Het is geleden van 2003 dat de Noorse rallypiloot Petter Solberg wereldkampioen werd aan het stuur van een Subaru Imprezza. In 2001 en 1995 was die eer weggelegd voor de Subaru-piloten Richard Burns en de legendarische Colin Mc Rae. De Japanse constructeur wordt tot op vandaag geassocieerd met die sportieve successen, maar dat volstaat niet om in Europa te kunnen optornen tegen de sterke Europese concurrenten.
Tegen de stroom in roeien, is hard labeur. Bij Subaru weten ze daar alles van. Begin van de jaren negentig verkocht de Japanse constructeur in ons land jaarlijks zo’n 3.000 auto’s, de voorbije jaren is dat aantal quasi gevierendeeld. Die neergang was het rechtstreekse gevolg van de sterke opmars van de dieselmotoren op de Belgische markt, door het forse prijsverschil tussen diesel en benzine. Maar dat prijsverschil wordt almaar kleiner en dus zien we nu een omgekeerde beweging – van de diesel terug naar de benzine. Ook al omdat dieselwagens in de vuurlijn van de milieubeweging én groene beleidsmakers zijn komen te liggen, wat heeft geleid tot hogere belastingtarieven voor de vervuilende diesels. Een aantal burgemeesters van grote Europese steden heeft bovendien te kennen op termijn dieselwagens uit het stadscentrum te zullen weren.
Buitenbeentje qua techniek en design
De geschiedenis van Subaru, een dochterbedrijf van Fuji Heavy Industries (FHI), gaat terug tot 1958 en de lancering van de Subaru 360. De merknaam verwijst naar het Zevengesternte, dat in gestileerde vorm terug te vinden is in het logo – mét echter zes in plaats van zeven sterren. Waarom dat zo is, weet niemand. Sinds 2005 is Toyota mede-eigenaar van FHI en werkt het samen met Subaru aan gemeenschappelijke projecten. Zo is Toyota GT 86 een copy paste van de Subaru BRZ.
Subaru wordt weleens meer afgeschilderd als een kleine Japanse autoconstructeur, dat is de waarheid geweld aandoen. Subaru verkocht vorig jaar meer dan 1 miljoen auto’s, evenveel als Opel en dubbel zoveel als Volvo. Zo’n onbeduidend merk is het dan toch niet.
Internationale bekendheid heeft Subaru verworven door zijn boxermotoren en eigenzinnige voertuigconcepten mét permanente vierwielaandrijving. Boxermotoren zijn compact, stil, betrouwbaar en munten uit door souplesse. In Europa gebruikt enkel Porsche nog boxermotoren. In hun nadeel speelt hun relatief hoge verbruik en hoge CO2-uitstoot. Daardoor krijgt de Japanse constructeur geen voet aan de grond op de lucratieve leasingmarkt en heeft zo een interessante en kapitaalkrachtige consumentengroep aan zich voorbij zien gaan.
Subaru heeft het fenomeen crossover geïnitieerd
De opmerkelijke terugval op de Belgische markt – van 3.000 naar 600 verkochte auto’s over een periode van tien jaar – is veroorzaakt door de sterke opmars van de dieselauto’s die het rechtstreekse gevolg is van het forse prijsverschil tussen diesel en benzine én de fiscale politiek van de overheid, die dieselautogebruikers altijd heeft bevoordeligd.
Subaru heeft niet kunnen profiteren van de dieselboom, omdat het pas sinds 2010 over een dieselmotor beschikt. Ook qua look en feel springen de Subaru-modellen in het oog. Ze houden het midden tussen een grote break en een SUV en worden beschouwd als de voorlopers van de crossovers, die nu aan een sterke opmars bezig zijn.
De harde waarheid is dat de Japanse constructeur het voorbije decennium veel terrein in Europa heeft verloren door zijn de eigengereide modellen- en motorenpolitiek. Enkel in de Alpenlanden Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland, waar de off road kwaliteiten van de Subaru-modellen beter tot hun recht komen, heeft de Aziatische 4×4-specualist behoorlijk stand gehouden.
Niet voor elk wat wils
Het huidige gamma omvat zes modellen (BRZ, XV, Levorg, Forester, Outback en WRX STI), de prijzen variëren van 19.950 euro voor de 1.6 liter XV tot 41.995 euro voor de WRX STI. Voor de typebenaming van zijn modellen gebruikt Subaru de ene keer een letterwoord, de andere keer een naam.
Zo is de typebenaming Levorg een afgeleide van LEgacy, reVOlution en touRinG, terwijl hij in feite gewoon de opvolger is van de Legacy. Begrijpe wie kan.
