Direct naar artikelinhoud
InterviewFroukje Veenstra

Froukje Veenstra: ‘Ik kan me nauwelijks nog herinneren hoe heerlijk het was om uit te gaan’

Froukje Veenstra: ‘Ik kan me nauwelijks nog herinneren hoe heerlijk het was om uit te gaan en niet te weten wat de nacht bracht.'Beeld Willem de Kam

Een doorbraak tijdens een wereldwijde virusuitbraak? Het is niet iedereen gegeven. Wie is de Nederlandse Froukje Veenstra (19), die ook in Vlaanderen niet meer van de radio is weg te denken?

Vlak voor de pandemie rees een nieuwe ster aan het Nederlandse firmament: Froukje Veenstra. Met haar single ‘Groter dan ik’ ging de conservatoriumstudent meteen viraal. Een boodschap over klimaatverandering klinkt op papier misschien niet zo héél erg aantrekkelijk, maar het lied vond direct weerklank omdat de beat zo catchy als de neten was. En de tekst poignant. ‘Happy new year, de wereld staat in de fik en ik zou het willen blussen maar het vuur is groter dan ik’, rapt de studente daarin. 

BIO • geboren op 4 september 2001 in Nieuwkoop (NL) • begint in 2019 studie Songwriting aan Codarts Rotterdam • haar debuut­single ‘Groter dan ik’ gaat viraal in januari 2020 • behaalt datzelfde jaar de tweede plaats op Poptalent 2021

De bosbranden in Australië inspireerden haar om een lied te schrijven om mensen bewust te maken van de problemen in de wereld. “Het was eigenlijk gewoon een schoolopdracht”, vertelt ze. “We moesten een nieuwjaarslied voor 2020 maken. Ik kon alleen maar een deprimerende balans opmaken: het gaat niet goed met de wereld, en we moeten iets doen om de planeet te redden. Mijn beste vriend en producer Jens spoorde me toen aan om het professioneel op te nemen. In het begin heb ik klimaatinstanties zoals Greenpeace en het Wereld Natuur Fonds gemaild om het lied te verspreiden, omdat ik dacht dat de songtekst misschien iets zou kunnen bijdragen aan een debat. Maar toen werd het nummer ineens aangevraagd op de radio, en ging de bal vanzelf aan het rollen.”

In een mum van tijd stond haar agenda volgeplamuurd met afspraken voor televisie en radio. Op die manier dreigde ze even “het linkse, kwaaie klimaatmeisje” te worden. “Ik ben een artiest, geen activist”, zegt ze vandaag stellig. “Ik kreeg onwijs veel aanvragen van klimaatinstanties, en nu nog steeds trouwens. Bij demonstraties word ik ook al eens vaker gepolst om mee te lopen. Ik sta achter hun doelstellingen, hoor. En ik sta ook nog steeds achter de boodschap van die single. Maar ik weigerde van meet af aan om in een welbepaald hoekje weggezet te worden. Juist, ik wilde méér zijn dan Greta Thunberg op beats.” (lacht)

Met singles als ‘Ik wil dansen’ en ‘Onbezonnen’ zorgde Veenstra ervoor dat ze niet in die val verstrikt raakte. Met ‘Onbezonnen’ scoorde ze zelfs haar grootste hit in de hitlijsten, terwijl ‘Ik wil dansen’ meer dan 3,6 miljoen keer gestreamd werd op Spotify. Daarmee lukte het haar om een stevige positie aan de top van de Nederlandse muziekscene te bestendigen. Maar ook Vlaanderen moet overstag. Voor een remix van ‘Licht en donker’ zocht ze daarom contact met de Antwerpse producer Willem Ardui, één deel van blackwave. “Het klinkt misschien een beetje zielloos”, geeft ze toe. “Maar Willem en ik zijn geen hartsvrienden of zo. De samenwerking is via-via verlopen. We hebben elkaar nog nooit in levenden lijve ontmoet, omdat het niet kon. Maar ik ben wel heel blij met de herwerking. Op deze manier hoop ik om mijn publiek uit te breiden naar België.”

Lege zalen

In haar fraai gedecoreerde studentenkamer in Rotterdam spreekt ze met ons via Zoom. “Het voorbije jaar was voor veel mensen akelig. Maar voor mij was het eigenlijk best wel een memorabel, soms zelfs euforisch jaar. Ik had nooit durven voorspellen wat er allemaal zou gebeuren in mijn leven. Het voelt wel raar, om door te breken in een jaar waarin de wereld op slot ging. Ik heb amper voor publiek kunnen optreden, maar die schade haal ik later nog wel in. Omdat ik vorig jaar debuteerde, heb ik vaker voor een lege zaal opgetreden dan voor publiek. Dat is geen heel fijn gevoel, maar ik weet eigenlijk nauwelijks beter dan gestreamde concerten. Drie weken geleden heb ik eindelijk eens voor 1.500 man kunnen spelen, tijdens een test event. Ik was vooraf rotzenuwachtig, maar tegelijk was het zo leuk. Nu ik daarvan heb geproefd, begint het echt wel te knagen.”

