Direct naar artikelinhoud
Vijf vragenJudi Mesman

Waarom zowel witte als bruine kindjes de witte pop verkiezen

In het programma 'De wonderjaren' werd een oud experiment met poppen uitgevoerd.Beeld VRT

Met welke pop wil jij het liefst spelen, de bruine of de witte? In het Eén-programma ‘De wonderjaren’ was te zien hoe zowat alle kinderen kiezen voor wit. ‘Dat verbaast me niet’, zegt Judi Mesman, hoogleraar in de interdisciplinaire studie van maatschappelijke uitdagingen (Universiteit Leiden).

Het experiment dateert al van de jaren 40, maar kleuters zien vandaag de witte pop blijkbaar nog steeds als baas en de zwarte als ondergeschikte. Verbaast dit u?

“Nee, dat verbaast me niet. Die poppentest is doorheen de geschiedenis al vaker herhaald. Ik doe zelf ook onderzoek, niet met poppen maar met foto’s. We vragen met wie de kindjes willen spelen of naast wie ze willen zitten. Uit dat experiment blijkt ook dat de witte kindjes vooral binnen eigen kleur blijven om te spelen of om naast iemand te zitten.”

Is er na 70 jaar dan geen vooruitgang?

“Het is een beetje ingewikkeld om te zeggen of er vooruitgang is of niet. Het heeft volgens mij vooral te maken met het gezegde ‘onbekend maakt onbemind’. Dat is een zeer menselijke eigenschap en eentje die we als soort niet uit ons leven kunnen bannen. We kiezen doorgaans voor iets dat bekend is, want dat wekt vertrouwen. We zijn altijd een beetje op onze hoede voor mensen of zaken die we niet kennen. Eerder onderzoek toonde al aan dat positief contact tussen verschillende groepen daarom noodzakelijk is. Dat is een van de weinige methodes die effectief helpen om dat onbekende te bestrijden. Samen op school zitten, samen werken en samen spelen. Dan is het ook niet meer zo vreemd, wordt het minder onbekend en dus minder onbemind.”

Een eerste stap is meer diversiteit in de kleuterschool? 

“Ja inderdaad, veel minder gescheiden scholen. Je kan niks aan de menselijke aard veranderen, maar wel aan het onbekende. Een oplossing voor kleuters zijn dus gemengde scholen. Uit onderzoek blijkt al dat dit een zeer effectieve oplossing is. Dit kunnen we maar op één manier realiseren: door het mengen van wijken, maar het blijft voorlopig nog een lastige opgave. Er zijn al scholen die wel divers zijn, maar daar zien we vaak gesegregeerde groepen van ouders en kinderen. De kunst is om een gemengde school ook echt sociaal gemengd te laten zijn.”

Gaat het hier om racisme? 

“Dat is een tweede aspect. Wat krijgen kinderen mee over groepen waar ze misschien minder vaak in contact mee komen? We zien in de samenleving verschillende subtiele en minder subtiele boodschappen. Er zijn zoveel subtiele boodschappen in onze maatschappij, thuis, in de media, die de indruk wekken dat de niet-witte bevolking iets is waar we minder positief over denken. Een alledaags voorbeeld is als mensen spreken over ‘de modale Belg’. Daarbij denken we niet aan mensen van kleur, wat impliceert dat zij geen gewone Belgen zijn.”

Hoe werk je dit soort subtiele boodschappen dan weg? 

“Dat begint met eigen motivatie. Mensen die dat willen, moeten beginnen met een diepgaande zelfreflectie. Nadenken over hoe je zelf denkt, over hoe je leven er uitziet maar ook bijvoorbeeld reflecteren over de schoolkeuze, de vriendenkring en het woordgebruik. Je moet gemotiveerd zijn om een kritische zelfreflectie te maken, jezelf durven afvragen waarom je iets doet en of je er verandering in moet brengen. Zo kan je voorkomen dat je als ouder onbewust een negatieve boodschap meegeeft aan kinderen.”