Direct naar artikelinhoud
InterviewJoke Devynck

Actrice en kunstenares Joke Devynck: ‘Ik ben blij dat mijn uiterlijk nu minder meespeelt’

‘Mijn schoonheid heeft me zeker veel gegeven, maar ik heb mij toch zeer geërgerd aan die beperkende male gaze.'Beeld Joris Casaer

‘De 50 nadert. Ik moet kiezen welke netten ik uitwerp.’ Actrice Joke Devynck (48) wil met een expo uittesten of ze nu een schilderscarrière kan uitbouwen.

Voor ze het gesprek toezegde, stelde Joke Devynck een voorwaarde: ze wilde alleen een interview geven als ze er zelf ook wat van zou opsteken. Dan volgde een bijsluiter: ze heeft nogal de neiging uit te wijden, alle zijsporen van haar gedachten te verkennen.

Maar om haar vurige enthousiasme over te brengen heeft Devynck weinig woorden nodig. Daarvoor heeft ze namelijk haar hevig fonkelende blauwe ogen en brede glimlach, die overigens al door het gros van alle eerdere interviewers bezongen werden.

Bij het brede publiek brak de actrice rond de eeuwwisseling door met haar hoofdrol in de populaire tv-serie Flikken. Later was ze, onder andere, in Vermist en Het goddelijke monster te zien, recenter nog in Lockdown. In de cinema was ze voor het laatst te zien in Binti en All of Us. Pre-corona stond ze ook geregeld op de planken, schreef met Anna en Kleur haar eigen voorstellingen.

Kleur bekent Devynck ondertussen ook al een paar jaar in haar expressieve schilderijen. Eind deze maand wordt haar beeldend werk tijdens de groepsexpo A Cage Went in Search of a Bird tentoongesteld, in de Antwerpse galerie van Daisy Verheyden.

Op de deurbel van Devyncks huis in Aalst plakt een stukje witte tape waarop met zwarte viltstift ‘Joke, Tita, Cosmo, Jona’ is geschreven, gevolgd door een smiley. Haar dochter en tweelingzonen wonen, sinds de breuk met hun vader, de acteur Johan Heldenbergh, om de andere week bij haar.

De lichtgroene woning is een oase van rust in een bedrijvige buurt waar ook Jan De Nul, ’s lands bekendste baggeraar, zijn kamp heeft opgeslagen. In de woonkamer zien we veel boeken, ingekaderde kinderfoto’s en een poster die eeuwenoude yogaposities afbeeldt.

Hoe het met haar gaat, vindt de actrice “een verschrikkelijk moeilijke vraag”, waarover ze even moet nadenken.

“Eigenlijk gaat het goed. Blijkbaar heb ik toch niet zo heel veel mensen om me heen nodig. Maar het blijft wel bevreemdend allemaal. Ik zie deze periode als een kans om onszelf te herdenken, zowel op micro- als op macroniveau. En dat is momenteel ook aan het gebeuren. Ik vóél dat er van alles verandert. Daarom scherm ik mezelf zoveel mogelijk af van al het coronanieuws; ook zonder is de buitenwereld al erg aanwezig.”

De cultuursector heeft nog steeds geen perspectief op een heropstart. Hoe gaat u daarmee om?

“Iedereen wordt nu geconfronteerd met de onzekerheid waarmee wij ook voor corona al leefden. Als acteur volgen periodes van weinig en veel werk elkaar voortdurend op. Het is een heel onregelmatig leven, waarvoor ik bewust heb gekozen.

“In die zin is het nu niet zo heel anders. Een gehalveerd inkomen, financiële instabiliteit: dat kende ik allemaal al.

‘Ik vind uit de kast komen een foute uitdrukking. Ik wist al langer dat ik me tot personen, los van hun genderidentiteit, aangetrokken voel.'Beeld Joris Casaer

“Maar door corona is onze reeds precaire situatie wel nog problematischer geworden. Toen ik 25 jaar geleden begon, werd je ook voor de repetitieperiode vergoed. Vandaag daarentegen geldt voor de meeste kunstenaars dat iets pas opbrengt wanneer het met een publiek wordt geconfronteerd. Terwijl 70 procent van ons werk uit creëren bestaat. Maar daar is geen geld voor.

