Direct naar artikelinhoud
InterviewAstrid Demeulemeester (28)

‘Yves is veel meer dan de skartende West-Vlaamse boerenzoon.’ De vrouw van wielrenner Yves Lampaert

‘Ik haal er veel voldoening uit om hem bij te staan. Maar ik zie het niet als wegcijferen: we doen het samen. Ik werk ook nog voltijds: niet mijn hele leven staat in teken van Yves.’Beeld Marco Mertens

Op een dag wint Yves Lampaert (29) Parijs-Roubaix, de koers die op zijn lijf en geest is geschreven. Vroeg of laat, dat maakt niet uit, maar het zal gebeuren. Dat komt omdat hij een vechter is en elke tegenslag hem sterker maakt. Zeg dat Astrid Demeulemeester (28), de charmante mevrouw Lampaert, het gezegd heeft. ‘Yves is veel meer dan de skartende West-Vlaamse boerenzoon.’

In Hulste staat Astrid Demeulemeester de ramen van haar huis te zemen. Uit frustratie: ze moet zich afreageren. Haar geliefde was de dag voordien in de E3-Prijs ‘zonder te blazen’ de Oude Kwaremont opgereden, maar een lekke band in volle finale verhinderde hem om mee te doen voor de overwinning. Vol vuur en met het temperament dat haar eigen is, had ze hem onderweg aangemoedigd, maar dat zal ze de volgende weken niet meer doen.

Astrid Demeulemeester: “Ik ben nu negentien weken zwanger. Ik voel dat ik gisteren een beetje geforceerd heb.

“Ik leef enorm met Yves mee, alsof we zo’n koers sámen rijden. We zijn al zes jaar samen: ik voel wat er in hem omgaat, en zie het meteen als hij een mindere dag heeft. Maar in de E3 was hij goed (lacht).”

Alles is begonnen op een fuif van de KLJ van Kanegem.

Demeulemeester: “We waren nog zo jong: ik was 17 jaar, Yves 19. Hij kwam over als een verlegen jongen, terwijl hij dat eigenlijk helemaal niet is. Hij had meteen een boontje voor mij, maar ik had dat totáál niet door.”

Is hij die avond naar je toe gekomen?

Demeulemeester: “Nee, helemaal niet. Hij heeft me achteraf een vriendschapsverzoek gestuurd via Facebook. Na die fuif hielden we contact: we maakten veel plezier, maar we bleven gewoon vrienden. Ik besefte niet dat Yves meer voor mij voelde. We hadden het altijd over school. Hij werkte zijn bachelor agro-industrie af, ik studeerde in Gent: dát was ons raakvlak. Ik wist wel dat hij wielrenner was, maar daar ging het nooit over. Het was gewoon leuk. Tot het plots gedaan was met mijn ex-lief.”

Je was bezet, dat verklaart zijn aarzeling.

Demeulemeester: “Yves was zo’n brave jongen. Tot hij plots zijn stoute schoenen aantrok. Hij reed de Ronde van België en zei me: ‘Als ik in de top 5 finish, moet je met mij op date.’ Ik dacht: vanwaar komt dat nu opeens? Maar hij eindigde vijfde, en we zijn samen een avond op stap geweest. Het klikte ongelooflijk goed. Ik aarzelde nog even: zal het wel lukken met iemand die zo vaak weg is? We waren ook elkaars tegenpolen. Ik zat op kot in Gent, ging graag uit en zat in het presidium. Het gebeurde weleens dat ik na een cantus pas om zeven uur ’s ochtends in mijn bed lag. Maar vanaf het moment dat we samen waren, is dat enorm veranderd. Wielrenners moeten 24/7 voor hun sport leven. En dan moet je zelf ook water bij de wijn doen. Ik heb toen vrij snel mijn kot en het studentenleven opgegeven: ik wilde dat mijn relatie met Yves zou lukken.

