Direct naar artikelinhoud
InterviewACV-voorzitter Marc Leemans

ACV-voorzitter Marc Leemans: ‘Deze staking gaat niet over meer loon, maar over rechtvaardigheid’

Marc Leemans: ‘In de industrie is de bereidheid om te staken is zeer groot. Het overheersende gevoel is: ‘Wij houden de economie recht en we worden daar niet voor gewaardeerd.’’Beeld Tim Dirven

Maandag leggen de vakbonden tijdens de zwaarste naoorlogse crisis de bedrijven plat. Kritiek dat het moment voor een staking slecht gekozen is, glijdt van ACV-vakbondstopman Marc Leemans af als water van een eend. ‘Het is nooit het goede moment.’

Elke twee jaar onderhandelen vakbonden en werkgeversorganisaties over een nieuw Interprofessioneel Akkoord (IPA). Dit jaar strandde het overleg sneller dan verwacht. Vakbonden ACV en ABVV riepen op tot een staking in de privésector nu maandag, 29 maart. Ook bij autonome overheidsbedrijven zoals De Lijn en de NMBS wordt dan 24 uur lang actie gevoerd. “De werkgevers willen maximaal slechts 0,4 procent loonopslag toekennen”, zegt ACV-voorzitter Marc Leemans. “De coronacrisis gebruiken ze als schijnargument. Dat is een slag in het gezicht van alle werkende mensen.”

We spreken elkaar via Microsoft Teams. “Dit is voor mij het allereerste interview van achter een scherm”, bekent de vakbondsbaas. “Ik heb de voorbije maanden wel vaak virtueel vergaderd. Dat is toch altijd statischer en afstandelijker dan in het echt.”

Maandag wordt meteen ook uw eerste virtuele staking? Ik las ergens dat het met al dat thuiswerken een staking vanuit de zetel wordt.

“Toch zijn er nog heel veel bedrijven die móéten blijven draaien. Daar zal de staking zichtbaarder zijn dan in die ondernemingen waar getelewerkt wordt. De meeste jobs in de industrie kunnen niet van op afstand uitgevoerd worden. De bereidheid om te staken is daar zeer groot. Tijdens de hele coronacrisis bleven die mensen aan het werk. Het overheersende gevoel is: ‘Wij houden de economie recht en we worden daar niet voor gewaardeerd.’ De maximale loonsverhoging die ze nu daarvoor kunnen krijgen, is 0,4 procent. Zij beschouwen dat als apennoten, peanuts. ‘Wij zijn geen apen’, zeggen ze. ‘We laten ons met die 0,4 procent niet paaien.’ 

“Tezelfdertijd zien ze dat er dikwijls zeer hoge dividenden voor hun bedrijven worden uitbetaald. De laatste drie decennia lagen de rendementen van de Bel-20-ondernemingen gemiddeld veel hoger dan de loonstijgingen die wij onderhandelden.”

Heeft de coronacrisis het economische landschap het voorbije jaar dan niet grondig hertekend? Veel ondernemingen zitten nu toch diep in de shit?

“Loonsonderhandelingen met de horeca hebben nu inderdaad weinig zin. We mogen al heel blij zijn als we in die sector werkzekerheid kunnen garanderen. Ook onderhandelingen met het paritair comité van de kappers zullen niet veel opleveren. Het personeel van kappersketens zat en zit opnieuw in tijdelijke werkloosheid; veel valt daar dus niet te halen. Maar de voedingsdistributie, bijvoorbeeld, haalt ondanks en dankzij corona wél uitstekende cijfers. Waarom zouden we met hen dan níét over loon mogen onderhandelen? Ook de farmasector presteert mede dankzij covid goed. Mogen wij aan hen dan geen juiste verdeling vragen van de groei die we samen gecreëerd hebben? 

