Direct naar artikelinhoud
AchtergrondEuropese Unie

Aan de oorsprong van ‘sofagate’: het slechte Europese vaccin van Giscard d’Estaing en Blair

De 'sofagate' in Ankara. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen zit helemaal links, EU-president Charles Michel neemt de stoel naast de Turkse president Recep Tayyip Erdogan.Beeld ZUMA Press

Europees president Charles Michel kreeg bakken kritiek na het stoelincident met Commissievoorzitter Ursula von der Leyen in Turkije. Aan de oorsprong hiervan ligt een felbevochten EU-compromis uit 2004.

Het canapé-incident met Europees president Charles Michel en Commissievoorzitter Ursula von der Leyen bij hun bezoek aan de Turkse president Recep Tayyip Erdogan is niet zomaar een ongelukkig faits divers. Het is de zeer schadelijke nevenwerking van een slecht politiek vaccin dat de onlangs overleden Valérie Giscard d’Estaing en Tony Blair ontwikkelden en in het Europees verdrag prikten tegen federale voortvarendheid. Maar de unie verliest erdoor haar slagkracht.

Nikolaus Meyer-Landrut, de Duitse EU-ambassadeur in Turkije, had het nochtans moeten weten. Een ambassadeur organiseert zo’n bezoek tot in de puntjes of helpt daaraan mee ter plekke. Dat er een incident zat aan te komen indien er maar één Europese stoel stond bij het bezoek van Michel en Von der Leyen bij de Turkse president, wijt hij nu tussen de regels door aan het eigenzinnige optreden van de diensten van Michel die alles zelf wilden controleren.

Meyer-Landrut komt uit de Merkel-stal en gaat door als zeer verstandig en zorgvuldig. Anders is een loopbaan als de zijne niet mogelijk. Hij was enkele jaren Europees topadviseur van de kanselier in Berlijn en mocht nadien Duits ambassadeur worden in Parijs. Maar omdat Turkije weer Europese – en Duitse – chefsache werd, maneuvreerde Angela Merkel hem vorig jaar, via de Europese diplomatieke dienst, naar Turkije als EU-ambassadeur.

Europese Conventie

Belangrijk is dat Meyer-Landrut eerder in zijn loopbaan ook kabinetschef was van Giscard d’Estaing toen die door de staatshoofden en regeringsleiders van de Europese Unie werd aangesteld tot voorzitter van de eerste Europese Conventie. Daarin werden enkele basisregels voor de EU vastgelegd. Dat was nodig om de unie na de uitbreiding met dertien lidstaten werkbaar te houden. En dat lukte, weliswaar in twee stappen: de afgewezen Europese grondwet werd na enkele (symbolische) aanpassingen omgetoverd in het Verdrag van Lissabon, dat sedert 2009 van kracht is en waarin Europa voor het eerst een permanente voorzitter van de Europese Raad krijgt die al snel ‘president’ werd genoemd. Nu is dat Charles Michel, die vorig jaar de Pool Donald Tusk opvolgde. Daarvoor was Herman Van Rompuy de eerste permanente voorzitter.

Dat Giscard d’Estaing voorzitter was toen de nieuwe regeling werd uitgewerkt, is beslissend geweest voor de miskleun van vorige week. Het was immers Giscard d’Estaing die net na zijn verkiezing tot Franse president in 1974 als eerste een Europese Raad van staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten bijeenriep in Fontainebleau. Giscard d’Estaing koesterde de grandeur van zulke hoogmissen. De staatshoofden en regeringsleiders ook, omdat zij en niet Brussel via die topbijeenkomsten de Europese touwtjes in handen hielden. Ze zijn de tribune vanwaar de nationale leiders Europese uitstraling halen.

Toenmalig president van Frankrijk Valéry Giscard d'Estaing in zijn bureau, in 1978.Beeld Photo News

Tijdens de discussies over het nieuwe Europese verdrag pleitte Giscard d’Estaing voor een versteviging van ‘zijn’ Europese Raad door er een permanente voorzitter aan te geven. Want hij was in de beste Franse traditie een Europese intergouvernementalist. Maar zijn visie werd niet goedschiks aanvaard. Er werd zelfs hard ruzie over gemaakt. De EU had immers al een ‘president’: de voorzitter van de Europese Commissie. 

Jacques Delors had laten zien dat die Commissievoorzitter een sterke Europese figuur kon zijn met reële macht, het Europese gezicht waar de wereld om vroeg. De Commissie heeft tenslotte het monopolie van de Europese wetsvoorstellen en ze staat boven het electorale gekrakeel onder de leiders van de lidstaten, die afhangen van nationale kiezers die willen dat ze hun nationale belangen verdedigen. Daarom vonden, onder vele anderen Jean-Luc Dehaene en de Italiaanse oud-premier Giuliano Amato, die ondervoorzitters waren van de Conventie, dat de Commissievoorzitter de bijeenkomst van de staatshoofden en regeringsleiders moest leiden omdat een tweede president verwarring en dus verzwakking zou veroorzaken. Ook de latere brexitonderhandelaar, Michel Barnier, heeft daar hard voor gepleit.