“Ik ben niet actief bij de Crisiscel Cultuur betrokken, maar ik ben het volledig met Stany Crets eens dat het absurd is dat wij niet samen met de horeca mogen heropenen. Coronaproof voorstellingen zijn misschien niet gezellig, maar wel perfect mogelijk.”

Bent u het voorbije jaar in een zwart gat gevallen?

“Hoewel ik al meer dan een jaar niet meer op de planken heb gestaan, en ook het tv-werk al bij al bitter weinig was, heb ik niet stilgezeten.

“Ik heb vooral naar de tentoonstelling van mijn schilderijen toegewerkt. Daarnaast volg ik een scenaristencursus, en probeer ik samenwerkingsverbanden te smeden.

“Zo brainstormde ik met Gaea Schoeters over avonturiersters uit de 20ste eeuw. We onderzochten wat reizen voor vrouwen betekent – toen en nu, letterlijk en filosofisch. Ook deed ik mee aan haar Dead Ladies Show, een format van lezing-performances over kunstenaressen en andere pioniersters die niet de aandacht hebben gekregen die ze verdienen. Ik bracht een lezing over beeldhouwster Camille Claudel, die altijd in de schaduw van Rodin heeft gestaan.

“Het is een onderwerp waarmee ik nog lang niet klaar ben. Zo staan er nog een documentairereeks en een theatervoorstelling op stapel.”

In een eerder interview vertelde u dat het taoïsme u in de jaren na uw scheiding geholpen had om met verandering om te gaan. Hebt u ook nu weer houvast gevonden bij deze oosterse leer?

“Ook voor de pandemie veranderde alles voortdurend, alleen beseften veel mensen dat niet. Ik geloof dat het niet slecht is dat het begrip toekomst sinds corona een andere invulling heeft gekregen. Te vaak duwen we weg wat er nu is, omdat we verlangen naar wat nog moet komen.

“Vanuit het taoïsme ga ik er sowieso van uit dat de weg belangrijker is dan de eindbestemming. Natuurlijk ben ik ook bezig met de toekomst, maar wel steeds vanuit het nu: wat maakt mij nu warm?

“Het voorbije jaar heeft ons allemaal gedwongen die vraag te stellen, wat volgens mij een goede zaak is. Het zorgt ervoor dat we dichter bij onszelf blijven.”

En voor u was het antwoord op die vraag: schilderen?

“Ik denk in woord én in beeld. Maar ik hou enorm van het fysieke, spontane aspect van schilderen. Schrijven vereist veel meer denkwerk. Bij schilderen kun je eigenlijk niet nadenken, of toch niet als je ten volle aanwezig bent. Als dat lukt, vliegen zes uur voorbij zonder dat ik er erg in heb. Dat is een groot cliché, maar het klopt wel.

“Schilderen betekent voor mij je overgeven aan het moment, je onderbewustzijn aanspreken, je verlangens toelaten. In die concentratie van het absolute aanwezig zijn, kan zich iets openen.

“De vrijheid daarvan ligt ook in het feit dat het een andere taal is, anders dan de taal die we allemaal spreken en die ik verwarrender vind, die makkelijker is om jezelf en anderen mee voor te liegen.”

In de tentoonstellingsbrochure staat dat u ditmaal al schilderend ‘vragen stelt over objecten en personen in hun omgeving. Wat is binnen? Wat is buiten?’. Kunt u daar wat meer over vertellen?

“Ik ben aan de slag gegaan met foto’s van mijn kinderen, van interieurs en objecten. Ik heb onderzocht hoe dagelijkse indrukken zich met mijn innerlijke belevingswereld mengen. Het resultaat zijn fictionele sfeercollages, waarin ik met grenzen en filters speel.

“Zelf heb ik niet echt een filter. Ik hou niet van etiketten, maar ik bezit toch een zekere hoogsensitiviteit. De buitenwereld loopt makkelijk over in mijn innerlijke wereld, waardoor ik snel meen met mensen hun binnenkant te kunnen connecteren, wat niet altijd zo is.

