Direct naar artikelinhoud
Lust en Liefde

‘Waarom zou je gebukt willen gaan onder monogamie? Eén man geeft me niet alles wat ik verlang’

‘Waarom zou je gebukt willen gaan onder monogamie? Eén man geeft me niet alles wat ik verlang’
Beeld Getty Images

Mark (32) laat zich geen regels meer voorschrijven. Hij heeft ondervonden op welke manier hij het gelukkigst is: vrij, en toch bemind. Door drie mannen, zelfs. 

“Sinds een tijdje zijn er drie mannen in mijn leven die allemaal een andere rol vervullen. Met de een heb ik een warme, vriendschappelijke band. We zien elkaar ­dagelijks of om de dag, delen al onze sores en vrolijkheden maar hebben, na ooit één keer gekust te hebben, nooit een fysieke relatie gehad. Man twee is iemand met wie ik juist wel seks heb en man drie is iemand die ik eens in de paar maanden zie, met wie de relatie ook vooral fysiek is. Maar dat is niet zoals de meeste van mijn vrienden leven. Heel veel homo’s leven als hetero’s. Zo opmerkelijk, en vreemd eigenlijk, dat ons denken over liefde, ieders denken, nog altijd heteronormatief is, alle aandacht voor inclusiviteit ten spijt.

“Ik heb zelf ook geprobeerd ‘normaal’ te zijn. Acht jaar heb ik met een vrouw samengewoond en toen ik op mijn zesentwintigste uit de kast kwam, heb ik een jaar later nog eens een maand of vier met een man samengewoond, maar het paste niet bij me. Het lukte me niet om alles wat ik verlang bij één iemand te vinden. Klinkt ­verwend, maar dat geldt voor ­iedereen in zekere mate. Geen monogaam ­koppel zal ­zeggen dat ze elkaars intellectuele en lichamelijke behoeften exclusief kunnen bevredigen, maar dan is mijn vraag vervolgens: waarom zou je je die monogamie opleggen? Ik zie om me heen veel mannen en vrouwen die elkaar in alle opzichten trouw en loyaliteit beloofd hebben, maar daar vervolgens onder gebukt gaan.

“Een heel simpel, plat voorbeeld: ik heb vrienden die hun lievelingseten niet meer eten omdat hun partner dat niet lekker vindt. Ze ­kijken naar programma’s waar ze een hekel aan hebben, om hun partner tegemoet te komen. Ze hebben afgesproken dat ze wel intieme gesprekken mogen hebben met anderen buiten hun relatie, maar daar niet mee mogen kussen. Partners binnen een heteronormatieve relatie lijken vaak een zekere trots te ontlenen aan het feit dat ze zich aan elkaar aanpassen. Alsof offers brengen de motor van een relatie is, in plaats van het streven naar zoveel mogelijk geluk. Maar waarom zou jezelf wegcijferen als je ook kan kiezen voor een andere leefwijze waar het geluk misschien eenvoudiger te vinden is? Niet iedereen is geschikt voor monogamie.

“Makkelijk, drie mannen, zou je kunnen tegensputteren. Dan is er altijd wel iemand beschikbaar. Maar wat dan nog? Die ongebondenheid geldt andersom ook. Wij zijn elkaar niks verschuldigd. Mijn beste vriend, man ­nummer één, leerde een tijdje geleden iemand kennen. Daardoor zagen wij elkaar ineens veel minder. Dat vond ik jammer. Ik had op dat moment geen idee hoe lang het zou duren maar ik wist wel dat dit een keer kon gebeuren. Net zoals ik weet dat het zomaar ineens helemaal afgelopen kan zijn. Natuurlijk zal ik dan ­verdrietig zijn, maar ik zal nooit weggevaagd worden, evenmin zal ik verscheurd worden door jaloezie en zijn auto bekrassen of zijn deur in de gaten houden om te zien hoe vaak die andere vent langskomt.

“Mijn keuze voor wat je egocentrisme kan noemen heeft als consequentie dat ik de ander hetzelfde egocentrisme gun. Met de drie ­mannen heb ik het vaak over alle mogelijke gebeurtenissen die een einde kunnen maken aan onze vriendschap, zoals we over alles ­praten: werk, familie, het nieuws, onze dates, seks. Man één en ik komen het dichtst bij een klassieke relatie, en als een dierbare zou ­overlijden, zou hij misschien degene zijn die ik meeneem naar de begrafenis. Maar zelfs dat weet ik niet zeker. Uiteindelijk ben ik overtuigd vrijgezel. Zo gedraag ik mij naar buiten toe. Zo ziet mijn familie mij. Ik zal nooit trouwen en als jeugdwerker heb ik al genoeg jongeren om me heen. Maar tegelijk sluit ik nooit helemáál uit dat ik nog eens eindig met één man. Mogelijk is er volgend jaar nog een vierde man in mijn leven, of een vijfde.

“Het idiote is, als je leeft zoals ik zijn er geen rolmodellen. Het is niet erg bemoedigend om te merken hoezeer zelfs de tienjarigen die ik ­dagelijks zie, gewend zijn te denken in stereo­typen. De laatste jaren is iedereen meer gewend aan homokoppels, maar wel weer binnen ­diezelfde constellatie: monogaam, al dan niet met kinderen. Ik betrap mezelf er zelfs weleens op dat ik ook zo denk. Onlangs vroeg ik aan een collega, hoe lang was jij eigenlijk vrijgezel en hoe was dat voor je? Alsof alleen een ander je echt gelukkig kan maken en het vrijgezellen­bestaan een ongewenste fase is waaraan je zo snel mogelijk een einde dient te maken.

“Mijn relatievorm met drie mannen is ­langzaam gevormd en heeft me lichter gemaakt. Begrippen als schuld, jaloezie, schaamte, het niet voldoende gezien worden door de ander, lijken toch vooral het domein van relaties waarin je je lot exclusief aan één iemand ­verbindt. Het gevolg van mijn keuze is dat ik geen controle heb. Ik heb geen idee met wie ik volgende week zaterdag doorbreng en stel me geregeld tevreden in mijn eentje. Maar gehuwden ­hebben die controle uiteindelijk evenmin. Hoe meer regels je opstelt, hoe groter de kans dat één van beiden ze overtreedt. En als ik echt wil kan ik altijd wel ergens terecht, ik heb genoeg vrienden en vriendinnen.

“Het helpt dat ik niet snel jaloers ben en dat ik gelijkgestemden heb gevonden. De grote winst is dat liefde minder moeizaam is geworden, niet minder intens. Als iemand die snel verveeld is, heb ik een relatievorm gevonden die mij op het lijf is geschreven. Ik heb lief en toch hoef ik niet iedere avond met dezelfde man in bed te liggen en seks te hebben op telkens dezelfde manier. Ik heb lief en ben vrij tegelijk.”