“Er is een algemene lat gelegd met een maximum van 0,4 procent loonsverhoging voor al wie het goed doet. Maar de mensen op de werkvloer zijn er zich heel goed van bewust dat die lat kunstmatig laag gehouden wordt. Zij vinden dat zeer onrechtvaardig. Met een indicatieve loonnorm kan dat opgelost worden. Dat wil dan zeggen dat sectoren en bedrijven die goed presteren, méér dan die 0,4 procent loonsverhoging moeten kunnen geven.”

U bent niet bang dat werknemers die nu in privésectoren werken waar het minder goed gaat en een loonsverhoging boven 0,4 procent sowieso niet aan de orde is, zich benadeeld zullen voelen?

“U mag het gezond verstand van onze mensen niet onderschatten. Ze redeneren vanuit de sector waarin ze aan de slag zijn en vanuit de activiteit die ze uitoefenen. Ze zijn er zich heel goed van bewust dat ze niet met hun boterham moeten spelen en stellen geen bovenmatige eisen die hun job in gevaar brengen. Maar áls er winst gemaakt wordt, weet hun gezond verstand ook dat zij zich niet hoeven te beperken tot die 0,4 procent. Waarom moeten ze toelaten dat de aandeelhouders met alles aan de haal gaan?”

Het Overlegcomité besliste woensdag om onder druk van de stijgende besmettingen de samenleving opnieuw meer op slot te doen. Is het in al deze menselijke en economische ellende wel het juiste moment om te staken voor extra loon?

“Het is nooit het goede moment om te staken. Als ik aan werkgevers of politici vraag wanneer het volgens hen dan wél het juiste moment is, wordt het stil. Ze vinden altijd wel een reden om een staking af te wijzen: ofwel gaat het economisch te slecht, ofwel gaat het economisch te goed.

“De coronacrisis diept de ongelijkheid verder uit. Het zijn dikwijls de mensen met de laagste lonen die nu moeten gaan werken. Zij zeggen: ‘Wij lopen risico, terwijl degenen met de hoogste lonen thuis mogen blijven en kunnen telewerken.’ Dat zorgt voor frustratie. ‘En dan krijgen wij daar nog apennoten voor.’ Terwijl zij degenen zijn die nu de samenleving aan de praat houden. Onze vuilniszakken worden opgehaald, de winkelrekken liggen vol en de bewakingsagent staat aan de deur van de supermarkt om alles in goede banen te leiden. Je poetshulp is elke week paraat om tegen een laag loon je huis te kuisen. Die mensen vinden het zeer onrechtvaardig dat ze daar nu amper voor beloond dreigen te worden. Deze staking gaat dus niet over ‘meer loon’, maar over eerlijkheid en rechtvaardigheid.”

Zou het niet van meer solidariteit getuigen als al die door corona goed draaiende ondernemingen een deel van hun winst in een fonds zouden storten voor bedrijven die nu zwarte sneeuw zien?

“Die vraag moet u aan de werkgevers stellen. Ik weet niet of er zoveel solidariteit is tussen economische sectoren. Het geloof in de vrije markt is groot en zoiets wordt wellicht gezien als een verstoring. ‘Moeten onze gezonde ondernemingen nu ook zombiebedrijven steunen?’ Wat wel kan, is solidariteit vragen aan iedereen, maar dan eerst aan degenen die goed boeren. Die solidariteitsbijdrage kan dan helpen om de financiering van de overheid rond te krijgen. Want die heeft het inderdaad zwaar te verduren: covid slaat een miljarden groot gat. 

“Maar ook de vorige regering-Michel draagt een grote verantwoordelijkheid. Zij liet na om haar taxshift fiscaal af te dekken en zadelde de huidige regering-De Croo op met een krater van 12 miljard euro. Covid heeft die nu verdrievoudigd.”

Werkgeversorganisaties Agoria en VBO stellen dat het niet over een loonstijging van 0,4 procent gaat, maar over 3,2 procent. U vergeet er gemakshalve de nakende automatische loonindexering van 2,8 procent bij te tellen.

