VUB-gastprofessor Ahmadreza Djalali zit niet langer in Iraanse isoleercel, maar loopt nog risico op de doodstraf

Volgens de mensenrechtenorganisatie Amnesty International zit de Zweeds-Iraanse wetenschapper Ahmadreza Djalali niet langer in een isoleercel in de beruchte Evin-gevangenis in Teheran. Hij zou nu mogen samenzitten met andere gedetineerden. Toch riskeert Djalali nog altijd de doodstraf waartoe hij eerder is veroordeeld.

In een mededeling verheugt Amnesty zich erover dat Djalali na 20 weken eenzame opsluiting opnieuw contact heeft met andere gevangenen. De organisatie zegt dat zo een einde is gekomen aan een onmenselijke isolatie en vorm van foltering. 

Al die tijd heeft Djalali alleen gezeten in een isoleercel waar het licht de hele tijd brandde. Hij zou opnieuw veel gewicht verloren hebben en zijn toestand zou erg slecht zijn. Bovendien riskeert hij nog altijd om terechtgesteld te worden. Amnesty roept dan ook opnieuw op om druk te zetten om het regime in Iran om die doodstraf ongedaan te maken.

Djalali zit al vijf jaar gevangen in Iran. Hij is daar ter dood veroordeeld wegens spionage, maar volgens Amnesty en zijn vrouw Vida is die veroordeling gebaseerd op getuigenissen en bekentenissen die zijn afgedwongen door foltering. 

Ahmadreza Djalali is 49 en heeft zowel de Iraanse als de Zweedse nationaliteit. Hij is arts en professor aan de Karolinska-universiteit in de Zweedse hoofdstad Stockholm, maar is ook gastdocent aan andere universiteiten zoals onder meer de VUB in Brussel. 

Djalali werd in 2016 in Iran gearresteerd toen hij daar was op uitnodiging van een Iraanse universiteit. Hij is een jaar later ter dood veroordeeld wegens spionage voor Israël en volgens Teheran heeft hij de dood van twee Iraanse kerngeleerden op zijn geweten. Iran heeft ondanks oproepen van de Verenigde Naties en tal van landen nooit bewijzen willen voorleggen voor de spionage van Djalali. De VN klagen ook de harde omstandigheden aan waarin Djalali wordt vastgehouden. 

Meest gelezen