“Hem bijstaan geeft me veel voldoening. Als hij goed rijdt, dan komt dat ook omdat hij het thuis goed heeft: dat is het procentje dat ik bijdraag. Ik vroeg me ook af: waarom ben ik jaren tot vier uur ’s nachts uitgegaan, terwijl ik hier zoveel gelukkiger van word?”

Je cijfert je weg omdat je hem zo graag ziet.

Demeulemeester: “Ik zie het niet als wegcijferen: we doen het samen. Ik werk ook nog voltijds: niet mijn hele leven staat in het teken van Yves. Maar als hij thuis is, draait alles rond hem. Het is de bedoeling dat hij er alles kan uithalen in de jaren dat hij koerst.

“Een relatie houdt geen stand als je daar niet in wil meegaan. Want het is een abnormaal leven. Je moet soms dingen laten die andere mensen maar moeilijk kunnen begrijpen. We gaan niet naar het trouwfeest van zijn beste maat als dat net in een belangrijke periode valt. En als mijn vriendinnen willen afspreken wanneer Yves thuis is, dan ga ik niet, omdat ik er voor hem wil zijn.”

Daar gaan al die pleidooien voor vrouwenrechten.

Demeulemeester: “Er bestaat nog steeds een stereotiep beeld van de rennersvrouw. Maar geloof me: het is mijn eigen keuze om mijn man zo te steunen. Niet omdat het zo hoort, maar omdat ik het zo wil. Ik zíé ook dat hij er beter van wordt.”

‘Als het thuis niet draait, dan draait het ook niet in de koers’, zeggen ploegleiders. Bij Deceuninck-Quickstep roemt ploegarts Yvan Vanmol jou om hoe je de dingen weet aan te pakken: nuchter en standvastig.

Demeulemeester (bloost): “Schoon dat hij zoiets zegt. Maar ik ben gewoon mezelf. Die nuchterheid hebben Yves en ik van thuis uit meegekregen. We zullen nooit naast onze schoenen lopen, zelfs al hebben we die dag de koers gewonnen. Typisch West-Vlaams zeker?”

Ik blijf me toch de uitzinnige vreugde van jou en Yves’ familie bij zijn zege van Dwars door Vlaanderen van 2017 herinneren. Tot daar die West-Vlaamse nuchterheid.

Demeulemeester (lacht): “Die euforie is even snel weer getemperd. Wij denken meteen: dit wil niet zeggen dat het vanaf nu vanzelf gaat.

“Weet je, als het privé niet botert, gaat het in geen enkel beroep goed. Met dat verschil: renners liggen onder een vergrootglas. Het enerveert me als wordt gezegd: ‘Lampaert was niet goed.’ Omdat ze niet weten wat er allemaal is gebeurd. Een beetje sinusitis, en je bent al een pak minder. Wacht maar, denk ik dan, hij zal jullie nog allemaal verrassen.”

Raken ze jou als ze zeggen: ‘Yves kan zijn status van kopman niet waarmaken?’

Demeulemeester: “Ja, omdat hij het wél kan. En omdat hij dikwijls cruciaal is bij de overwinningen van zijn ploegmaats – waar hij zelf ook veel voldoening uithaalt. Daarom is hij ook zo graag gezien in de ploeg.”

Hij is bijzonder loyaal.

Demeulemeester: “Je moet het ook kunnen om het iemand anders te gunnen. Ik vind dat een mooie eigenschap.”

Moet je veel twijfel en onzekerheid bij hem wegnemen?

Demeulemeester: “Yves is bij het begin van het seizoen altijd onzeker. Hij kan dan soms erg twijfelen aan zichzelf.”

Lees je het van zijn gezicht af?

Demeulemeester: “Ja, dan denk ik: wat speelt er toch allemaal in dat kopje? Er bestaan ook geen magische zinnen om die twijfel weg te nemen: hij moet dat zelf doen. Ik vraag daar ook nooit te veel over door. Omdat ik weet dat het hem zenuwachtiger zal maken. Ik vind het belangrijker om voor afleiding te zorgen.”

