“We lijken een nieuw kantelpunt in de epidemie bereikt te hebben. We stellen een lichte daling vast”, zei Steven Van Gucht op het persmoment van het Nationaal Crisiscentrum.

“De piek van het aantal besmettingen lijkt zich voorlopig af te tekenen op 22 maart. De ziekenhuisopnames blijven wel nog verder doorstijgen, maar ook hier is een lichte vertraging te zien. De bezetting op intensieve zorg zal binnenkort mogelijk de kaap van negenhonderd bedden overschrijden. Meerdere ziekenhuizen moeten al patiënten doorverwijzen. De situatie op intensieve is momenteel zwaar. Ons gedrag van vandaag zal bepalen hoe snel de belasting zal afnemen in de loop van april. We hebben met de maatregelen een grote impact op de staart van de golf. Bij goede opvolging van de maatregelen kan de belasting dalen tot driehonderd opnames tegen 1 mei.”

“Bij minder goede opvolging kan zich een hoog plateau vormen. Dat kan blijven doorlopen tot in mei. Wat we vandaag doen, bepaalt de ziekenhuisopnames binnen twee tot drie weken. Wat we vandaag doen bepaalt de versoepelingen in mei. Maar een lichte daling van het aantal besmettingen betekent niet dat de koers gereden is.”

“De stijging is minst toegenomen bij kinderen en tieners. Dat heeft te maken met de sluiting van de scholen, waardoor er minder tests gebeurd zijn. Bij andere leeftijdsgroepen zagen we toenames tot 17%.”

Namen spant de kroon

“In West-Vlaanderen en Waals-Brabant ligt de R-waarde, voor het eerst sinds lang, onder 1. De Waalse provincies, met uitzondering van Luik, vertonen de hoogste besmettingsgraad. Namen spant nog steeds de kroon met bijna duizend besmettingen per honderdduizend inwoners in de voorbije veertien dagen. Dat is bijna drie keer hoger dan in Luik, en tweemaal hoger dan het Belgisch gemiddelde. In Vlaanderen is Oost-Vlaanderen nog steeds de koploper qua besmettingen. Qua varianten winnen de Braziliaanse en Zuid-Afrikaanse variant licht terrein. De besmettingen met de Britse variant lijken te stabiliseren.”

“Het totaal aantal ingenomen bedden blijft gestaag doorstijgen: 19% meer dan de week ervoor. Vooral de toename op intensieve blijft fors: een toename van 21% op weekbasis. De overlijdens blijven stabiel, gemiddeld vielen er 24 overlijdens te betreuren. Dat is heel waarschijnlijk te danken aan de vaccinaties. 73% van de 80-plussers kreeg intussen een eerste inenting. 12% van alle Belgen hebben een eerste dosis gekregen, 5% ook al een tweede dosis.”

“Over woonzorgcentra kunnen we bondig zijn: het aantal nieuwe besmettingen blijft er laag. Meestal gaat het om geïsoleerde gevallen, zelden om grote uitbraken. Ook het aantal overlijdens in de rusthuizen daalt verder. Het vaccin heeft er een baken van rust gecreëerd te midden van een grote coronastorm.”

“Meestal zestigers en zeventigers op intensieve”

“Tot slot willen we nog het profiel van patiënten in ziekenhuizen schetsen. Let wel: de cijfers zijn nog onvolledig”, waarschuwt Van Gucht. De typische patiënt is elf jaar jonger geworden sinds februari-maart. De mediane leeftijd is van 77 gezakt tot 66. De helft van de patiënten is jonger dan 66. Deze relatieve verjonging betekent dat het aantal patiënten met onderliggende aandoeningen is afgenomen. We zien minder patiënten met bijvoorbeeld een hoge bloeddruk, maar het percentage patiënten met zwaarlijvigheid is wel toegenomen.

Mogelijk speelt ook de Britse variant een rol, omdat uit sommige studies blijkt dat die iets meer ziekte veroorzaakt bij jongere mensen. Zestigers en zeventigers zijn het sterkst vertegenwoordigd in opnames op intensieve zorgen. Maar ook vijftigers worden regelmatig opgenomen. Het percentage patiënten dat overlijdt is gedaald in deze golf. Deze schijnbaar betere overlevingskansen kunnen te maken hebben met het feit dat de patiënt iets jonger is geworden. Intussen heeft men ook vooruitgang geboekt in de behandeling van patiënten.”

(mg, lm)