Het rookverbod op de werkvloer – bijvoorbeeld ook van kracht achter het stuur van een vrachtwagen – geldt vandaag niet voor bouwwerven in openlucht. Bouwvakkers hebben daardoor vaker de gelegenheid om een sigaret op te steken. En dat blijkt ook uit de cijfers, die IDEWE verzamelde. “41 procent van de werknemers in de bouwsector rookt. Gevolgd door de transportsector, met 40 procent rokers”, aldus onderzoeksdirecteur Lode Godderis, tevens professor arbeidsgeneeskunde aan de KULeuven.

Ter vergelijking: van alle Belgen rookt maar zo’n 27 procent. Ook in de horeca en in de dienstensector (kappers, advocaten, informaticabedrijven, ...) wordt nog steeds duchtig gerookt. Daar stijgen de cijfers zelfs opnieuw. “In deze sectoren is er dringend nood aan bijkomende maatregelen, kwestie van het beeld te doorbreken – zéker in de bouw en het transport – dat bij dit soort werk een sigaret hoort”, beklemtoont Godderis, die erop wijst dat rokende werknemers vaker ziek zijn, én dus meer afwezig zijn op het werk. “Het feit dat in andere sectoren het aantal rokers intussen fors daalde, bewijst dat de extra maatregelen die deze beroepsgroepen namen wel degelijk effect hebben.”

Rookverbod op de werf

De Bouwunie, de unie van de KMO-bouwbedrijven, heeft oog voor de problematiek en pleit daarom voor de invoering van een algemeen rookverbod op alle bouwwerven. “Net zoals je op kantoor of voor de klas ook niet mag roken”, aldus gedelegeerd bestuurder Hilde Masschelein van de Bouwunie. Ook Lode Godderis is voorstander, “in combinatie met begeleidende rookstopprogramma’s”.

Waarom net in de bouw- en de transportsector nog zo duchtig wordt gerookt door de werknemers, heeft meerdere oorzaken. “Het gaat om sectoren waar veel oudere mannen werken. Die roken sowieso meer”, aldus Godderis. Tabaksexpert Luc Bonneux wijst ook op het sociale profiel van mensen die in deze sectoren aan de slag zijn. “In lagere sociale klassen wordt nu eenmaal nog steeds vaker gerookt.”