“Daardoor heb ik ook de neiging mezelf nogal makkelijk bloot te geven. Gaandeweg heb ik geleerd dat dat niet altijd zo slim is. Ik heb lang met mijn hart ‘vooruit’ gelopen, maar nu doe ik dat niet meer.

'Binnentuin', door Joke Devynck. ‘Bij schilderen kun je niet nadenken. Ik hou er enorm van.’Beeld Joke Devynck

“Voortdurend zelf mijn mindere kanten benoemen, was onbewust natuurlijk een vraag naar bevestiging. Maar zo geef je mensen de mogelijkheid je met je eigen onzekerheden te kwetsen. Ondertussen bezit ik voldoende zelfkennis om zelf mijn sterktes te benoemen.”

Tegenwoordig bestaat onder jonge vrouwelijke artiesten, comedians, en schrijvers een trend om van je onzekerheden je handelsmerk te maken. Wat denkt u daarvan?

“Dat is een onderdeel van het groeiproces. De meeste auteurs schrijven hun eerste boeken over zichzelf. Dat vind ik logisch. Mocht ik het destijds gedurfd hebben om mijn angsten op de planken te brengen, had ik waarschijnlijk fantastische voorstellingen gemaakt.

“Maar je moet wel oppassen dat je daar niet te ver in doorslaat, want dan wordt het al snel een comfortabel schild waarachter je je kunt verschuilen. Of gewoon navelstaarderij. Vanuit jezelf vertrekken is mooi, maar de kunst zit ’m in het verder opentrekken.”

Waarom durfde u zoiets als twintiger of dertiger niet?

“Ik had er de juiste vorm niet voor gevonden. Ik schrijf, schilder én speel graag. En zelfs daarin moet ik me beperken. Als op mijn atelier zowel wasco’s en potloden als stiften en verf liggen, wil ik met alles aan de slag, en liefst nog tegelijk ook. Enerzijds is dat mijn kracht, anderzijds is die chaos erg vermoeiend. Maar die rusteloosheid maakt deel uit van wie ik ben.

“Al die verschillende vormen laten samenkomen in een gezamenlijke taal, orde scheppen in de chaos: dat is de eeuwige zoektocht. Gelukkig leven we in dat opzicht in ontzettend interessante tijden: alles wordt steeds meer fluïde.

“Tegelijk vindt er ook een enorme vernauwing plaats, als tegenreactie. Maar ik snap wel dat sommige mensen bang zijn. Ze maken zich zorgen dat er door het openbreken van alle hokjes geen plaats meer is voor hen. Tegelijk vermoed ik dat ze ook bang zijn voor de veelheid in henzelf. Misschien durven ze hun eigen verlangens, of demonen, niet in de ogen kijken?”

Toen u anderhalf jaar geleden uw vriendin Valery voor het eerst naar de Ensors meenam, was er veel ophef over uw coming-out. Alleen wilde u het zo niet noemen. U verkiest ook daar de fluïditeit?

“Ik vind uit de kast komen nog steeds een foute uitdrukking. Waarom vragen we ons niet af waarom wij in de eerste plaats in die kast zitten?

“Ik wist al langer dat ik me tot personen, los van hun genderidentiteit, aangetrokken voel. In de natuur heerst ontzettend veel diversiteit: waarom zou dat bij mensen anders zijn? Het grote verschil is dat wij ons via de heilige geschriften, en hun interpretatie ervan, allerlei dwingende normen lieten opleggen.”

Uitzonderlijk plaatste u een foto van uw vriendin en u op Instagram met daarbij de hashtag ‘liefde is liefde’: een reactie op de homofobe moord in Beveren vorige maand. Was u daar erg van geschrokken?

“Ik heb die foto gepost omdat ik, net als veel anderen, de nood voelde duidelijk te maken dat dit echt niet kan. Wat mij aan dit specifieke verhaal zoveel zeer deed, was dat de overvallers de achillespees van homoseksuele mensen misbruikten: schaamte. Mensen die zolang gebasht zijn, zijn minder geneigd naar de politie te stappen wanneer hun Grindr-date slecht uitdraait.

