Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un waarschuwt voor economische ontberingen door sluiting grens met China

Noord-Korea heeft te maken met de ergste economische situatie ooit. De woorden kwamen deze week uit de mond van Kim Jong-un, de sterke man van het geïsoleerde regime in Pyongyang. Tijdens een bijeenkomst van zijn Arbeiderspartij voegde Kim eraan toe dat de bevolking zich maar moet voorbereiden op "hindernissen en moeilijkheden" in de nabije toekomst.

Er liggen de laatste tijd alsmaar minder producten in de Noord-Koreaanse winkels. Dat komt omdat de import uit China zo goed als volledig is weggevallen. Noord-Korea heeft zijn ruim 1.300 kilometer lange grens met China het voorbije jaar hermetisch afgesloten, uit vrees voor coronabesmettingen. Officieel is het land vrij van COVID-19, al hebben internationale experts hun twijfels bij dat discours van de overheid. 

Import uit China is gekelderd

De import van producten uit China is cruciaal voor Noord-Korea. Het waren zowat de enige buitenlandse goederen die het land binnenkwamen. Maar uit Chinese cijfers blijkt dat de handel met de Noord-Koreaanse buren met 80% is gekelderd. Noord-Korea is door het dichtknijpen van die belangrijke levenslijn grotendeels aangewezen op de eigen voedselproductie, maar die is ontoereikend om alle monden in het land te voeden. 

(lees verder onder de foto)

Koekjes rollen van een Noord-Koreaanse productieband. Eigen voedselvoorziening is ontoereikend.

De sluiting van de Chinees-Noord-Koreaanse grens heeft ook een grote impact op de bloeiende smokkelroutes. Noord-Koreaanse 'handelaars' steken traditioneel de Yalu-rivier tussen de twee landen over - vaak na het omkopen van grenswachters - om producten uit China op de zwarte markt te laten terechtkomen. Een welkome aanvulling voor de boodschappentas van veel Noord-Koreaanse burgers. 

Maar er wordt nu nog meer dan vroeger gepatrouilleerd langs de grens, en er is ook sprake van de recente aanleg van een betonnen muur en prikkeldraad onder hoogspanning om de illegale handel tegen te gaan, alweer in het kader van de strijd tegen het coronavirus. Met als resultaat dat er nauwelijks nog wordt gesmokkeld.

Een nieuwe hongersnood?

Opvallend: Kim had het in zijn toespraak voor de partijbijeenkomst over de noodzaak om een nieuwe 'Moeilijke Mars' te organiseren. Die term wordt door de Noord-Koreaanse leiders gebruikt als verwijzing naar de hongersnood uit de jaren negentig. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie viel de omvangrijke financiële steun uit dat land weg, waardoor Noord-Korea in een neerwaartse economische spiraal terechtkwam.

Er is een nieuwe 'Moeilijke Mars' nodig om de problemen voor ons volk te verlichten.

Tussen 1994 en 1998 kwamen enkele honderdduizenden tot misschien wel drie miljoen Noord-Koreanen om van de honger. Dat laatste woord was in Noord-Korea evenwel taboe. In de propagandataal heette het dat er een 'Moeilijke Mars' aan de gang was: een massale inspanning van het volk om het hoofd te bieden aan de economische problemen. En die uitdrukking neemt Kim Jong-un vandaag dus ook in de mond. (lees verder onder de foto)

Hongersnood in Noord-Korea, jaren negentig.

De Noord-Koreaanse economie heeft het al jaren moeilijk door de internationale sancties die vooral vanuit het Westen worden opgelegd. Het voorbije jaar kwam daar de coronacrisis en het hierdoor nog groter wordende isolement bovenop. Bovendien werd Noord-Korea getroffen door een reeks natuurrampen, waaronder zware zomerstormen en overstromingen. 

In plaats van werk te maken van een verbeterde productie van voedsel en consumptiegoederen, blijven de Noord-Koreaanse leiders massaal veel geld uitgeven aan militair materieel en raketproeven. Vorige maand werden nog twee testraketten afgevuurd, in strijd met een verbod uitgevaardigd door de VN-Veiligheidsraad.

Bekijk hieronder de reportage in Het Journaal.

Videospeler inladen...

Meest gelezen