Direct naar artikelinhoud
InterviewEmmanuel André

Viroloog Emmanuel André: ‘De relatie tussen experts en politiek is nu rijper. Mede dankzij de kracht van Vandenbroucke’

Viroloog Emmanuel André: “De relatie tussen experts en politiek is rijper. Mede dankzij de kracht van Frank Vandenbroucke, die moeilijke posities durft in te nemen”Beeld © Stefaan Temmerman

Toen hij waarschuwde voor een derde golf, botste dat op weerstand. Maar ook nu pleit hij ervoor om nog even vol te houden: tot minder dan duizend besmettingen per dag, zegt viroloog Emmanuel André. En hij heeft een idee voor de vaccinatie.

“Of dit de laatste lockdown is? Ik zou zeggen: ja, als we tenminste het besmettingsniveau laag genoeg krijgen voor we alles opnieuw openen”, zegt Emmanuel André, viroloog aan de KU Leuven. “Laten we ons niet op data vastpinnen. Deze keer moeten we het juist doen en niet halverwege opgeven, want dan bestaat er een kans dat het vuur nog eens opflakkert.”

Op 28 januari, toen velen nog zonnig gestemd waren, waarschuwde André in De Morgen dat er door de Britse variant een derde golf dreigde. En dat we konden kiezen tussen een preventieve lockdown, om zo’n golf te voorkomen, en een reactieve lockdown, om voor de derde keer de ziekenhuizen overeind te houden. We hebben toen gekozen, zoveel is ondertussen duidelijk, voor de reactieve lockdown. 

“Op het moment van dat vorige interview hadden we objectieve informatie die ons toeliet te voorspellen dat het fragiele evenwicht niet zou standhouden”, zegt André. “We zaten weliswaar op een plateau, maar dat was te hoog, met ruim tweeduizend besmettingen per dag. Doordat de Britse variant besmettelijker is, wisten we dat de curves zouden stijgen. We zien ook bij alle leeftijden dat je van de Britse variant zieker wordt. Er liggen jonge mensen zonder onderliggende aandoeningen in onze ziekenhuizen. Het goede nieuws is dat we dankzij de vaccinatie hebben kunnen vermijden dat de curves even hard en verticaal omhoogschoten als bij de eerste twee golven. Maar hij is er wel, die derde golf.”

Dat interview van eind januari maakte veel mensen boos. Omdat u waarschuwde op een moment dat velen dachten dat we veilig waren.

“Die weerstand is normaal. Deze pandemie is behalve een medisch ook een maatschappelijk fenomeen, en mensen nemen posities in. De ene wil zo streng mogelijke maatregelen, de andere raakt vermoeid. Als wetenschappers proberen wij abstractie te maken van die gevoelens, en uit te leggen welke kant het opgaat en wat de opties zijn. Eind januari was een moment van grote spanning, omdat het goed ging en mensen geen slecht nieuws meer wilden horen. Vandaag zitten we in dezelfde logica.”

Het ongeduld wordt opnieuw voelbaar.

“Zodra de eerste positieve signalen zichtbaar worden, willen enkele politici, onder wie MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez, zo snel mogelijk versoepelen. Gelukkig is er een functioneel evenwicht op politiek niveau, met dank aan premier Alexander De Croo (Open Vld) en minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit), die nogal duurzame objectieven behouden. De relatie tussen experts en politiek is nu rijper. Mede dankzij de kracht van Vandenbroucke, die moeilijke posities durft in te nemen.”

Wat is vandaag de belangrijkste boodschap?

“Het goede nieuws is dat de vaccinatie echt op snelheid komt: er worden tienduizenden mensen per dag geprikt. Dat was in januari nog niet zo. Tegelijk zijn we erin geslaagd om een grote derde golf te breken. Nu is het dus cruciaal om het aantal besmettingen zo laag mogelijk te laten zakken. We zitten nog altijd rond de vierduizend per dag en we zouden onder de duizend per dag moeten zitten. De positiviteitsratio, het aandeel positieve tests op het totale aantal tests, zit nog altijd boven 8 procent – en die zou idealiter onder 1 procent moeten geraken.”

Zo laag? Hoe moet dat?

“Door massaal te blijven vaccineren, uiteraard. En door, als we opnieuw openen bij een besmettingsniveau van duizend per dag, massaal te testen en tracen. Je kunt een epidemie pas controleren als je systematisch gaat screenen, en niet alleen de gevallen test die zich aanbieden. Want zo mis je de helft van de besmettingen. Massale screenings, niet alleen in scholen, maar ook in elke buurt of gemeenschap waar veel besmettingen worden vastgesteld, worden heel belangrijk. Om elke haard snel te kunnen controleren.”

