Ruimtevaart heeft enkele opmerkelijke verjaardagen te vieren

De maand april staat in de annalen van de ruimtevaart enkele keren met bijzonder grote kapitalen vermeld. De maand zorgde immers voor een aantal opmerkelijke mijlpalen in zowel de bemande als onbemande ruimtevaart. Daarbij vallen vooral de verjaardagen van de lancering van de eerste Russische kosmonaut en de eerste Amerikaanse spaceshuttle op. Beide gebeurtenissen vieren die mijlpaal – met een tussenperiode van twintig jaar – trouwens op dezelfde kalenderdag.

De Russische gevechtspiloot Joeri Gagarin werd op 12 april 1961 de eerste mens die de ruimte kon verkennen. Gagarin (27) maakte met de Vostok 1 een baan rond de aarde. De lancering gebeurde van op de ruimtebasis Bajkonoer in de toenmalige Sovjetrepubliek Kazakhstan. De vlucht van Gagarin nam, van lancering tot landing, 108 minuten in beslag.

Kosmonaut Yuri Gagarin op weg naar het lanceerplatform van de Vostok 1. Achter Gagarin reserve-kosmonaut Gherman Titov, die later de tweede mens in de ruimte zou worden. – akg-images/Universal Images Gr/AKG

Met deze realisatie breidde de Sovjet-Unie zijn voorsprong in de ruimterace met de Verenigde Staten verder uit. Het land had immers eerder met de Spoetnik 1 ook al de eerste kunstmatige satelliet in een baan rond de aarde kunnen brengen. Het succes van de eerste bemande ruimtevlucht werd voor de Sovjetleiders dan ook een belangrijk propaganda-instrument. Gagarin zelf zou echter bijna zeven jaar later in de buurt van Moskou bij een ongeval met een MiG-15 gevechtsvliegtuig om het leven komen.

Inhaalbeweging

Na die eerste ruimtesuccessen van de Sovjet-Unie zou het nog geruime tijd duren vooraleer de Verenigde Staten een echte inhaalbeweging konden inzetten. Het Amerikaanse ruimtevaartbureau NASA kon drieëntwintig dagen later met zijn Mercury-programma weliswaar de lancering van astronaut Alan Shepard melden, maar die vlucht duurde niet meer dan vijftien minuten en bleef beperkt tot een ballistische sprong.

Pas op 20 februari 1962 zou John Glenn de eerste Amerikaanse astronaut worden die in de ruimte rond de aarde zou draaien.

Ondertussen zou de Sovjet-Unie de ruimteprimeurs aan elkaar blijven rijgen. Gherman Titov werd op 6 augustus 1961 met de Vostok 2 de eerste ruimtereiziger die langer dan een dag in de ruimte zou blijven. Een jaar later zouden Andriyan Nikolayev (Vostok 3) en Pavel Popovich (Vostok 4) de eerste simultane vlucht met twee ruimtecapsules maken. Het Vostok-programma werd in juni het jaar daarop afgesloten met een vlucht van Valentina Tereshkova, die de eerste vrouw in de ruimte zou worden.

Na die eerste reeks lanceringen begon de NASA zijn achterstand echter op te halen. Het Amerikaanse ruimtevaartbureau bereidde met de projecten Gemini en Apollo de reis naar de maan voor. De Sovjet-Unie koos voor de programma’s Voskhod en Sojoez. De eerste fase van de ruimtewedloop tussen de Verenigde Staten zou op 21 juli 1969 zijn bekroning krijgen met de landing van de Amerikaanse astronauten Neil Armstrong en Edwin Aldrin (Apollo 11) op de maan.

Onderzoek

Daarna kozen de twee landen vooral voor de uitbouw van het onderzoek in de ruimte. Dat mondde in eerste instantie uit in de lancering van de laboratoria Skylab bij de NASA en Saljoet bij de Sovjet-Unie. Stilaan begon echter het idee van een internationale samenwerking in de ruimte te groeien, wat uiteindelijk in de bouw van het International Space Station (ISS) zou uitmonden.

De landing van de eerste missie van het Amerikaanse ruimteveer Columbia. – NASA/Science Photo Library

Op 12 april 1981, exact twintig jaar na de start van de bemande ruimtevaart, liet de NASA een nieuwe belangrijke mijlpaal optekenen. Die dag startte het ruimteveer Columbia vanop het Kennedy Space Center in Florida met de astronauten John Young en Robert Crippen zijn eerste missie. Columbia werd daarmee het eerste herbruikbare bemande ruimteschip.

De Amerikaanse vloot spaceshuttles werd vervolgens uitgebreid met de ruimteveren Challenger, Discovery, Atlantis en Endeavour. Zij moesten onder meer de bemanning van het International Space Station (ISS) op hun bestemming brengen en weer na aarde brengen. 

John Young en Robert Crippen, de bemanning van de eerste missie van het ruimteveer Columbia. – NASA/Science Photo Library

Columbia voerde in totaal achtentwintig missies uit, waarbij het ruimteveer in totaal meer dan 300 dagen in de ruimte verbleef. Daarbij werden 4.808 omwentelingen rond de aarde gemaakt en werd een afstand van bijna 201,5 miljoen kilometer afgelegd.

De spaceshuttles voerden in totaal 135 ruimtemissies uit. Challenger en Columbia crashten, waarbij de bemanning om het leven kwam. Nadat de spaceshuttles tien jaar geleden uit dienst werden genomen, zag de NASA zich verplicht om voor zijn bemande ruimtevaart zitplaatsen te huren in de Russische Sojoez-ruimteveren. Sinds kort kan echter beroep worden gedaan op Amerikaanse privébedrijven zoals Spacex van Elon Musk.

Toerisme

Er staan later deze maand trouwens nog enkele opmerkelijke astronomische verjaardagen op de agenda. Op 19 april zal het immers exact vijftig jaar zijn geleden dat Rusland met Saljoet 1 het eerste ruimtestation in een baan om de aarde bracht.

Op 28 april zal het vervolgens twintig jaar geleden zijn dat de Italiaans-Amerikaanse miljardair Dennis Tito de allereerste ruimtetoerist uit de geschiedenis werd. Tito (60) betaalde Rusland 20 miljoen dollar voor een verblijf van acht dagen in het International Space Station. Tot nu toe hebben zeven toeristen een reis naar het ruimtestation kunnen maken.

(jvdh)

Meer