Direct naar artikelinhoud
NieuwsCoronavirus

Vaccinatiebereidheid van Vlamingen wankelt niet, ondanks berichten over AstraZeneca-vaccin

Een AstraZeneca-spuit wordt geprepareerd.Beeld ANP

Er zijn vragen rond het AstraZeneca-vaccin en de vaccinatiecampagne rammelt. Maar er zijn nog steeds genoeg Vlamingen bereid tot een prik om de pandemie te bedwingen, zo blijkt uit het jongste rapport van de adviesgroep Psychologie & Corona. 

De vaccinatiebereidheid is een belangrijke graadmeter om het succes van de toekomstige vaccinatiecampagne te peilen. Om de kracht van toekomstige coronagolven in te perken, moet minstens 70 procent van de brede bevolking gevaccineerd zijn. Volgens de metingen hebben voldoende mensen interesse in een spuit om die kaap te ronden en de pandemie achter ons te laten.

Vooral ouderen (56-plussers) kijken uit naar hun vaccinatie, gevolgd door jongeren (tot 35 jaar). De leeftijdsgroep 36-55 jaar is het minst enthousiast, al is ook daar de vaccinatiebereidheid een gezonde 64 procent. Het animo is in ons land sterk toegenomen tussen december en januari. In januari was 55 procent “waarschijnlijk” of “zeker” van plan zich te laten vaccineren, en dat percentage steeg in januari verder naar 70 procent. In februari bleef het ongeveer op hetzelfde peil (69 procent).

Vraagtekens

De jongste weken zat het AstraZeneca-vaccin in het verdomhoekje. Na berichten over een klein aantal tromboses die mogelijk aan te wijten zijn aan het vaccin, hebben enkele Europese landen de vaccinaties ermee gepauzeerd. Het Europees geneesmiddelenagentschap EMA drukte donderdag echter opnieuw zijn geloof in het AstraZeneca-vaccin uit, en ook Wereldgezondheidsorganisatie WHO blijft erachter staan.

De versnipperde reactie in Europa riep heel wat vraagtekens op, maar de negatieve effecten van die ‘AstraZeneca-onzekerheid’ zijn in het algemeen geneutraliseerd. De recentste cijfers blijven namelijk vrij stabiel. In de resultaten van de drie bevragingen in maart tekende zich eerst een lichte daling af in de eerste en tweede periode van tien dagen (tot 65 procent), in de laatste periode begon dat percentage weer te klimmen (68 procent). Ook is het percentage van mensen die het vaccin zonder meer zouden weigeren, teruggekeerd naar het niveau van februari (15 procent).

Vraagtekens
Beeld Photo News

Wel zijn er merkbare verschillen in termen van opleiding, leeftijd en taal. Waar hoogopgeleiden geen graten vinden in een prik, stellen mensen die geen hogere opleiding genoten zich vragen bij het nut, de gevolgen of gevaren die een vaccinatie met zich zou meebrengen. Al schommelt ook op dat vlak de vaccinatiebereidheid tussen een werkbare 60 en 72 procent.

Kloof met Wallonië

Vandaag bestaat er bovendien een systematische kloof tussen Vlaanderen en Wallonië, waar iets heviger wordt gereageerd op de berichtgeving rond AstraZeneca. In december was de vaccinatiebereidheid lager (49 procent) dan voor het Vlaamse landsgedeelte (59 procent). Daarna volgde een sterke stijging in januari (70 procent) en februari (69 procent), met min of meer vergelijkbare niveaus aan beide zijden van de taalgrens.

In maart was er dan weer een daling in de cijfers, maar alleen aan Franstalige zijde. In de laatste golf is 72 procent van Nederlandstaligen en 63 procent van de Franstalige kant (heel) sterk bereid om de mouwen op te stropen. Het verschil bedraagt dus bijna 10 procentpunt.