging hij overstag: de paasvakantie werd simpelweg een week langer, de (online) lessen geschrapt. Kregen de leerlingen dan geen prioriteit meer? Zelf wijst hij de federale regering met de vinger. Door hun communicatie ging iedereen uit van extra vakantie en was het tij niet meer te keren.

Kleuters

Als het over de kleuterscholen ging, was de lijn al helemaal zoek. Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) was na het Overlegcomité trots die te kunnen openhouden, maar Weyts riep dezelfde dag nog de ouders op om hun kinderen thuis te houden. Vrijdagochtend, toen de koepels hadden beslist de deuren te sluiten, riep hij dan weer de scholen op toch zoveel mogelijk opvang te voorzien. Verwarrende signalen voor veel ouders die in allerijl opvang zoeken voor hun kinderen. “Dit is niet voor herhaling vatbaar”, klinkt het afgemeten bij de coalitiepartners in de Vlaamse regering.

Van bij het begin van de coronacrisis hebben de Vlaams-nationalisten het moeilijk om de juiste toon te vinden. Als federale oppositiepartij proberen ze garen te spinnen bij de kritiek op het coronabeleid waarvan premier Alexander De Croo (Open Vld) het gezicht is. Die kritiek klinkt wel luid op sociale media maar lijkt weinig te pakken bij de bredere bevolking, die nu even geen politiek gedoe aan het hoofd wil. Dat een recente peiling de regeringspartijen lijkt te ondersteunen, was een slag in het gezicht van N-VA. 

Daar komt nog bij: burgers die het beleid maar niks vinden, lopen N-VA als alternatief voorbij. De partij levert met Vlaams minister-president Jan Jambon namelijk zelf een van de gezichten van dat beleid. Dat doet kritiek op de beslissingen van het Overlegcomité vaak wat vals klinken, net als bij MR in Franstalig België. Zo leek onderwijsminister Weyts zich ook tegen zijn chef Jambon te keren in het conflict over het kleuteronderwijs.  

De Wever

Ten gronde weet de partij zich maar geen houding te geven in deze crisis. Kiezen ze voor strenge repressie of juist voor een erg liberale koers? Gevolg: N-VA hinkt vaak op twee gedachten. Eind oktober zei Jambon nog dat je “geen huis moest blussen dat nog niet in brand staat”, waarna hij enkele dagen later moest vaststellen dat een tweede lockdown onafwendbaar was. Een dikke week geleden was het ook Jambon die pleitte voor het openen van de terrassen in de horeca vanaf de paasvakantie. Deze week kwamen er net strengere maatregelen uit de bus.

De coronatwijfel vertrekt van de partijbaas zelf. Tekenend was hoe voor de eerste lockdown N-VA-voorzitter en Antwerps burgemeester Bart De Wever verkleed verscheen op de Mamma Mia!-musical om aan te tonen dat er niets aan de hand was. Een week later, toen de curves dramatisch stegen, riep hij op om een avondklok in te voeren. Een maatregel waar N-VA zich intussen weer fel tegen verzet. 

Enkel in het onderwijs vertelde de partij de voorbije weken een consequent verhaal. Dat het daar nu ook de lijn helemaal zoek is, maakt het extra pijnlijk voor N-VA.

De Wever plaatst zich graag tussen de systeem- en de antisysteempartijen, maar de pandemie duldt die positie niet. Elke poging om buiten de lijntjes te kleuren wordt de kop ingedrukt door de realiteit van de coronacijfers. Dan is N-VA gedwongen om vol haar verantwoordelijkheid te nemen. 

Schietgebedje

Het is ook niet dat N-VA met de Vlaamse regering het verschil kan maken. De vele doden in de woon-zorgcentra waren een blamage, de contacttracing kwam met veel moeite op gang en ook de vaccinatiecampagne is nog geen doorslaand succes. Tegenwoordig kunnen ze zelfs niet meer aanstippen dat Vlaanderen het beter doet dan Wallonië. Het zuiden van ons land heeft inmiddels meer vaccinaties per inwoner. 

N-VA heeft in het verleden nochtans bewezen dat ze federaal stevig oppositie kan voeren terwijl ze Vlaams deelneemt aan de macht. Tijdens het premierschap van Elio Di Rupo (PS) beukten onder meer Theo Francken en Jan Jambon in op de regering door te blijven hameren op de begroting, de communautaire thema’s en migratie. Met een eclatante verkiezingsoverwinning in 2014 als resultaat.

Bij de Vlaams-nationalisten prevelen velen nu elke avond een schietgebedje opdat de coronacrisis zo snel mogelijk voorbij is. Kwestie dat de ‘normale’ politieke dossiers weer naar de oppervlakte komen. Dossiers waarmee ze geloven de Vivaldi-regering alle kleuren van de regenboog te kunnen laten zien.