‘Eigenlijk is mijn leeftijd, de pre-menopauze, zo je wilt, een fantastische leeftijd voor vrouwen. Het is onze derde adem.’Beeld Joris Casaer

“Ik ben niet het type om op de barricades te springen, maar als ik het vóél, dan spreek ik wel. Luchtigheid vind ik daarbij belangrijk; de foto van mij en Valery was niet al te serieus.”

“Zo’n post op sociale media lijkt misschien onbenullig, maar uiteindelijk is beeldvorming ontzettend belangrijk. Anders-zijn normaliseert zich pas zodra mensen ook in hun omgeving iemand kennen die bi, of trans, of wat dan ook is.

“Tita, mijn 19-jarige dochter, vertelde onlangs dat haar kotgenoten bij de eerste kennismaking meteen hun seksuele identiteit meedeelden. Haar broer Cosmo, die 17 is, vond dat erover. De discussies die ze daar over voeren, vind ik ontzettend interessant.”

Zijn uw kinderen woke?

“Ze zijn er zeker mee bezig. Tita vindt bijvoorbeeld dat je iemand moet vragen met welk voornaamwoord ze aangesproken willen worden. Ook dat vindt Cosmo overdreven. Hij denkt dat iemand zelf wel zal aangeven als hij een specifiek voornaamwoord verkiest.

“Ik herken bij Cosmo heel erg die utopische wens om de dingen niet te hóéven benoemen. Zelf heb ik ook moeite met het feit dat alles benoemd moet worden, maar ondertussen zie ik daar wel het belang van in. Tenminste, als de dingen benoemen ook betekent dat we ermee aan de slag gaan.

“Het probleem is dat het wokedebat grotendeels aan de kern van de zaak voorbijschiet. Het gaat er namelijk niet om wie gelijk heeft, maar wel dat we naar elkaar luisteren. Alleen zo kunnen we elkaars kwetsbaarheden zien, en kan empathie ontstaan.”

Vindt u dat de wokeslinger te ver doorslaat?

“Sommige mensen klagen dat je op den duur niets meer mag zeggen; dat snap ik. Maar tegelijk denk ik ook: denk gewoon twee keer na voor je iets zegt, en deel het misschien niet meteen met de hele wereld.

“Het probleem is dat het nooit en-en kan zijn. Er is schijnbaar enkel het goede en het slechte kamp. Maar dat is in het hele coronadebat niet anders. Waarom zijn er bijvoorbeeld geen diepgaande debatten waarin mensen hun twijfels over onze ingeperkte vrijheden op tafel mogen gooien, zonder meteen voor antivaxer uitgemaakt te worden?”

BIO

• Vlaamse actrice en kunstenares • geboren op 10 oktober 1972 in Poperinge • bekend van rollen in o.a. de tv-series Flikken, Het goddelijke monster, De Rodenburgs • speelde in tientallen theaterstukken, en in films, waar-onder Vleugels, Zot van A., Het vonnis • stond sinds 2010 enige keren op een Groen-kieslijst • was negentien jaar samen met Johan Heldenbergh; heeft drie kinderen

Hoe kijkt u naar de veranderingen in de filmwereld sinds de #MeToo-schandalen, zoals bijvoorbeeld de introductie van intimiteitscoördinatoren?

“In het begin dacht ik dat zoiets overbodig was, maar daar ben ik op teruggekomen. Seksscènes kunnen ongemakkelijk zijn, dan is een goede choreografie niet onbelangrijk.

“Maar de meeste regisseurs slagen er wel in voldoende veiligheid te creëren. Zelf heb ik alleszins geen nare ervaringen op dat vlak.”

Wat denkt u dan van de zaak-De Pauw?

“Of Bart een grens overschreden heeft, zal uit het proces blijken.”

“Maar het had volgens mij nooit tot een rechtszaak moeten komen. Er wordt nu ook van alles op één hoop gegooid. Ik weet enkel dat dit al anderhalf jaar ontzettend veel energie van de betrokken vrouwen vraagt. Verschrikkelijk moet dat zijn.