De Levorg focust op een jonger en sportiever publiek, vandaar zijn ietwat moderne en sportieve look. Onder de motorkap zit een 1.6 liter viercilinderboxermotor mét turbo en intercooler en een vermogen van 170 pk en 250 Nm. Een dieselversie is niet beschikbaar. De continu variabele transmissie, kortweg CVT, is uitgerust met zes virtuele versnellingen. Daardoor voelt hij aan als een klassieke automaat én kan hij via peddels aan het stuur worden bediend. Maar om zijn sportieve ambities te kunnen waarmaken, ontbreekt het de 1.6 l. benzinemotor aan power. De Levorg is veeleer een ruime, praktische gezinswagen met een zeer ruime koffer (520 liter), met voldoende been- en knieruimte en zeer aanvaardbaar comfortniveau. Het navigatie- en multimediasysteem is optie en maakt gebruik van een efficiënt werkend touchscreen, maar daar eindigt het hoofdstuk gebruiksgemak. Op het stuurwiel met afgeplatte onderkant (!) bevinden zich maar liefst 16 knopjes, de info voor de bestuurder zit verspreid over twee schermen. Wie verzint dat? Desondanks maakt de nieuwkomer een positieve indruk en biedt hij veel waar voor zijn geld. Voor minder dan 30.000 euro krijg je vierwielaandrijving, een uitstekend functionerende Lineartronic CVT-automaat, LED-koplampen, licht- en regensensor en achteruitrijcamera. Enkel voor leder, schuifdak en navigatie moet extra worden betaald.
Eigenzinnige allrounders
In tegenstelling met de Levorg zijn de Forester en Outback wel verkrijgbaar met de voortreffelijke 2 liter boxerdieselmotor (150 pk en 350 Nm). Maar ook hier valt het relatief hoge verbruik (7,5 l/100 km) en hoge CO2-uitstoot (159 g/km) in het oog. Zowel de Forester als de Outback, de eerste is de kleine broer van de tweede, rijden comfortabel en accelereren vlot, dankzij de voortreffelijke LineartronicCVT-automaat met zeven virtuele versnellingen. Beide zijn een nummer groter dan de meer modieuze Levorg, de afwerking en de kwaliteit van de gebruikte materialen bereiken niet het hoge niveau van de Duitse premiummerken, maar maken niettemin een zeer gedegen indruk. Het aanbod aan rijhulpsystemen en infotainmenttoepassingen is voor dit prijssegment ok, een Forester of Outback koop je in eerste instantie voor zijn 4×4-kwaliteiten, betrouwbaarheid en eigenzinnig karakter. De prijs van 36.495 euro voor de Outback Comfort is gerechtvaardigd gezien zijn zeer complete basisuitrusting, inclusief vierwielaandrijving, CVT-automaat, LED-koplampen, verwarmde en elektrische verstelbare zetels en eyesight-systeem. Voor de Premium-uitvoering met onder andere een glazen schuifdak, navigatie en Harman/Kardon audiosysteem met 12 luidsprekers moet je 5.000 euro extra betalen. Dat is bij de concurrentie niet anders.
Waarom geen vierwielaandrijving?
Voor de presentatie van de tweede generatie BRZ, een compacte sportcoupé die is ontwikkeld in samenwerking met Toyota, had Subaru de Belgische autovakpers uitgenodigd naar het noorden van Finland. Rond deze tijd van het jaar is het daar nog bitter koud en liggen er meters sneeuw. Een impressionante coulisse die uitnodigt tot snelle rondjes draaien op een uitgestippeld parcours zonder flitscamera’s, een immens grote speeltuin voor volwassenen die hier hun rijkunsten kunnen demonstreren. Dat lukt overigens vrij aardig met de vierwielaangedreven modellen.
Achter het stuur van de achterwielaangedreven BRZ met 2 liter viercilinderboxermotor (200 pk) neemt iedereen, voorzichtigheidshalve, gas terug. Enkel een zeer geoefende hand slaagt erin om de compacte sportcoupé (1.216 kg) op de spekgladde baan te houden. Bij de minste onoplettendheid of kleinste daad van overmoed beland je gegarandeerd in het decor.
Meteen rijst de vraag waarom uitgerekend een 4×4-specialist als Subaru dit sportieve model zonder vierwielaandrijving de baan opstuurt. Blijkt een prijstechnisch probleem te zijn. Wil je een zeer competitieve instapprijs van 33.795 euro kunnen aanbieden, moet je inderdaad keuzes maken. In dit geval misschien wel de verkeerde. Mét vierwielaandrijving wordt de Subaru BRZ zonder twijfel een echte hoogvlieger én te duchten concurrent voor de gerenommeerde Duitse merken. Een gemiste kans dus.
In vergelijking met de eerste generatie BRZ hebben de voorkant van de auto en het interieur een grondige en geslaagde facelift ondergaan. De zitpositie is quasi perfect, en dat geldt in feite voor het geheel van de binneninrichting en opstelling van de verschillende instrumenten en bedieningselementen. Een dikke proficiat ook voor de goed zittende sportzetels.
De BRZ is leverbaar met een handgeschakelde of automatische 6-trapsversnellingsbak, met een meerprijs van 1.500 euro. Ook daar bewijst de Japanse constructeur zijn eigenzinnig karakter mee.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