“De automatische indexering geeft niemand opslag. Met de 100 euro waarmee je vandaag iets koopt, koop je door de inflatie volgend jaar 2 procent minder. De automatische index zorgt na een jaar voor een reset, maar het verlies dat je intussen leed, krijg je nooit terug.”

Enkel België heeft dat systeem.

“In andere landen maakt de indexaanpassing onderdeel uit van de loonsonderhandelingen. De werkgevers zijn er niet tegen om de inflatie te corrigeren, want als dat niet gebeurt, lijdt de economie daaronder. Alleen willen zij af van de automatische koppeling: net als in het buitenland willen zij de index onderdeel maken van loonsonderhandelingen. In ruil vragen ze dan wellicht nog meer flexibiliteit. Wij willen dat die automatische indexering blijft, want werknemers worden er geen cent rijker van. Waar we wél over willen onderhandelen én een prijs voor willen betalen, is de verdeling van de groei, winst en vooruitgang die we samen creëren.”

Wijlen premier Jean-Luc Dehaene, CD&V’er én ACW-man, ligt met zijn wet op het concurrentievermogen uit 1996 aan de basis van de huidige loonnorm. In vergelijking met onze buurlanden stegen onze lonen toen te snel, waardoor er te veel jobs naar het buitenland verdwenen. De loonwet van ’96 stemde onze loonkoststijgingen boven op onze automatische index af op die van de buren.

“Dat was inderdaad de bedoeling. Maar die wet hield nog meer in en bestond uit drie onderdelen: hij wou de concurrentiekracht van onze ondernemingen versterken, de werkgelegenheid verbeteren en inzetten op vorming. In die wet staat niet alleen dat lonen begrensd kunnen worden, maar ook dat er inspanningen aan andere inkomens gevraagd mogen worden: aan verhuurders en ontvangers van dividenden en tantièmes (aandelen in de winst, red.). Dat laatste is alleen nooit gebeurd. Nog nooit is er een inspanning gevraagd aan mensen die verhuren of beleggen. Het staat nochtans in die wet van 26 juli 1996. Zoek het maar op: artikel 14. Maar dat onderdeel bleef dode letter en onze mensen vinden dat zeer onrechtvaardig.

Leemans: ‘Honderdduizend mensen werken tegen het minimumloon. Nog eens honderdduizend mensen verdienen iets meer dan dat minimum. Die grote groep werkende armen hebben wel recht op een serieuze opslag.’Beeld Tim Dirven

“In 2017 werd de wet van Jean-Luc Dehaene door de regering-Michel ingrijpend veranderd. Werkgevers kregen tal van sociale vrijstellingen van sociale-zekerheidsbijdragen en fiscale subsidies. Al die weggeschonken miljarden, ook die van de zogenaamde taxshift, neemt de wet van 2017 niet mee in rekening voor het vastleggen van de marge voor loonsverhogingen, de loonnorm. Zo wordt 8,3 miljard euro loonsubsidies niet meegeteld. Dat vertegenwoordigt liefst 4,66 procent van de totale loonmassa. Die huidige loonnorm van 0,4 procent is dus gemanipuleerd en vastgelegd met behulp van ‘sjoemelsoftware’. Het is algemeen geweten dat de werkgevers in 2017 de pen vasthielden en die wetswijziging schreven. In de rechtse regering-Michel was dat allemaal mogelijk.”

Volgens het VBO zijn werkgevers uit goed boerende sectoren bereid om hun werknemers eenmalig te belonen met een winstdeelname, een premie of een consumptiecheque.

