Mensenrechtenhof: "Verplichte vaccinatie noodzakelijk in democratische samenleving"

Een verplichte vaccinatie is "noodzakelijk in een democratische samenleving". Dat stelt de Grote Kamer van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens donderdag in een arrest.
door
nina.vandenbroeck
Leestijd 2 min.

Ouders van kinderen die in Tsjechië geweigerd waren op de kleuterschool omdat ze niet gevaccineerd waren, waren naar het Hof gestapt. Dat heeft geoordeeld dat landen hun burgers kunnen verplichten om zich te laten inenten. "In de huidige coronapandemie versterkt dit arrest de mogelijkheid van een vaccinatieplicht", meent juridisch expert Nicolas Hervieu. Hervieu, docent aan de prestigeuze onderwijsinstelling Sciences-Po in Parijs, wijst wel op "de beoordelingsmarge die het Hof de lidstaten laat in hun vaccinatiebeleid".

In zijn arrest wijst het Hof volgens Hervieu op "de algemene consensus over de gunstige effecten van vaccinatie, die niet op de helling worden geplaatst door onvermijdelijke secondaire effecten". De Europese rechters onderschrijven ook "het solidariteitsprincipe, dat kan rechtvaardigen dat men vaccinatie voor iedereen verplicht, ook voor zij die zich minder bedreigd voelen door de ziekte, wanneer het erom gaat de meest kwetsbare mensen te beschermen".

Geen schending rechten

Het Hof stelt ook vast dat Tsjechische kinderen al verplicht gevaccineerd worden tegen negen ziektes , waaronder tetanos en difterie. Die verplichting vormt geen schending van de bepalingen in het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens over "het recht op respect voor het privéleven".

"Het vaccinatiebeleid streeft de legitieme doelstellingen op vlak van de bescherming van de volksgezondheid en de rechten van anderen na, in de zin dat ze zowel zij die gevaccineerd worden beschermen als zij die zich om medische redenen niet kunnen laten vaccineren", stelt het Hof. Zij zijn afhankelijk van collectieve immuniteit om zich te beschermen tegen ernstige ziektes.

Tsjechië "beschikt dus over een ruime beoordelingsmarge in deze context", zo vervolgt de Grote Kamer van het Hof, dat meent dat "het hogere belang van kinderen moet primeren in alle beslissingen die hen aangaan".

Indien in deze zaak "de niet-toelating van kinderen op de kleuterschool voor hen het verlies van een cruciale kans voor de ontwikkeling van hun persoonlijkheid heeft geïmpliceerd", dan "ging het eerder om een preventieve dan punitieve maatregel waarvan de effecten in de tijd beperkt zijn geweest", besluit de Grote Kamer. Beroep tegen arresten van de Grote Kamer is niet mogelijk.