Extra belastingen om de coronafactuur te betalen zijn geen goed idee

Extra belastingen worden in sommige hoeken een populair antwoord om de coronafacturen op te vangen. Daarbij wordt nogal vlot vergeten dat België nu al bij de ‘wereldtop’ hoort op vlak van totale belastingdruk. Net als wat betreft belastingdruk op kapitaal.

Nu er stilaan licht te zien is aan het einde van de coronatunnel wordt er ook meer en meer nagedacht over hoe we de coronafacturen gaan betalen. In sommige hoeken is het makkelijke antwoord dan nogal snel: ‘extra belastingen’. Zelfs het IMF kwam deze week met het voorstel voor een soort tijdelijke crisisbelasting op hogere inkomens en op bedrijven die goed door de crisis gekomen zijn. Het is evenwel nog maar de vraag of zo’n algemeen voorstel voor elk land even zinvol is (en zeker in de Belgische context).

België start al met een erg zware belastingdruk

Het uitgangspunt op vlak van belastingen in de verschillende industrielanden is heel uiteenlopend. ‘Extra belastingen’ is uiteraard iets helemaal anders voor landen als Ierland, de VS of Zwitserland, waar de totale belastingdruk (gedefinieerd als alle fiscale en parafiscale overheidsontvangsten in % van het BBP) respectievelijk 23%, 24% en 29% bedraagt, dan voor een land als België, waar dat 43% is. Qua totale belastingdruk hoort België al bij de ‘toplanden’ in de wereld. Tegen die achtergrond ligt het gemak waarmee gepleit wordt voor extra belastingen toch minder voor de hand. 

Dezelfde redenering gaat trouwens ook op voor belastingen op kapitaal. Zo raamt de Europese Commissie de totale belastingdruk op kapitaal in België op 40%, na Frankrijk de hoogste van Europa. Opnieuw is het lang niet duidelijk dat we zomaar die belastingdruk kunnen verhogen zonder schadelijke gevolgen. Ook voor inkomsten uit kapitaal vertrekken we al van een zware gemiddelde belastingdruk. 

Uitgavenkant niet vergeten

De focus op extra belastingen als antwoord op de crisis dreigt ook de aandacht af te leiden van de andere kant van het verhaal, de overheidsuitgaven. Met het huidige beleid zullen die overheidsuitgaven (exclusief de rentelasten) na de crisis stabiliseren rond 55% van het BBP. Ook dat is bij de hoogste onder de industrielanden. Bovendien zitten die uitgaven al decennialang in de lift. Ter vergelijking: in 2000 bedroegen die nog 43% van het BBP. In euro’s van vandaag is dat een verschil in jaarlijkse overheidsuitgaven van bijna 60 miljard. En ook de komende jaren zullen onvermijdelijke uitdagingen zoals de vergrijzing en het klimaat voor opwaartse druk op die overheidsuitgaven blijven zorgen. 

‘Extra belastingen’ dreigt een te makkelijk antwoord te worden voor de Belgische coronafactuur. Gezien de al zware belastingdruk en de zeer hoge overheidsuitgaven moet de focus toch vooral op die laatste liggen. De vraag of al die overheidsuitgaven wel efficiënt en/of effectief zijn, blijft relevant. Meerdere analyses suggereren dat dat lang niet altijd het geval is. Eerder dan te gaan nadenken over allerlei extra belastingen, moeten de Belgische overheden de komende jaren vooral hun uitgaven onder de loep nemen. 


De auteur Bart Van Craeynest is hoofdeconoom bij Voka en auteur van het boek Terug naar de feiten 

Meer