Direct naar artikelinhoud
Nieuwe cijfersTelewerk

Duizenden bedrijven slaan verplicht telewerk in de wind: ‘Mijn baas vindt het op kantoor veiliger dan thuis’

Duizenden bedrijven slaan verplicht telewerk in de wind: ‘Mijn baas vindt het op kantoor veiliger dan thuis’
Beeld Philip Lindeman

Waar mogelijk is thuiswerk verplicht. Toch gaan tal van werknemers nog naar kantoor. Ook als dat eigenlijk niet nodig is, blijkt uit nieuwe cijfers van de overheid. Zo gingen al meer dan tweeduizend bedrijven in de fout.

Het is ook voor Myriam (46) wat dubbel. Ze werkt als secretaresse bij een kleine West-Vlaamse kmo in de bouwsector en mag van haar baas niet telewerken. Tijdens de eerste lockdown deed ze dat nochtans wel. “Mijn taak bestaat vooral uit het controleren van orders. Die moet ik vervolgens uitprinten en laten tekenen door mijn baas. Vorig jaar in maart kreeg ik een printer mee naar huis en had ik zelf de bevoegdheid om de orders te ondertekenen. Maar mijn baas vond dat niet handig werken.”

En dus ging ze de voorbije maanden elke dag op en af naar kantoor. Goed wetend dat ze evengoed thuis zou kunnen werken en nu een extra risico op besmetting loopt. Tegelijk is ze wel blij om elke dag haar collega’s te zien. Ze hoort van haar vriendinnen die wel telewerken dat een jaar thuiszitten geen lachertje is. 

Het is een zwaar discussiepunt: wordt de telewerkverplichting nu wel of niet goed nageleefd? De afgelopen maanden bereikten onze krant heel wat verhalen van werknemers die verplicht worden door hun baas om naar kantoor te gaan, terwijl ze perfect thuis kunnen werken. Vooralsnog komen bij de vakbonden geen concrete klachten binnen. “Alvorens iemand naar de vakbond stapt met een klacht moet het al vergevorderd zijn”, zegt David Van Bellingen, woordvoerder van ACV. “Meestal probeer je als werknemer eerst je probleem te bespreken in het bedrijf zelf. En als dat niet lukt, is de vakbond de laatste stap. Het ligt gevoelig, extern klagen over je eigen baas.”

Toch lijkt ook onze overheid ervan overtuigd dat tamelijk wat bedrijven het op telewerkvlak laten hangen. Ze wijzen daarvoor naar cijfers over het stijgende aantal woon-werkverplaatsingen de afgelopen maanden en naar een analyse door Sciensano waaruit bleek dat 40 procent van de clusterbesmettingen op de werkvloer plaatsvond.

De werkgeversorganisaties VBO en Voka reageren dan weer als door een wesp gestoken als hun om een reactie wordt gevraagd. Daar klinkt het unisono dat bedrijven doen wat ze kunnen en wel degelijk de regels volgen. Ze betwisten ook de 40 procent van Sciensano “omdat het daar enkel gaat over wat mensen zelf opgeven als plaats waar ze denken besmet geraakt te zijn”. Subjectief, dus. “Het bashen en afdreigen van de bedrijven mag stoppen”, zei een behoorlijk ontstemde VBO-topman Pieter Timmermans onlangs. “De bedrijven zijn niet de grote schuldige. Ze doen aan telewerk waar dat kan.”

Twee uitzonderingen

Wat betekent dat precies, ‘waar dat kan’? Daarvoor is het nodig om er de verplichting zelf bij te nemen. De basisregel is duidelijk: iedereen moet maximaal thuiswerken. Daarop bestaan twee uitzonderingen: als de aard van de functie het niet toelaat, en als het de continuïteit van de bedrijfsvoering in het gedrang brengt.

Het eerste is vrij duidelijk. Een kassabediende in de supermarkt of een metselaar kan niet van thuis werken. Maar over het tweede hangt toch een zekere flou artistique. Daar is veel interpretatie mogelijk.

“Je hebt inderdaad de duidelijke gevallen en dan een hele grijze zone”, zegt Laurens Teerlinck, woordvoerder van federaal minister van Economie en Werk Pierre-Yves Dermagne (PS). “Daarom moeten de bedrijven zelf een telewerkstrategie ontwikkelen en beslissen welke functies kunnen thuiswerken en welke niet. Het is niet aan de overheid om te zeggen hoe bedrijfsleiders hun bedrijf moeten runnen. De inspecteurs gaan met hen ook niet in discussie of het wel klopt dat een individuele werknemer op de werkvloer absoluut noodzakelijk is. Wat onze inspecteurs doen, is kijken of er een strategie is en of die ook nageleefd wordt.”

