Valt de ‘Graaidag’ van PVDA op de juiste datum?

Peter Mertens (PVDA). © belga

Het afkondigen van een symbolische datum, zoals ‘Earth Overshoot Day’ of ‘Graaidag’, is een goede manier om aandacht te krijgen in de media. Maar die initiatieven botsen geregeld op kritiek vanwege hun rekenmethodes en representativiteit.

Iedere week zoekt Knack naar misleidende informatie op het internet.

Op 8 januari 2021 kondigde de PVDA ‘Graaidag’ aan: de dag waarop ceo’s van beursgenoteerde Belgische bedrijven al evenveel verdiend hebben als een modale Belgische werknemer in een volledig jaar. Het is een kleine traditie geworden voor de extreemlinkse partij. Ze plakte het label ‘Graaidag’ op haar eigen variant van de ‘Fat Cat Day’, een initiatief dat al in 2014 gelanceerd werd door het High Pay Centre, een Britse denktank die onderzoek naar toplonen doet. De PVDA maakte van ‘graaien’ een deel van het partijdiscours over grootverdieners en inkomensongelijkheid – voorzitter Peter Mertens publiceerde al in 2017 het boek Graailand.

Valt de 'Graaidag' van PVDA op de juiste datum?

De aankondiging van de Graaidag van 2021 kwam de PVDA echter op scherpe kritiek te staan van Edwin De Boeck, hoofdeconoom van de studiedienst van de N-VA. De Boeck plaatste op Twitter de afbeelding die de PVDA bij het bericht gebruikte – een grijnzende zakenman met sigaar en het bijschrift ‘Deze dag heeft een ceo al meer verdiend dan u op een heel jaar’. Hij voegde als commentaar toe: ‘Kijk, dit is dus een mooi voorbeeld van onware, bewust misleidende populistische prietpraat.’ Heeft De Boeck een punt?

Maandsalaris

Hoe berekent de PVDA de precieze datum voor haar Graaidag? De partij zet daarvoor het mediaanloon van een werknemer (46.785 euro per jaar) af tegen het mediaanloon van ceo’s van BEL-20 bedrijven (2.384.622 euro per jaar). Zijn die cijfers correct? Grotendeels wel. Al vallen er ook heel wat kanttekeningen bij te maken.

Het mediaanloon van een werknemer is afkomstig van Statbel, het statistiekbureau van de federale overheid. Maar Statbel benadrukt dat hun cijfer niet helemaal volledig is. Het omvat bijvoorbeeld alleen ‘voltijds werkende loontrekkenden die werkzaam zijn in ondernemingen met minstens tien werknemers’. Bepaalde premies zoals de ‘dertiende maand’ en allerlei extralegale voordelen zijn er niet in opgenomen. Dat compenseert de PVDA deels met een vermenigvuldigingssleutel, die ze toepast om van de mediaan van het maandsalaris een jaarsalaris te maken. Daarnaast vallen heel wat sectoren uit het zicht van de Statbel-cijfers: lonen uit de landbouw, visserij, openbaar bestuur, onderwijs en gezondheidszorg zijn er bijvoorbeeld niet in opgenomen. Dat betekent niet dat dit noodzakelijk een vertekend laag mediaanloon met zich meebrengt. Naar aanleiding van het coronajaar 2020 maakte Statbel uitzonderlijk de berekening met toevoeging van enkele ‘essentiële beroepen’ zoals de gezondheidszorg. Het resultaat was een mediaanloon dat zelfs lager uitviel.

'Deze PVDA-claim over toplonen vertelt niet het hele verhaal', vindt Edwin De Boeck (N-VA).
‘Deze PVDA-claim over toplonen vertelt niet het hele verhaal’, vindt Edwin De Boeck (N-VA).

De gemiddelde vergoeding van ceo’s van beursgenoteerde bedrijven haalt de PVDA uit onverdachte bron: een jaarlijks rapport van het Executive Remuneration Research Centre van managementschool Vlerick. Het is de som van het basisloon, ongeveer een kwart van het geheel, samen met andere premies en incentives op korte en lange termijn. De specifieke cijfers dateren van 2019. Maar omdat een dergelijk groot gedeelte van het loon variabel en resultaatgebonden is, schommelen de vergoedingen van ceo’s aanzienlijk wanneer de bedrijfsbalans bijzonder goed of slecht uitvalt.