“Destijds waren er op Studio Herman Teirlinck ook een paar leerkrachten die al eens een grensoverschrijdende opmerking durfden te maken. Mijn vriendinnen en ik lachten dat weg. Nu besef ik dat dat niet oké was, maar toen leek dat erbij te horen.”

Iets anders nu. Ik las dat uw huidige vriendin ook in de kunsten actief is. Hoe beïnvloeden jullie elkaar?

“Valery verdient haar brood niet als kunstenares, zoals eerder al geschreven werd, maar ze heeft wel kunstwetenschappen gestudeerd. Ze is ontzettend visueel, een levend beeldarchief. Ken je de Tableau-rubriek in De Tijd? Daarin matcht zij elke week een kunstwerk met een actuele foto.

“Samen bezoeken we superveel tentoonstellingen. Ik sluit niet uit dat we ooit eens samen een tableau maken. Haar encyclopedische kunstkennis is natuurlijk erg fijn voor mij. Via Valery leerde ik bijvoorbeeld het werk van Sophie Calle (Frans beeldend kunstenares, fotografe en installatiekunstenaar, red.) kennen.”

Welke kunstenaressen bewondert u?

“Hedendaagse artiestes zoals Marlène Dumas, Ana Torfs, en Anne-Mie Van Kerckhoven inspireren me. Maar ik bewonder ook veel vrouwen die destijds bij de eersten waren om een bepaalde stijl te hanteren, maar daar niet dezelfde waardering voor hebben gekregen als hun mannelijke tijdgenoten, zoals Hilma af Klint, Eva Hesse, Suzanne Valadon, en Hannah Höch.”

Waarom fascineren die pioniersters u zo?

“Deze vrouwen waren vaak stoutmoediger dan de mannen. In een tijd waarin vrouwen eigenlijk permanent in quarantaine zaten, was avonturierster worden een manier om aan dat strakke keurslijf te ontsnappen.

“Toen ik me in hun levensverhalen verdiepte, vroeg ik me af waarom ik destijds niet meer rigoureuze keuzes durfde te maken, zoals voluit voor mijn carrière gaan, reizen, geen kinderen krijgen. Enerzijds denk ik dat het met mijn aard te maken heeft: ik wilde echt moeder worden. Anderzijds merk ik wel dat jonge vrouwen daar vandaag resoluter in zijn.

“Maar misschien heb ik uiteindelijk geen fysieke wereldreizen nodig om in gedachten ook een avonturierster te zijn.”

Is dat dan mogelijk? Voluit voor uw carrière gaan én een goede moeder zijn?

“Tja, dat is dé grote vraag natuurlijk. Ik geloof niet dat beide elkaar hoeven uit te sluiten. Wij denken zo vaak in of-of-scenario’s, maar ik zie dat meer en meer vrouwen zich daarvan los worstelen.

“Ik heb in achttien maanden tijd drie kinderen (waaronder een tweeling, red.) gekregen. Mijn carrière heeft toen een hele tijd stilgelegen. Enerzijds omdat ik die eerste levensmaanden van dichtbij wilde meemaken, anderzijds omdat vrouwen die net bevallen zijn meestal niet voor een rol gevraagd worden. Daar had ik op voorhand niet zo bij stilgestaan, en misschien maar goed ook.

“Wel merk ik dat jonge vrouwen ook daar tegenwoordig assertiever in zijn. Ze geven hun baby gewoon borstvoeding tussen de takes door, of onderhandelen over draaidagen.

“Vaak wordt verondersteld dat mensen van middelbare leeftijd min of meer gearriveerd zijn, maar bij vrouwen is dat anders. Als je kinderen hebt gekregen, loop je sowieso enkele jaren achter op mannen.

“Eigenlijk is mijn leeftijd, de pre-menopauze, zo je wil, een fantastische leeftijd voor vrouwen. Het is onze derde adem: de kinderen studeren of zijn het huis uit, we hebben weer meer tijd voor onszelf.

“De reden dat het zo’n negatieve connotatie heeft, is natuurlijk dat verdomde schoonheidsideaal. Mannen worden wijzer met de jaren, vrouwen verleppen. Maar in plaats van dat soort clichés te blijven benoemen, moeten we op zoek gaan naar andere verhalen.

