Direct naar artikelinhoud
AchtergrondCoronavirus

Kan de lente corona wel echt verdrijven?

Viroloog Marc Van Ranst en biostatisticus Geert Molenberghs.Beeld DM

Na de aprilse grillen komt hoe dan ook de lente, en de hoop dat dit het virus zal helpen verdrijven. Hoe optimistisch mogen we zijn over de impact van lente- en zomerwarmte op SARS-CoV-2? ‘Warmer weer hindert dit virus’, maar of dat genoeg is?

“Hitte doodt dit soort virussen”, zei voormalig Amerikaans president Donald Trump een jaar geleden. Waarop sommigen spijtig genoeg aan de slag gingen met haardrogers in de hoop dat geregeld een dosis hete lucht in de keel SARS-CoV-2 wel zou verdrijven. Toch is het idee dat hete(re) lucht dit virus van de sokken blaast geen rabiate onzin. Zo zijn er wetenschappelijke aanwijzingen dat het virus bij warmere temperaturen meer moeite moet doen om zich te verspreiden. Viroloog Marc Van Ranst (KU Leuven) wijst er bijvoorbeeld op dat ons land afgelopen zomer de laagste coronacijfers kende, waarna het in de herfst weer volop toesloeg. Ook in andere landen is dat patroon al gesignaleerd.

De lente zou er dus een pak aangenamer kunnen uitzien dan de afgelopen trieste pandemiewinter dankzij steeds meer gevaccineerden, een aangenamer leven omdat we meer buiten kunnen en een meteorologische rem op het virus.

Kan de lente corona wel echt verdrijven?
Beeld Meneer Heirman / VRIJDAG!

Dat laatste is ook wat de Nederlandse hoogleraar in datawetenschappen Martijn Hoogeveen (Open Universiteit) concludeert in zijn nieuwe onderzoek, dat wel nog door de wetenschappelijke ‘peer review’ moet. De pandemie volgt de seizoenen, claimt Hoogeveen in de Volkskrant. “Rond de week van 8 maart is het kantelpunt, met een marge van vijf weken eromheen. Dan zet de daling in. En vanaf half augustus komt het in gematigde streken weer op gang.”

Het valt af te wachten of Hoogeveens studie na de controle door onafhankelijke collega’s overeind blijft, want het is verdraaid moeilijk om het seizoenseffect te onderzoeken. Er zijn namelijk zoveel factoren die de evolutie van de pandemie afremmen of net stimuleren. De maatregelen zijn een van de belangrijkste. Zo zijn veel landen ook net in de lente van vorig jaar maskerdracht en andere viruswerende maatregelen gaan invoeren. Veel warmer weer betekent ook vaak veel meer airco, wat de virusverspreiding net stimuleert. 

Chinese onderzoekers die hun studie wel al in een vakblad (Environmental Research) wisten te publiceren, hebben de seizoensinvloed losgeweekt van het effect van de maatregelen en besluiten dat het zomerseizoen het aantal besmettingen in het noordelijk halfrond met liefst 46 procent zou hebben beperkt.

Ook die conclusie moeten we echter uiterst voorzichtig degusteren, want dat is een uitzonderlijk sterk effect dat nog nergens anders is gesignaleerd of herhaald. Het RIVM, ‘de Nederlandse Sciensano’, gaat ondertussen uit van een impact van slechts 9 procent. “Wij plakken er nog geen cijfer op”, zegt biostatisticus Geert Molenberghs (KULeuven/­UHasselt).

Marc Van Ranst: ‘Wanneer er zoveel virus circuleert als nu en nog zoveel mensen er vatbaar voor zijn, dan kan het virus het jaar rond zijn ding doen.’Beeld Bob Van Mol

Want hoe groot het seizoenseffect echt is, is een vraag die nog openstaat en die – doordat er zoveel factoren meespelen – niet makkelijk uit te klaren is. “Bij ons waren de zomerse cijfers bijvoorbeeld inderdaad laag, maar we hadden in de aanloop naar de zomer ook een behoorlijk strenge lockdown en in juli al zag je her en der sterke opflakkeringen en moest Antwerps gouverneur Cathy Berx de avondklok invoeren”, zegt Molenberghs. “En de tweede golf in september, oktober is er ook gekomen op een moment dat het geen hoogseizoen was voor corona.”

Maar dat het coronavirus het in een of andere mate lastiger krijgt wanneer het warmer wordt, is iets waar de meeste onderzoekers niet sterk meer aan twijfelen. Ze baseren zich op vijf vaststellingen.

Ten eerste zitten we in de winter meer op elkaars lip, wat voor meer besmettingen zorgt. Ten tweede zijn gelijkaardige respiratoire virussen ook seizoensgevoelig. Zoals ouders met kleine kinderen maar al te goed weten: in regio’s met een gematigd klimaat zoals het onze klimmen griep en de coronavirussen die verkoudheden veroorzaken typisch en altijd weer opnieuw tot een piek in de winter, om dan weer af te nemen wanneer het warmer wordt. Dat dit coronavirus ook aan die wetmatigheid beantwoordt, lijkt dus erg waarschijnlijk.