Representativiteit

Hoe representatief zijn deze cijfers, en hoe fair is het om ze met elkaar te vergelijken? In Nederland komt de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV), de grootste vakbond van het land, ook al jaren met cijfers op de proppen tijdens een eigen ‘Fat Cat Day’. De FNV pakt het wel anders aan: ze publiceert een lijst van de veertien bestbetaalde ceo’s van Nederland, en berekent voor elk van hen na hoeveel dagen ze evenveel verdienden als een werknemer met het minumumloon. In andere landen gebruikt men nog andere parameters.

Bij de becijfering van de PVDA geven de mediaanlonen van gewone werknemers geen volledig beeld van de werkende bevolking, wat waarschijnlijk leidt tot een onderschatting van de loonkloof. De mediaanlonen van de ceo’s gaan enkel over de grootste, beursgenoteerde BEL20-bedrijven, wat dan weer leidt tot een overschatting. Bestuurders van kleinere bedrijven of familiale kmo’s, waarvan er in ons land veel meer zijn, ontvangen een kleiner bezoldigingspakket, wat de loonspanning lager maakt. Er zijn daarnaast ook grote verschillen tussen verschillende sectoren, en de variabiliteit van premies en bonussen bemoeilijkt de oefening nog.

Een initiatief als Graaidag is een aandachtstrekker. Het echte debat moet dan nog beginnen.

De PVDA beweert nergens letterlijk dat haar Graaidag-oefening representatief zou zijn voor alle bedrijfsleiders in ons land. Tegelijk maakt ze op de gebruikte afbeeldingen voor sociale media en in de titels van artikels op haar website niet meteen duidelijk dat het gaat om een berekening die geldt voor beursgenoteerde bedrijven. Professor Xavier Baeten van Vlerick Business School: ‘Ik heb er persoonlijk een zeer groot probleem mee dat men steeds opnieuw naar de BEL-20 verwijst. Het gaat hier om de twintig grootste bedrijven in België, en die zijn niet representatief voor wat een ceo in een doorsneebedrijf verdient.’

Natuurlijk kan de PVDA maar werken met de cijfers die voorhanden zijn. Een interessantere statistiek die een beter inzicht zou kunnen bieden, is die van de loonspanning binnen bedrijven: hoeveel keer is het loon van de ceo een veelvoud van het loon van de modale werknemer van datzelfde bedrijf? In de VS verplicht een toezichthouder dat beursgenoteerde bedrijven de bezoldiging van hun ceo’s én de loonspanning met de gewone werknemers bekendmaken. De PVDA grijpt haar Graaidag aan om ervoor te pleiten dat ook in ons land de loonkloof binnen grote bedrijven publiek wordt gemaakt in het jaarlijkse remuneratieverslag.

Koningshuis

De Graaidag van de PVDA is niet het enige voorbeeld waarbij een speciale dag wordt afgekondigd om een problematiek onder de aandacht te brengen. Zo vaardigde het Vlaams-nationalistische Taal Aktie Komitee (TAK) op 1 januari 2021 een eigen Graaidag uit, ‘de dag waarop de Belgische koning al meer heeft verdiend dan de gemiddelde werknemer in een heel jaar zal verdienen’. Internationaal zijn er initiatieven zoals ‘Earth Overshoot Day’, dat al ontstond in de jaren 1990. Elk jaar probeert men de datum vast te pinnen waarop de mensheid de ecologische middelen die de aarde in een jaar genereert al heeft opgebruikt, aan de hand van de ecologische voetafdruk inzake CO2-uitstoot, visserij en landgebruik. Maar ook Earth Overshoot Day is omstreden. Ecomodernisten en vooruitgangsfilosofen hekelen de berekenmethodes en noemen het concept pseudowetenschap.

Hoewel de precieze cijfers achter de Graaidag van de PVDA kloppen, is de hoge bezoldiging van ceo’s van BEL20-bedrijven niet representatief voor de gemiddelde bedrijfsleider in ons land. Die nuance gaat verloren in titels en op Facebookprentjes die de partij publiceert. We moeten vooral beseffen dat het afkondigen van symbolische data zoals Graaidag of Earth Overshoot Day bedoeld zijn als een manier om problematieken onder de aandacht van de pers en de burger te brengen. Het werkelijke debat moet dan nog beginnen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content