André: ‘Deze keer moeten we het juist doen en niet halverwege opgeven, want dan bestaat er een kans dat het vuur nog eens opflakkert.'Beeld © Stefaan Temmerman

We hebben altijd gezegd dat onderwijs het laatste is wat we willen sluiten, maar dat hebben we niet waargemaakt. De bedrijven bleven draaien op volle toeren, de scholen waren voor de paasvakantie een extra week dicht.

“In Franstalig België was het onderwijsveld het erover eens dat die extra week een goed idee was. Er werden steeds meer leraren ziek en gingen steeds meer klassen dicht. Ik heb toen met een aantal schooldirecteuren gepraat en ze voelden dat het voor de derde keer zou beginnen. Ze wilden liever dicht dan het nog eens te laten verergeren.”

Is de impact van de werkplekken groter dan die van de scholen?

“De impact op de epidemie is ongeveer even groot. Scholen en bedrijven zijn duidelijk communicerende vaten. Maar het is makkelijker om scholen te sluiten dan alle bedrijven dicht te doen, omdat je over het onderwijs met minder mensen kunt beslissen.”

Pfizer is aan het testen of kinderen van 12 tot 15 jaar kunnen worden gevaccineerd. Is het een goed idee om dat straks ook te doen, vindt u?

“Ik zou twee strategieën volgen in de vaccinatieplanning. In een eerste fase vaccineer je de mensen die het meeste risico lopen. Dat is nu volop aan het gebeuren. Zodra je klaar bent met die groep, zou ik prioriteit geven aan de mensen met de meeste contacten. Als je een ziekte wil controleren, is het beter om potentiële superverspreiders zo vlug mogelijk in te enten.”

Dat is niet de huidige strategie.

“Nee, maar ik hoor wel signalen dat we betere instructies kunnen doorgeven aan vaccinatiecentra, zeker wanneer er overschotten beschikbaar zijn. Momenteel worden die vaak gegeven aan personen uit het netwerk van de mensen die de vaccinaties doen en die al op de hoogte zijn van het belang van vaccinatie. We moeten ervoor zorgen dat overschotten prioritair verdeeld worden aan potentiële superspreiders en groepen aan de marge van ons zorgsysteem. Dan zal elke dosis een maximale impact hebben.”

Aan wie denkt u dan concreet?

“Jonge mensen hebben meer contacten, dat is bekend, al van voor de pandemie. In de modellen van biostatisticus Niel Hens en collega’s is dat ook duidelijk te zien. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor kappers, uiteraard. En voor leerkrachten. En voor prostituees. Als we zulke mensen snel vaccineren, zal dat de veiligheid van de hele populatie ten goede komen. Wat willen gezonde dertigers? Dat opa en oma gevaccineerd zijn en dat hun kinderen veilig zijn. Ik ben zelf arts dus ik ben gevaccineerd, maar ik hoor dat toch bij mensen van mijn generatie. Dus laten we ook jongeren maar snel inenten.”

U wordt nu heel geliefd bij onze jonge lezers, die bij de huidige vaccinatiestrategie het langst op de proef zullen worden gesteld.

(lacht) “Ik hoef niet geliefd te worden, daar gaat het mij niet om. Als we tegen de zomer zo veilig mogelijk willen zijn, lijkt deze strategie mij het overwegen waard. In sommige gemeenten gebeurt dat trouwens al, en worden bijvoorbeeld leerkrachten al geprikt. Kijk, dokters krijgen een vaccin om hun patiënten te beschermen. Zo moeten mensen met veel contacten ook een vaccin krijgen, om hun contacten te beschermen.”

Hoe kijkt u naar de verwarring rond AstraZeneca?

“Het risico op een trombose is veel groter als u besmet wordt met het coronavirus dan als u dat vaccin krijgt. Véél groter. Het is altijd goed om flexibel te zijn, maar hier zou ik toch gewoon kalm zijn en blijven vaccineren. Er komen nog nieuwe vaccins aan, dus er zullen nog nevenwerkingen opduiken. Over een jaar zullen we weten welk vaccin het beste en veiligste is, en dan kiezen we dat mochten we het opnieuw nodig hebben.”

Moeten we bang zijn voor de Zuid-Afrikaanse en Braziliaanse variant?

“Die zijn al in België, maar ze maken een beperkt percentage uit van het totale aantal besmettingen. Ik ben optimistisch: het ziet ernaar uit dat onze vaccinatiegraad erg hoog zal liggen. En dan hoeven we ons niet te veel zorgen te maken over die nieuwe varianten. Er zijn clusters, maar die kunnen we met testen en tracen onder controle houden.”

Wie is Emmanuel André?

- Geboren in 1982

- Arts, klinisch bioloog en viroloog

- Professor microbiologie aan de KU Leuven

- Gespecialiseerd in de bestrijding van infectieziekten op internationaal niveau

- Vaste medische staf en verantwoordelijk voor het referentielab voor respiratoire virussen (inclusief SARS-CoV-2) aan het UZ Leuven