Direct naar artikelinhoud
AchtergrondLopende zaken

Het stinkende potje te veel: waarom Didier Reynders nooit eurocommissaris had mogen worden

Behalve over het talent om te overleven, lijkt Didier Reynders over een feilloze neus voor macht te beschikken.Beeld AFP

Als EU-commissaris bevoegd voor Justitie beleeft Didier Reynders (MR) een even zorgeloze als prestigieuze fin de carrière. Maar eigenlijk, zo leert een nieuw en behoorlijk explosief boek, had de ‘eeuwige’ MR-toppoliticus nooit lid van de Europese Commissie mogen worden.

Hoe zou het nog zijn met Didier Reynders? Niet slecht, zo leren de jongste berichten. Toen Reynders eind 2019 binnen de Europese Commissie de portefeuille Justitie toegeschoven kreeg, leek dat niet meteen de politieke hoofdvogel te zijn. Dat is hij ook niet , maar de coronacrisis stelt ook de Belgische vertegenwoordiger in de EU-Commissie in staat om nog wat zon op zich te laten stralen.

Reynders is verantwoordelijk voor de uitrol van het Europese vaccinpaspoort, dat het vrije verkeer van personen binnen de Europese Unie weer op gang moet krijgen. Een mooi loopbaaneinde voor een toppoliticus die 21 jaar onafgebroken minister bleef - een record voor deze politieke generatie. De lauwerkransen doen iets te makkelijk vergeten dat het meer dan een tikje ironisch is dat Didier Reynders zich uitgerekend over de stand van rechtspraak en rechtsstaat in Europa mag buigen.

Als een jongleur-equilibrist heeft de Luikse liberaal in eigen land zich uiterst handig uit alle gerechtelijke onderzoeken in zijn omgeving weten te manoeuvreren. In het pas verschenen boek Le Clan Reynders lijst onderzoeksjournalist Philippe Engels alle stinkende potjes op, waar Reynders en/of zijn trouwe luitenant-op-rust Jean-Claude Fontinoy ooit bij betrokken waren. En dat zijn veel potjes...

Actuele potjes, dat ook. Want terwijl Reynders het woord voerde over het vaccinpaspoort, werd elders in Brussel het gerechtelijke onderzoek afgerond naar corruptie bij de verhuizing van de hoofdzetel van de federale politie naar het Rijks Administratief Centrum (RAC). Oud-politiebaas Glenn Audenaert zal, zo raakte vorige maand bekend, zich voor de rechter moeten verantwoorden voor mogelijke corruptie. Audenaert zou zich hebben laten omkopen om de politiezetel in het RAC onder te brengen, op voorspraak van de onlangs overleden lobbyist Koen Blijweert. De verhuizing speelde in de kaart van immo-bedrijf Breevast van de Nederlandse ondernemer Frank Zweegers, die samen met Immobel het immense kantorencomplex in 2003 van de Belgische staat overkocht voor 27 miljoen en het in 2014 weer doorverkocht voor ... 320 miljoen.

Wat in de berichtgeving onvermeld bleef, is dat er aan deze affaire ook een politiek luik zit. Het is de Regie der Gebouwen die over de behuizing van de ambtenarij gaat, en haar voogdijminister op het moment van de politieverhuis is ... Didier Reynders. Kritische nota’s van de Inspectie Financiën alarmeerden destijds al dat de aanbesteding voor de verhuizing op maat is geschreven van het Rijks Administratief Centrum, en dus van Breevast. Maar de regering krijgt die nota’s nooit te zien, voor ze, in 2010 en in lopende zaken, op voorstel van minister Reynders beslist om de politiezetel te herlokaliseren. Waarom de entourage van Didier Reynders het pad zo welwillend effende voor Breevast, Blijweert & co? We zullen het wellicht nooit weten.

Kazakhgate

Die affaire is bijlange niet de luidst rammelende pot die Didier Reynders achter zich aansleept. Die bedenkelijke eer gaat naar ‘Kazakhgate’, een Franco-Belgisch web van intriges met in het hart de Oezbeeks-Belgische zakenman Patokh Chodiev. De Franse regering zou, met het oog op een militair megacontract met Kazakhstan, de Belgische regering ervan overtuigd hebben de wet op de minnelijke schikking te verruimen, zodat ook Chodiev en twee Kazachse partners vervolging konden afkopen.

Opnieuw weet Reynders wonderwel de dans te ontspringen. Nochtans loopt het Frans-Belgische netwerk via getrouwen van toenmalig president Sarkozy rechtstreeks naar de MR, met de inmiddels overleden oud-politicus Armand De Decker als ‘middle man’. En nochtans komt het initiatief om de schikkingwet aan te passen, alweer, van bij Reynders en wordt, alweer, de forcing gevoerd wanneer de regering, begin 2011, in lopende zaken verkeert. De affaire wordt ook parlementair onderzocht, maar de nieuwe ‘Zweedse’ meerderheid besluit niet door te duwen.

Wie alle puzzelstukjes in Le Clan Reynders bij elkaar legt, kan zich alleen maar afvragen hoe Didier Reynders nu EU-commissaris voor Justitie kan zijn. Andere kandidaat-commissarissen werden voor veel minder weggestuurd na hoorzitingen in het Europese Parlement. Reynders slaagde met vlag en wimpel bij dat examen.

Behalve het talent om te overleven, schijnt Didier Reynders over een feilloze neus voor macht te beschikken. Het verklaart bijvoorbeeld waarom hij al met Bart De Wever zit te lunchen terwijl de rest van Franstalig België de N-VA-voorzitter nog diaboliseert. De band met N-VA-voorzitter Bart De Wever maakt het Reynders-boek voor Vlaamse ogen extra lezenswaardig. De Wever werd door Jean-Claude Fontinoy en Koen Blijweert minstens tweemaal met Reynders privé in contact gebracht, nog voor er van samen regeren sprake was. Eenmaal op dat veelbesproken etentje bij restaurant Bruneau in Brussel (in 2010), maar ook eenmaal bij Blijweert thuis in Waasmunster (in 2013), zo valt te lezen. Door die opmerkelijke setting kan een mens vermoeden dat niet enkel politieke toenadering op de gespreksagenda stond.

Spin in het web is Jean-Claude Fontinoy, de zelfverklaarde Raspoetin die alle vuile klussen voor Reynders, en ook wel voor zichzelf, opknapt. In het boek wordt hij geportretteerd als een corrupte consigliere die bij elke deal de vraag ‘What’s in it for me?’ nogal letterlijk interpreteert.

Met dank aan Reynders kon Fontinoy als jarenlange voorzitter van de NMBS, de Belgische spoorwegmaatschappij, en vooral haar immobiliën, uitbouwen tot een privé-koninkrijk. Als een krijgsheer verdeelde hij de macht met zijn PS-evenknie, terwijl het spoor in een almaar diepere put van schuld en wanbeheer wegzonk. De soms wanstaltig hoge factuur, onder andere voor de faraonische stationstempels van Luik en Bergen, wordt vandaag door de belastingplichtige Belg betaald.

Fontinoy zelf woont vandaag als kasteelheer in het Waalse dorpje Mozet. Voor zo ver bekend, loopt er geen enkel gerechtelijk onderzoek naar hem.

Philippe Engels, Le Clan Reynders, Editions Kennes, 19,90 euro.