VBO-topman Pieter Timmermans: “De bedrijven zijn niet de grote schuldige."Beeld BELGA

Dat viel de afgelopen maanden dik tegen. Telewerk is sinds 2 november verplicht en wordt gecontroleerd door de zes federale inspectiediensten, waaronder die van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA), het Rijksinstituut voor Ziekte en Invaliditeitsverzekering (Riziv) en de dienst Toezicht Welzijn op het Werk (TWW). Die zijn samen goed voor 819 controleurs.

Zij trekken met een checklist naar bedrijven en kijken of er een telewerkplan is, en of dat zelf opgestelde plan ook nageleefd wordt. Werknemers die volgens de werkgever in een functie zitten die nodig is op de werkvloer krijgen van hem ook een attest dat ze moeten kunnen voorleggen aan de inspecteurs. Kunnen ze dat niet, of lopen er bijvoorbeeld in een bedrijf meer personeelsleden rond dan er attesten uitgedeeld werden, dan volgt een sanctie. Die kan gaan van een waarschuwing tot een dagvaarding voor de rechtbank.

Flitscontroles

Het lijkt een duidelijk en sluitend systeem, maar in de praktijk ligt dat duidelijk moeilijker. Heel wat bedrijven, voornamelijk uit de dienstensector, bleken de eerste maanden helemaal geen telewerkstrategie te kunnen voorleggen of bleken hun eigen plan met een grote korrel zout te nemen. In de maand januari kwamen dan ook flitscontroles in de hele dienstensector. Flitscontroles worden per sector aangekondigd en hebben vooral een sensibiliserend effect. Als je weet dat je een controle mag verwachten, hou je je meestal wel aan de regels.

“Maar we zagen in januari nog altijd inbreuken bij 16,7 procent van de controleerde bedrijven”, zegt Teerlinck. “In februari besloten we de flitscontroles verder te zetten, maar de incidentie steeg tot bijna één op de vijf gecontroleerde bedrijven.”

Sinds 17 december werden in totaal al 15.600 werkgevers gecontroleerd. Over die hele periode bleken er 2.169 of 13,9 procent in overtreding. 1.631 bedrijven kregen een waarschuwing, 65 een termijnstelling tot regularisatie en 67 bedrijven een pro justitia of dagvaarding voor de rechtbank. Het gaat hier voor een groot deel om bedrijven die, na al die maanden verplichting, nog altijd helemaal geen enkele telewerkstrategie hebben.

En dus is het gedaan met flitscontroles. De inspectiediensten kregen in maart een duidelijk marsorder van de overheid: er moet strenger worden opgetreden. Vorige week woensdag kondigde premier Alexander De Croo zelfs nog een verstrenging aan. Er kan voortaan sneller overgegaan worden tot sluiting. De bedrijven moeten sinds deze week ook registreren hoeveel van hun medewerkers van thuis werken.

Het deed de werkgeversorganisaties alweer op hun achterste poten staan. Danny Van Assche, gedelegeerd bestuurder van Unizo, noemde het zelfs kafkaiaans en disproportioneel. “Nog eens extra administratieve rompslomp voor onze nu al zwaar beproefde ondernemers”, klonk het. 

Minister van Economie en Werk Pierre-Yves Dermagne spreekt in het federale parlement.Beeld Photo News

Ook de Bouwunie liet van zich horen. Volgens hen is het onbegrijpelijk dat ook bouwbedrijven die registratie moeten doen. “Arbeiders in de bouwsector kunnen niet telewerken. Punt”, zegt gedelegeerd bestuurder Jean-Pierre Waeytens. “Een muur metselen, schilderen of bezetten kan men nu eenmaal niet van thuis. Moeten onze bedrijven dat dan telkens opnieuw doorgeven? Met welk nut?”

De Bouwunie vraagt dan ook een vrijstelling voor alle bouwbedrijven. Iets wat Myriam helemaal niet begrijpt. “Een bouwbedrijf is meer dan alleen arbeiders”, zegt ze. “Wij werken hier met acht collega’s op het bureau. Als wij van thuis zouden werken, zijn het er weer acht minder die risico lopen. Volgens mijn baas is het op bureau veiliger dan thuis, omdat er maatregelen genomen worden. We hebben hier inderdaad handgel en dragen mondmaskers. Maar tijdens de lunch zitten we allemaal samen en doen ons masker af om een boterham te eten. Veilig is het dus in mijn ogen niet.”

Op het kabinet-Dermagne vinden ze de kritiek van de werkgeversorganisaties volkomen onterecht. Het invullen van de tool zou hooguit een paar minuten mogen duren, zegt woordvoerder Teerlinck. Toch voor bedrijven die, zoals het al maanden verplicht is, al eens nagedacht hebben over een telewerkstrategie. “De tool is expres zo simpel mogelijk gehouden. Er moeten welgeteld twee cijfers ingevuld worden: het aantal werknemers dat op een bepaalde locatie werkt en hoeveel van hen kunnen telewerken. Voor wie een telewerkplan heeft, zou dat een kleine moeite moeten zijn.”