“Heel mijn carrière probeer ik nu stap per stapje te plannen. Ik ben er zo pardoes in gedonderd door ‘Groter dan ik’, dat ik niet in de luwte kon rijpen. Maar tegelijk wil ik dat niet overdramatiseren: voor de buitenwereld lijkt het inderdaad alsof mijn ster razendsnel is gestegen, maar ik beleef elke dag van mijn leven, en dan vind ik dat die rise to fame eigenlijk nog wel meevalt. (lacht) Het is alsof je een kind na een jaar pas voor de tweede keer ziet: dan lijkt het ook in één klap ontzettend gegroeid, terwijl het kind dat zelf niet zo ervaart.”

“Op persoonlijk vlak ging het wel wat minder in 2020. Ik verlang zó erg naar het nachtleven. Het onbezonnen uitgaan, dansen, feesten, … Die ontlading mis ik enorm. En de spontaniteit. Ik kan me nauwelijks nog herinneren hoe heerlijk het was om uit te gaan en niet te weten wat de nacht je bracht. Het studentenleven verglijdt vandaag helemaal aan mij. Af en toe is het heel taai. Ik mis het enorm om nieuwe mensen te ontmoeten, of om met collega-artiesten te praten. Soms lijkt het leven zo vlak.”

'Meestal speel ik gitaar of piano op een heel intuïtieve manier, in de hoop dat er zomaar iets zal ontstaan. Ik ben niet de meest virtuoze pianist of gitarist.'Beeld Willem de Kam

De meest gehoorde opmerking bij muzikanten is dat ook hun inspiratie opgedroogd lijkt door de pandemie en het lijzige leven in lockdown. Dat schijnt dan weer niet het geval te zijn bij de Nederlandse. “Ik schrijf nog steeds veel, maar ik dwing mezelf dan ook om nieuwe liedjes te blijven schrijven. Ik studeer natuurlijk ook songwriting aan het conservatorium, dus het móét wel. Meestal speel ik gitaar of piano op een heel intuïtieve manier, in de hoop dat er zomaar iets zal ontstaan. Ik ben niet de meest virtuoze pianist of gitarist. Onlangs zei ik in een interview dat ik een klein stukje boven kampvuurniveau zit. Dát was nu ook weer wat overdreven. (lacht) Maar intuïtie gaat bij mij wel boven virtuositeit.”

Ze vertelt dat ze vroeger zowel in het Engels als Nederlands heeft gezongen en geschreven. Maar vandaag kiest ze resoluut voor het Nederlands. Als jonge tiener schreef ze liedjes (“in mijn beste steenkolen-Engels”) maar toen ze op haar 14 voor het eerst een Nederlandstalig liedje schreef, werd ze midscheeps geraakt door haar eigen woorden. “Dat was een kantelmoment. Ik wil graag creatief omgaan met taal, en dat lukt me duidelijk beter in mijn moedertaal. Verder maak ik mijn muziek zonder referenties. Dat zou ik zo flauw vinden, om bewust te willen klinken als iemand anders. Dat verklaart waarschijnlijk waarom de meeste liedjes een andere sound hebben. Ik heb sowieso een heel brede smaak. Vroeger was ik zelfs een metalhead. Ik was grote fan van System of a Down, Metallica en Iron Maiden. Ik hield ook van ‘geciviliseerde black metal’, groepen die onwijs hard en heftig klinken, maar tegelijk heel poëtische, macabere en duistere teksten schreven. Artiesten die de grenzen opzoeken, trekken me enorm aan.”

Stromae

Verklaart dat waarom ‘Onbezonnen’ ons wat deed denken aan zo’n andere grenzenslechtende pionier, Stromae? Met die mix van hiphop, house en een exotische flair is ze wat schatplichtig aan zijn sound. “Wat leuk dat je dat opmerkt”, lacht ze. “De gelijkenis is niet bewust opgezocht, maar ik ben wel een erg grote fan van hem. Nadat ik las dat hij ziek was geworden in Afrika en plots van het toneel was verdwenen, heb ik me in zijn platen verdiept. Wat een fantastische artiest.”

Stromae kreeg in die bewuste periode last van psychische problemen, door de bijwerkingen van malariapillen. Over depressie en andere mentale sores kan ook Veenstra schijnbaar meespreken. Een van haar meest succesvolle songs tot op vandaag is ‘Ik wil dansen’. Een geweldig upbeat liedje, met een heerlijk baslijntje, en dan haast achteloos daarin gemoffeld: een trieste tekst over wanhoop en escapisme. ‘Ik ben bang voor een nieuwe dag / Dus ik dans tot de pijn verzacht.’