Het werd een van de cruciale gevechten over het toekomstige karakter van de Europese Unie. En, zoals vaak, draaide het uit op een tweeslachtig compromis tussen de Europese federalistische strekking en de intergouvernementalisten. Giscard d’Estaing haalde zijn permanente voorzitter van de Europese Raad binnen. De federalisten kregen het gedaan dat de permanente minister van Buitenlandse Zaken, die hoge vertegenwoordiger moest heten, voortaan in de Commissie zou zetelen én een eigen Europese diplomatieke dienst zou leiden, weliswaar met een grote inbreng van nationale diplomaten.

Voor de toenmalige Britse premier Tony Blair, die onder grote druk stond van de anti-Europese Murdoch-kranten, was dat laatste moeilijk te slikken. Toch speelde hij bij de totstandkoming van het compromis een belangrijke rol. Giscard d’Estaing en Blair brouwden samen een compromisvaccin tegen hetgeen zij als het federalistische virus bestempelden. Bij een van zijn discrete bezoeken aan Londen liet Giscard d’Estaing aan Blair verstaan dat hij er alles aan zou doen opdat de Britse premier de eerste president van Europa zou worden, op voorwaarde dat hij het compromis met de Europese diplomatieke dienst aanvaardde en geen referendum zou organiseren over het verdrag. Blair stemde daarmee in, al gaf hij er een draai aan. Hij koppelde zijn referendum aan de uitslag in Frankrijk en zou zelf geen referendum meer houden als Frankrijk tegenstemde. En zo geschiedde. 

Het zou uiteindelijk de politieke flater over de Irak-crisis zijn die de Britse premier persona non grata maakte voor eender welke politieke functie in Brussel. Blair verkoos blindelings, en tegen Frankrijk en Duitsland in, de Amerikaanse president George Bush te volgen in het Irak-avontuur.

Vechten voor de macht

Ook al zou de Europese voorzitter vooral de Europese Raden moeten voorzitten, de gewilde dubbelzinnigheid in de omschrijving van zijn bevoegdheden die noodzakelijk was om het compromis mogelijk te maken (bijvoorbeeld inzake vertegenwoordiging van Europa op het internationale toneel) heeft ertoe bijgedragen dat er grote tweeslachtigheid en nog grotere onduidelijkheid ontstond over het Europese leiderschap. Dat is de grond van de zaak van hetgeen er in Ankara is gebeurd. 

Nikolaus Meyer-Landrut moest dat weten want hij zat erbij toen het compromis in 2004 werd uitgedokterd. Het lag in de lijn van de verwachtingen dat twee zulke topfiguren altijd zouden vechten voor de macht. Eerder, onder Barroso en Van Rompuy en onder de tandem Juncker-Tusk, werden zulke belangrijke ontmoetingen met de twee Europese presidenten tot in het detail geregeld. Wie wat kon en moest zeggen, de tafel en stoelenschikking, het stond allemaal op papier in de briefingmap, ook al veroorzaakte dat oprispingen, ergernis en onvriendelijk taalgebruik achter de schermen. José Manuel Barroso en Van Rompuy hadden die afspraak op een ondertekend A4'tje gezet dat vorige week nog werd bovengehaald. En Tusk wist dat hij zich als voorzitter beter gedeisd opstelde tegen een man van het kaliber van Jean-Claude Juncker, die voor hij Commissievoorzitter werd al veertig jaar Europese toppolitiek op de teller had.

Het was vorige week niet in het Turkse belang om zelf een incident te organiseren dat Europa zou belachelijk maken. Er stak veel lekkers in de Europese voorstellen. Ze vielen in Ankara uit de lucht toen de herrie in Brussel losbrak.

De unie trekt er hopelijk lessen uit. Een compromis heeft in zo’n delicate en moeilijk te veranderen omgeving als de Europese Unie lange bijwerkingen die een grote zorgvuldigheid eisen. De tweede president weer schrappen is op korte termijn onhaalbaar. Michel zal dus hard zijn best moeten doen om de gortigheid waarmee hij zich in die stoel naast Erdogan plofte uit het geheugen te wissen. Zeggen dat hij er niet goed van slaapt volstaat niet. En van Von der Leyen zal de unie onthouden dat ze aan de institutionele miskleun van Giscard d’Estaing en Blair een geforceerde feministische draai gaf.