Direct naar artikelinhoud
AchtergrondRisicopatiënten

Waarom het niet zo eenvoudig is de risicopatiënt voorrang te geven bij vaccinatie

Waarom het niet zo eenvoudig is de risicopatiënt voorrang te geven bij vaccinatie
Beeld Wannes Nimmegeers

Vanaf deze week kunnen ook naar schatting anderhalf miljoen risicopatiënten een uitnodiging krijgen voor vaccinatie. Brussel kondigde vanochtend aan zelfs al met de vaccinatie te beginnen. Al zullen er sowieso nog gaten zitten in de opgestelde lijst. ‘Missers kan je nooit uitsluiten.’

Een huzarenstukje. Zo wordt de ‘databank comorbiditeiten’ door artsen en experten genoemd. Want de Hoge Gezondheidsraad had dan wel een lijst met onderliggende aandoeningen opgesteld (zie kader), daar ook namen van patiënten op kleven was een heel ander paar mouwen.  “Het is een vrij uniek systeem geworden, waarbij we vanuit verschillende bronnen gewerkt hebben”, legt Jan De Maeseneer, emeritus professor huisartsgeneeskunde (UGent) en lid van de taskforce Vaccinatie uit. “Het Kankerregister bijvoorbeeld, maar ook de databanken van de mutualiteiten die gegevens hebben over medicatiegebruik.”

Daarnaast hebben alle huisartsen de voorbije weken ook software gekregen om hun digitale medische patiëntendossiers (GMD) helder te krijgen. “De software zorgt ervoor dat we op basis van gecodeerde data in onze patiëntendossiers tot een goeie diagnose komen”, zegt Roel Van Giel, voorzitter van het huisartsensyndicaat Domus Medica. “Een patiënt met diabetes bijvoorbeeld waarbij de term ‘diabetes’ niet letterlijk vermeld staat in het dossier kan zo via de controle van een aantal andere parameters toch opgepikt worden.”

Afgelopen weekend kwam dan een tweede tool, waarmee de huisartsen vrij makkelijk patiënten kunnen uploaden in de vaccinatiedatabank. Daar gebeurt dan een controle op eventuele dubbels. “Dat verloopt eigenlijk allemaal vlot”, zegt Van Giel. “Woensdagavond hadden de huisartsen al 500.000 patiënten opgeladen. En zonder IT-problemen.”

Daarnaast zijn ook in elk ziekenhuis twee arts-specialisten bevoegd om patiënten op te laden naar de databank. Dan gaat het vooral om mensen met zeldzame aandoeningen. En kunnen ook apothekers patiënten begeleiden en informatie geven.

Patiënten kunnen ook zelf checken of ze op de lijst staan, via myhealthviewer.be. Maar die onlinetool werkte donderdag, door de massale belangstelling, niet naar behoren. Professor De Maeseneer verwacht dat dat euvel de komende dagen wel opgelost zal zijn. “We vragen sowieso nog wat geduld van patiënten. De artsen zijn nog volop bezig met het aanvullen van de lijst. Want ook al zijn er al twee selecties gebeurd, toch kan het zijn dat een patiënt ten onrechte nog niet op de lijst staat. Omdat een aandoening bijvoorbeeld nog heel recent is.”

Uit de boot

En toch klonk er al meteen kritiek op het systeem. Dokter Marc Moens van het grootste artsensyndicaat BVAS uitte enkele twijfels in Knack. Zo’n 30 procent van de Vlamingen heeft namelijk geen vaste huisarts en dus ook geen digitaal dossier. En in die dossiers staat bijvoorbeeld ook niet altijd de BMI vermeld van zwaarlijvige patiënten. Waardoor sommige patiënten toch nog uit de boot zullen vallen.

Maar volgens Roel Van Giel zal dat goed meevallen. “Het klopt dat 30 procent van de Vlamingen geen digitaal dossier heeft bij een huisarts, maar dan spreken we over de hele bevolking. Van de 0- tot 100-jarigen zeg maar. In de groep waarover we hier spreken, de 18- tot 64-jarigen mét chronische aandoeningen heeft de overgrote meerderheid dat wel. Dit zijn mensen die sowieso opgevolgd worden door een arts. En die weet wel wie zwaarlijvig is en wie niet.”

Patiënten van 45 tot 64 jaar met:
• chronische ernstige luchtwegaandoeningen
• chronische hart- en vaatziekten
• obesitas met BMI ≥ 30
• diabetes type I en II
• chronische aandoeningen van het zenuwstelsel
• dementie
• kanker (tumoren) niet langer dan 5 jaar geleden
• verhoogde bloeddruk

Patiënten van 18 tot 64 jaar met:
• chronische nierziekten minstens 3 maand aanwezig
• chronische leverziekten minstens 6 maand aanwezig
• hematologische kankers (bv. leukemie)
• syndroom van Down
• transplantatiepatiënten
• verstoord immuunsysteem
• actieve hiv/aids
• sommige zeldzame aandoeningen

Voor mensen zonder papieren, daklozen en andere kwetsbare personen voor wie de toegang tot zorg moeilijker is, wordt gerekend op de medewerking van opvanghuizen en sociaal-culturele organisaties. 

Ook huisarts Dirk Scheveneels, ondervoorzitter van BVAS en lid van de werkgroep comorbiditeit, denkt dat het systeem kan werken. “Wij hadden wel liever gezien dat er volledig volgens leeftijd werd gewerkt. Maar de inspanningen om dit geregeld te krijgen waren gigantisch. Zeker de mutualiteiten hebben hier zeer veel en goed werk geleverd.”

Al is iedereen het er over eens dat het nooit een voor de volle  100 procent sluitend systeem kan zijn. “Maar door verschillende databanken te combineren proberen we het aantal missers zo laag mogelijk te houden”, zegt Van Giel.

Waar huisartsen wel voor vrezen, is dat ze door sommige patiënten onder druk zullen worden gezet om hen op de lijst te zetten. “Artsen leren in hun opleiding hoe ze hiermee om kunnen gaan”,  stelt professor De Maeseneer die het vergelijkt met de druk die artsen soms voelen bij de vraag naar attesten voor arbeidsongeschiktheid. “In sommige andere landen kunnen patiënten niet zomaar naar een andere arts stappen. Dat zou ook hier handig zijn, want  dan sta je als arts natuurlijk sterker om – met argumenten – ‘neen’ te zeggen.”

Uit de boot
Beeld Getty Images