“Om je maar meteen gerust te stellen: het gaat echt wel goed met mij, hoor. Maar ik word nu eenmaal geïnspireerd door de donkere dagen. Het is boeiender voor mij om die duisternis uit te vergroten, dan te zingen over alles wat ik leuk vind. Geen idee hoe het komt, maar mijn teksten zijn eigenlijk veel droeviger dan wat ik voel. Soms houdt iets me zo erg bezig dat ik nergens anders over wil schrijven, maar meestal verzin ik liedjes over dingen die ik zelf heb meegemaakt of voel. Al mijn liedjes zijn ook in mineur geschreven. Soms draag ik mezelf op om een blij liedje in majeur te schrijven, maar ergens halverwege loopt dat nummer op de klippen omdat ik het gewoon niet meer voel. En dan komt er toch weer een duistere wending.”

Met een liedje als ‘Heb ik dat gezegd?’ probeert ze bijvoorbeeld depressie bespreekbaar te maken. ‘Mijn eenvoud ligt aan ketens, in vijf jaar ben je versleten en als ik maar blijf lachen, dan hoef jij het niet te weten’, klinkt het daar. En ook ‘Het gaat slecht / Dat is gewoon iets dat ik af en toe zeg / Even hard janken en ik zet het wel weer recht’. In ‘Ik wil dansen’ walsen de waterlanders net zo goed binnen: ‘Een tijdje terug lag ik nog te janken / Vanavond moet ik dansen, vanavond moet ik dansen.’ 

Komen die teksten uit het hart, de heupen of het hoofd? “Erg tactisch ga ik niet te werk, als je dat bedoelt. Het klinkt als een enorm cliché, maar mijn teksten vertrekken van pure emoties. Zo moet het toch, niet? Na het succes van ‘Groter dan ik’ dacht ik meer in thema’s. Dat was een verwarde periode. Het voelde aan alsof ik ineens een grotere verantwoordelijkheid droeg, en zo schreef ik ook mijn liedjes. Ik cijferde mezelf bewust weg, omdat ik dacht dat niemand geboeid zou zijn door de bekommernissen en gevoelens van een achttienjarig meisje. Daar ben ik gelukkig overheen. Hoe ik reageer als het effe niet gaat? Janken doe ik inderdaad weleens. (lacht) In november heb ik corona gehad, net als al mijn huisgenoten. Echt ziek was ik er niet van, maar een tijd lang was ik voortdurend zo moe. Toen heb ik vaak flink gehuild. Uit wanhoop. Vooral dat binnen zitten was zo oeverloos saai. Alles leek zo uitzichtloos.”

‘Het is boeiender voor mij om de duisternis uit te vergroten, dan te zingen over alles wat ik leuk vind.’Beeld Willem de Kam

Ze richtte tijdens de pandemie op de chat-app Discord een server op voor fans, onder de naam ‘Ik voel me kut en ik wil wat’. Daar kunnen mensen anoniem met elkaar praten over muziek of grappige memes delen, maar er kan ook over mentale gezondheid gesproken worden. Toch een béétje een activist, dan? Ze knikt. “Misschien wel. Ik kom uit een gezin waar altijd heel veel gepraat werd met elkaar. Ook over de problemen in de wereld. Mijn ouders vonden het duidelijk belangrijk dat ik niet zonder bagage de wijde wereld introk. Dat krijg je er bij mij niet meer uit.”

Herkend op datingapps

Kan ze vandaag überhaupt nog de wijde wereld intrekken? De Venetiaans blonde artieste herken je toch van honderd meter afstand? “Ik word inderdaad weleens vaker herkend of aangeklampt in de supermarkt. Maar echt lastig is dat niet. Ik heb een heel bescheiden en beleefd publiek, vermoed ik. Meestal zijn dat mensen tussen 20 en 30 jaar oud, die ook minder snel op een wildvreemd meisje van 19 zullen afstappen. (lacht)

“Maar ik heb weleens op datingapps meegemaakt dat iemand me ineens herkende. Dat is heel eigenaardig. Waar ik vandaag steeds meer rekening mee moet houden, is achterhalen of iemand me aanspreekt omdat die me oprecht leuk vindt, of omdat ik Bekende Froukje ben. Mijn vriend kende me ook eerst van mijn muziek, maar ik wist wel meteen dat zijn intenties puur waren. Als je genoeg tijd met iemand doorbrengt, kom je er vanzelf wel achter of die met je praat omdat het gezellig is of omdat die zichzelf even belangrijk wil voelen bij een bekend persoon.”

De kans dat ze haar diploma níét haalt, is klein gezien haar grote succes, vermoeden we. Jaloezie zou dan weer schering en inslag moeten zijn op een conservatorium waar iedere student stiekem hoopt op zo’n flukse doorbraak. “Dat is vast wel iets wat in het begin zal meegespeeld hebben”, zegt ze voorzichtig. “Maar intussen ziet iedereen ook wel dat het hard werken is, en dat ik ook maar een gewoon meisje ben. Bovendien gun ik al mijn vrienden de wereld.”

Licht en donker is zopas verschenen op vinyl bij Top Notch. Froukje speelt op 8/10 in de Roma, Antwerpen.