“Als het eenmalig is, vinden wij dat te eng. Het moet iets wederkerends zijn. Hogere lonen zorgen ervoor dat mensen meer kunnen besteden en maken een economie zo sterker. Economen zoals Ive Marx, Paul De Grauwe en Gert Peersman hebben dat de voorbije weken in hun columns ook gesteld. Marx wees erop dat die loonwet ‘eenheidsworst oplegt aan een economie die heel divers is’ en De Grauwe wil hem liefst de prullenmand in. Alleen zorgen die columns natuurlijk niet voor bijsturing van het regeringsbeleid. Daarom zetten wij blijvende druk op politieke partijen binnen en buiten de regering. Want het uiteindelijke doel is: een parlementaire meerderheid om die slechte wet van de regering-Michel recht te trekken.”

U stelt de regering-Michel verantwoordelijk voor de huidige loonnorm van 0,4 procent. Vergist u zich niet van vijand door te staken op het moment dat er net een nieuwe coalitie aan de macht is waarvan we kunnen veronderstellen dat ze de vakbonden gunstiger gezind is?

“We staken nooit tegen een regering. We hebben ook nooit tegen de regering-Michel gestaakt. De kleur van de kat is ons worst, zolang ze maar muizen vangt. Het beleid interesseert ons; daar rekenen we een regering op af. De Zweedse coalitie viel over het Marrakesh-pact en niet over een vakbondsactie, ook al betoogden op een bepaald moment 120.000 mensen.”

Vincent Van Peteghem, vicepremier en CD&V’er uit uw stal Beweging.net, vroeg u vorige week zaterdag in een interview in De Tijd om samen met de werkgevers terug rond de tafel te gaan zitten. Uw actie van maandag kan hem duidelijk niet bekoren.

“Ik kan Vincent verzekeren dat we alle kansen gegrepen hebben.”

Ook Vooruit-voorzitter Conner Rousseau vindt staken niet het geschikte middel om loonopslag te verkrijgen.

“Kijk, ik begrijp waarom ze dat zeggen. Ze weten dat het onrechtvaardige probleem dat de regering-Michel gecreëerd heeft, op de tafel van hun regering terechtkomt. Want wij, sociale partners, kunnen het wellicht niet oplossen. De regering zal erover moeten wheelen en dealen. In tegenstelling tot Conner Rousseau geeft PS-voorzitter Paul Magnette de vakbonden ‘voor 200 %’ gelijk. Mooie woorden, alleen hoop ik dat er ook daden volgen.”

Jullie vragen niet alleen die ‘indicatieve loonnorm’, maar ook een aanzienlijke verhoging van de minimumlonen en lage lonen?

“Honderdduizend mensen werken tegen het minimumloon. Vandaag bedraagt dat 9,80 euro bruto per uur. Nog eens honderdduizend mensen verdienen iets meer dan dat minimum. Samen vormen ze een grote groep werkende armen. Al die lonen in één keer voldoende verhogen, kan de economie niet aan. Maar die mensen hebben wel recht op een serieuze opslag.”

Bedrijven die in deze coronatijd ook floreren, zijn koerierdiensten zoals Deliveroo en Uber Eats. Zij werken met freelancers die als zelfstandige hun eigen boontjes moeten doppen. Zij verdienen vaak minder dan het minimumloon. Staakt u maandag ook voor hen?

“Vanwege hun statuut kunnen wij niet met hun werkgevers onderhandelen. Zij genieten geen sociale bescherming en vallen altijd tussen de mazen van het net. Dat kan niet in een inclusieve samenleving. Speciaal voor hen hebben we daarom de vakbond United Freelancers opgericht. 

Bio Marc Leemans

- geboren in 1961 in Steenhuffel

- studeerde in 1982 af als maatschappelijk adviseur aan het Hoger Instituut voor Sociaal en Cultureel Werk in Anderlecht

- ging meteen bij het ACV aan de slag op de studiedienst

- was van 1996 tot 1999 nationaal secretaris van ACV-Energie & Chemie

- was van 1999 tot 2011 nationaal secretaris van het ACV

- is sinds 2012 voorzitter van het ACV

“In Nederland werken vandaag 1,3 miljoen mensen als zzp’er, zelfstandige zonder personeel. De Nederlandse overheid creëerde dat zzp-statuut om de pensioenbijdragen van de werkgevers te kunnen wegsnijden. Zzp’ers moeten zelf instaan voor hun pensioen. Alleen kunnen die mensen dat nooit doorrekenen in hun prijs, want dan hebben ze geen werk. Met United Freelancers willen wij voorkomen dat ons flexibele freelancerssysteem even hard doorschiet als in Nederland. We willen voor onze freelancers minstens een minimum aan sociale bescherming.”