Ten derde kunnen kortere winterdagen en dus verlaagde niveaus aan vitamine D en melatonine de prestaties van ons immuunsysteem tegen het virus verzwakken. Ook tonen labotesten dat SARS-CoV-2 ‘wegkrimpt’ bij blootstelling aan warmere temperaturen en UV-stralen. En dat het beter gedijt in koude omstandigheden met minder UV-straling, zoals dus in de donkere dagen van herfst en winter.

Nog een ‘weeraspect’ dat bij dit soort virussen vaak meespeelt is luchtvochtigheid. Bij droger weer kunnen luchtwegdruppeltjes indrogen en langer blijven zweven. In een meer vochtige omgeving lukt dat veel moeilijker. Droog en koud winterweer is met andere woorden een gedroomde omgeving voor dit soort virus.

Tel dat allemaal op en je denkt meteen dat het zonnetje dat dra weer op onze snoeten zal schijnen SARS-CoV-2 samen met de collectieve winter­depressie automatisch zal wegvegen.

Helaas is het toch iets ingewikkelder dan dat, zo waarschuwt de World Meteorological Organisation. Die publiceerde zeer recent een groot overzichtsonderzoek over de kwestie en scheidt het kaf van het koren in de massa aan gegevens en studies.

Conclusie: “Het epidemiologisch onderzoek geeft tot nu toe gemengde en soms tegenstrijdige resultaten over de seizoensgevoeligheid van het virus en Covid-19. Verschillende analyses suggereren wel dat er in het noordelijk halfrond een seizoens­effect speelt maar er is meer onderzoek nodig. Wellicht worden de besmettingen mettertijd seizoensgevoelig. Maar in dit stadium van de pandemie is er geen sterk bewijs om warmer weer aan te grijpen als reden voor versoepelingen. Zo is het virus ook in de zomer van 2020 al bij al flink blijven circuleren in contreien met een gematigd klimaat.”

Biostatisticus Geert Molenberghs: 'In een pandemie kan je het warmere weer niet beschouwen als een defensielijn.'Beeld Eric de Mildt

Van Ranst en Molenberghs zijn het daarmee eens. “Wanneer er zoveel virus circuleert als nu en nog zoveel mensen er vatbaar voor zijn, dan kan zo’n virus over de hele wereld het jaar rond zijn ding doen”, zegt Van Ranst. “Pas na de pandemie, wanneer het endemisch wordt en zoals griep al een paar keer door de bevolking heeft geraasd, valt te verwachten dat de typische seizoensgevoeligheid een echt belangrijke rol zal spelen. Tijdens een pandemie is de virusdruk zo hoog dat er op elk moment weer een piekmoment kan voorkomen.”

Molenberghs benadrukt daarom dat we ons niet rijk mogen rekenen met het warmere weer. “Dit is een wetenschappelijk belangrijke kwestie om dit virus en deze ziekte beter te begrijpen, maar in een pandemie kan je het warmere weer niet beschouwen als een defensielijn. Zeker niet nu er ook varianten in omloop zijn. Net daarom rekent men de seizoensgevoeligheid voorlopig ook niet mee in een aantal voorspellingen.”

De onderzoekers van de WMO wijzen er ook op dat vooral gedrag en overheidsmaatregelen in 2020 een grote impact hadden op de pandemie, niet het weer. 

Ook zien ze dat de nog maar weinig labo­testen die SARS-CoV-2 aan ‘zomerweer’ blootstellen, vooralsnog moeilijk te vertalen zijn naar de echte wereld en dat zelfs voor andere virussen de seizoensgevoeligheid niet altijd zo eenduidig is. Zo wordt het MERS-coronavirus voornamelijk overgedragen in warme landen.

Nog een tegenstrijdigheid waar ook Molenberghs op wijst: terwijl gelijkaardige virussen inderdaad beter gedijen in de drogere lucht die doorgaans typisch is voor de winter en minder goed in vochtige omstandigheden, beweren enkele onderzoekers dat dat voor dit virus net het omgekeerde zou kunnen zijn.

Echt groot kan het effect van warmer weer dus zeker nog niet zijn, zo nemen veel epidemiologen aan. “Omdat er nog zoveel mensen vatbaar zijn voor het nieuwe virus, zal de zomer de pandemie niet substantieel inperken”, zo stellen ook Amerikaanse modelleurs in Science. Trouwens, ook de pandemische Mexicaanse griep van 2009 raasde aanvankelijk in de zomer gewoon door. En in Brazilië, India, Texas of Florida bindt SARS-CoV-2 ondanks zomerse hitte ook niet in.

“We zien dat dit virus in staat is in ieder soort klimaat en ieder seizoen door te zetten”, zegt Ben Zaitchik, hoofd van de onderzoeksgroep die de WMO-analyse maakte. “Wie te veel rekent op die seizoensgevoeligheid, helpt eigenlijk het virus zich verder verspreiden.”