Koning Albert en koningin Paola brengen coronacrisis door in Ardens dorpje

Archiefbeeld. ©  BELGA

In een gerenoveerde pastorie in het Waalse dorpje Villers-sur-Lesse brengen koning Albert II (86) en koningin Paola (83) de coronacrisis door. Ze wandelen er rond met lijfwachten achter hen aan en niemand kijkt nog op van hun aanwezigheid, zeggen dorpsgenoten in Le Soir Magazine.

Er zijn slechtere plaatsen om te vertoeven dan Villers-sur-Lesse, een pittoreske deelgemeente van Rochefort in de provincie Namen met goed 500 inwoners. Het is daar dat koningin Paola in 2010 een vervallen pastorie op de kop tikte, die op dat moment ingenomen was door krakers. Enkele renovaties en een uitbreiding later besloot ze met koning Albert kasteel Belvédère tijdelijk te verlaten. Het vorstenpaar staat erom bekend graag naar Italië en Frankrijk te reizen, maar die verplaatsingen zijn verboden tijdens de pandemie. Dus namen ze hun intrek in Villers-sur-Lesse.

De keuze van Paola om uitgerekend daar de pastorie te kopen, was volgens greef Bernard de Traux de Warin, een vriend van het vorstenpaar, geen toeval. ‘Ze houden van de streek’, zegt hij in Le Soir Magazine. ‘De koningin heeft iets charmant en knus gemaakt van die pastorie. Ze wonen in alle eenvoud in het hart van het dorp en hebben veel sympathie jegens hun medebewoners.’ Ze wonen er samen met bewakingspersoneel, een butler, een huishoudster en een kok.

Bloemen

Enkele dorpsgenoten van Albert en Paola komen in het artikel aan het woord. Zij vertellen dat de ouders van koning Filip zich niet verstoppen. ‘Als het mooi weer is, wandelen ze graag door de straat in de late namiddag’, zegt een van hen. ‘Met hun lijfwachten achter hen aan. Ze zeggen dan vriendelijke goeiendag tegen iedereen. We groeten hen en daar blijft het bij. We laten hen met rust.’

Het vorstenpaar houdt zich rigoureus aan de coronamaatregelen, klinkt het, maar op straat voeren ze wel eens een gesprek met dorpsgenoten. ‘Ze zijn heel eenvoudig en begroeten iedereen. De koningin is zelfs binnengegaan bij de meneer van hiernaast, 102 jaar oud. Ze hebben wat gepraat. Bij mijn moeder is ze ook geweest. Paola houdt van bloemen en had gezien dat mijn moeder er had. Ze hebben erover gepraat.’

 (gjs)