Zelfstandigen die door corona hun zaak moeten sluiten, kunnen een beroep doen op een overbruggingsrecht of vervangingsinkomen. Vroeger moesten zelfstandigen die in de problemen kwamen ‘hun plan trekken’. Wat vindt u van deze koerswijziging?

“Tijden zoals deze maakten we nog nooit mee. Het hart van de economie zijn de werknemers en de zelfstandigen. Die moeten we nu allemaal helpen. Zelfstandigen en werknemers wier inkomen onder druk komt te staan, verdienen bescherming. Net zoals de mensen die aan de slag moeten blijven, recht hebben op veilige arbeidsomstandigheden, een correcte verloning en sociale bescherming.

“Of de maatregelen altijd doordacht worden genomen, is een ander paar mouwen. Maar in deze acute gezondheidscrisis heeft de overheid geen andere keuze dan meteen reageren. Later zal misschien blijken dat sommige maatregelen te ver gingen en beter wat teruggeschroefd worden. We mogen de regering niet verwijten dat ze te snel ingrijpt om mensen te helpen.”

U vindt het coronabeleid van deze regering best oké?

“Bij sommige maatregelen voor zelfstandigen zijn ze misschien iets te ruimhartig. Sommige zelfstandigen mochten op een bepaald moment hun overbruggingsrecht verdubbelen. Later werd beslist dat die uitkering belast zal worden tegen 15 procent, terwijl werknemers aan 50 procent worden belast, ook als ze tijdelijk werkloos worden. Dat verschil klopt toch niet?

“Maar in het algemeen vinden wij dat de regering deze crisis goed aanpakt. De tandem De Croo-Vandenbroucke biedt permanent weerwerk tegen de druk om te lichtzinnig te versoepelen. Druk van binnen de regering, van de verzamelde partijvoorzitters, vanuit de regioniale regeringen, de economische lobby’s en de vele specialisten. Het ACV zag u niet in de versoepelingsbrigade. Omdat we van in het begin onze schouders zetten onder de voorzichtige aanpak, zoals we dat ook doen onder de vaccinatiestrategie. Niet alleen voor de gezondheid van werknemers en samenleving, maar omdat dit ook de snelste weg is naar economisch herstel.

“Dat wil niet zeggen dat we fan zijn van het hele beleid van de regering-De Croo. Er zijn ook gemiste kansen: zo wordt er niet ingezet op fiscale rechtvaardigheid en wordt aan bepaalde groepen in de samenleving geen eerlijke bijdrage gevraagd.”

Sneeuwt corona alle andere beleid niet gewoon onder?

“De ministers geven dat ook toe, ja. Ze zeggen dat corona al hun tijd en energie opslorpt, waardoor er geen fut meer is om andere discussies op te starten of te voeren. Ik kan dat begrijpen. Politici zijn ook maar mensen. Ze ploeteren zwaar om het land boven water te houden. Ik heb er begrip voor dat al hun aandacht daar nu naartoe gaat. Toch mogen ze een aantal dingen niet uit het oog verliezen, zoals goede sociale relaties en een gelijk speelveld voor vakbonden en werkgevers. Als een slechte wet die relaties verziekt, móéten ze ingrijpen.”

Staat u maandag piket?

“Het ordewoord van deze staking is: blijf in uw kot. Ik weet dus nog niet of ik veel piketten zal kunnen bezoeken.” (lacht)