“Onlangs hoorde ik dat walvis- en olifantenvrouwtjes leader of the pack worden zodra ze de menopauze bereiken. Fantastisch, toch?”

Verouderen betekent voor actrices vaak dat er minder rollen overblijven.

“Dat is de laatste jaren gelukkig wel veranderd. In het theater was die verscheidenheid er al, maar ik merk dat ook vrouwelijke televisierollen nu meer van vlees en bloed zijn dan vroeger.

'Ik weet nu wat ik te geven heb, onder- of overschat mezelf niet meer.'Beeld Joris Casaer

“Ik heb een gezicht dat niet altijd matchte met de innerlijke gevoelswereld die ik wilde vertolken. Mijn schoonheid heeft me zeker ook veel gegeven, maar ik heb mij toch erg geërgerd aan die beperkende male gaze, waar cinema van oudsher om draait. Ergens ben ik wel blij dat mijn uiterlijk nu niet meer meespeelt, of toch minder.

“De rollen waarin ik mij in de loop van de jaren het meest comfortabel in voelde, waren die van een achterlijk meisje, een 65-jarige vrouw en Mercutio uit Shakespeare. Ik overdrijf nu wat, maar de tijden dat je rol in het script omschreven wordt als ‘20-jarige aantrekkelijke vrouw’ of ‘30-jarige aantrekkelijke vrouw’ liggen gelukkig achter ons – met dank aan vrouwelijke scenaristen.

“Niet dat we er nu helemaal zijn. Er zijn nog steeds merkbaar minder rollen voor vrouwen op leeftijd. Terwijl zij over zoveel kracht beschikken; het is tijd om die meer te omarmen.”

Worden relaties makkelijker met het ouder worden?

“Hoe makkelijker het thuiskomen bij jezelf is, hoe makkelijker het wordt met een ander. Ouder worden, zelfkennis vergaren, en jezelf aanvaarden zijn cruciaal.

“Zo helpt het om de triggers uit je kindertijd te leren herkennen, en die aan je partner te kunnen uitleggen, zodat je je er niet emotioneel door hoeft te laten meeslepen.

“Kinderen zijn op dat vlak keiharde spiegels. Ze confronteren je met problemen waartegen je eerder al bent aangelopen. Als je je verantwoordelijkheid wilt nemen, ga je daar dan mee aan de slag. Zo explodeert een van mijn kinderen bijvoorbeeld wanneer hij emotioneel wordt – iets wat ik ken ik uit mijn eigen jeugd, wat ook in mij zit en waaraan ik gewerkt heb. Dan besef ik weer hoe heftig die uitbarstingen voor anderen zijn.”

Hoe gaat u de komende jaren tegemoet?

“Af en toe voel ik wel tijdsdruk. De 50 nadert, en ik wil nog zoveel dóén. Ik moet nu kiezen welke netten ik uitwerp.

“Ik weet nu wat ik te geven heb, onder- of overschat mezelf niet meer. Maar ik heb nog maar net geleerd om dingen te verzilveren, mensen aan te spreken, en samenwerkingsverbanden op te zetten. Ik ben me nog niet zo lang bewust van mijn marktwaarde, om het ietwat cynisch te stellen.”

Wat wilt u zo nog verzilveren?

“Mijn notitieboekjes staan boordevol uitgewerkte ideeën voor kortfilms, documentaires, schilderijen, toneelstukken. Maar momenteel ben ik dus vooral op zoek naar samenwerkingen.

“Daarnaast is de opkomende tentoonstelling voor mij ook een soort van test: kan ik ook met het schilderen een carrière uitbouwen waarmee ik mijn boterham verdien? Tenslotte heb ik nog enkele jaren drie studerende kinderen te onderhouden.

“Soit, het komt erop neer dat mijn activiteiten in al hun eclecticisme de laatste jaren steeds dichter benaderen wat ik écht wil doen.”

A Cage Went in Search of a Bird, met werk van onder anderen Joke Devynck, van 30 april t.e.m. 16 mei in de Antwerpse galerie Daisy Verheyden.