Wat doe je dan?

Demeulemeester: “Kleine dingen. Nu hebben we het vaak over de geboortelijst van de baby.”

Wat brengt de nakende gezinsuitbreiding teweeg?

Demeulemeester: “Héél veel. Ik heb Yves pas laat kunnen zeggen dat ik zwanger was, omdat hij op stage was en ik het nieuws niet via de telefoon wilde meedelen. Maar toen ik het vertelde en de blik in zijn ogen zag, zag ik iets wat ik bij hem nog nooit had gezien. De volgende morgen vertelde hij dat hij ’s nachts had beseft dat hij vanaf nu pas écht een doel had in zijn leven: zijn gezin. Voordien koerste hij voor zichzelf, maar nu doet hij het ook voor iemand voor wie hij zijn hele leven zorg zal dragen. Dat vind ik schoon. Sarah (De Bie, red.), de vrouw van Wout van Aert, is een goeie vriendin. Ze zei dat het bij Wout ook zo was.

“Yves is heel begaan met de zwangerschap, het geeft hem ook de kans om uit die cocon van de koers te ontsnappen. De eerste echografie bijwonen, vond hij onbeschrijfelijk. Hij weet nu dat er meer is dan koers.”

Was het een grote wens om een gezin te stichten?

Demeulemeester: “Ja. Vorig jaar tijdens de eerste lockdown hebben we gemerkt: ‘Dat zit hier echt goed tussen ons.’ Het was een test voor onze relatie. Het was de eerste keer dat we samen zoveel tijd doorbrachten. En we hebben beseft: er mag iemand bijkomen, we willen onze liefde delen. Het is nu al goddelijk om te zien hoe hij met de kindjes van mijn zus omgaat. Yves zal een goeie vader zijn.”

‘De boerenstiel ligt me nauw aan het hart. Ik heb geen problemen met vegetarisch of vegan, maar tegenwoordig moet je je zelfs schuldig voelen over een goed stuk vlees dat natuurlijk is gekweekt.’Beeld Marco Mertens

VADERLIJK STANDJE

Jullie leven lijkt wel in de plooi te vallen.

Demeulemeester: “Ja, al is alles niet altijd rozengeur en maneschijn. Vorig jaar viel het voorjaar weg, en net toen ze terug mochten koersen, brak Yves zijn sleutelbeen en kon hij niet naar de Tour. Dan zit je daar met je superbenen, en moet je weer maanden revalideren.”

Wat voor iemand tref je dan aan?

Demeulemeester: “Het was vloeken, ook bij mij: ‘Godverdomme, dit kan toch niet!’ Maar net die dag, een halfuur later, viel Fabio (Jakobsen, red.) in Polen. We wisten niet of hij het zou overleven. Dan denk je meteen: waar maak ik een drama van?

“Yves maakt sowieso altijd snel de klik, en denkt: deze tegenslag zal me sterker maken. Zo is het altijd al geweest. Zoals in de E3-Prijs: hij valt weg, en je denkt dat het verloren is. Maar toch komt hij terug: dát is zijn sterkte. Yves geeft nooit op. Nóóit. Ik heb daar enorm veel bewondering voor. Hij heeft niet het talent van Mathieu of Wout, maar hij compenseert dat met zijn wilskracht.”

Vanwaar komt die vechtersmentaliteit?

Demeulemeester: “Van thuis: het zijn daar allemaal vechters. Zijn broer zit ook in de boerenstiel, en dan is het iedere dag vechten voor je plaats. Zijn zus is verpleegster op de spoedafdeling: die doorstaat sinds corona erg zware shiften.”

De familie Lampaert is thuis in de frontlinie.

Demeulemeester: “Ze zijn het gewend dat er niets voor niets komt, en dat maakt Yves tot wie hij vandaag is. Daarom is hij zo’n sterke renner. Goh, dat is hier precies één grote lofzang (lacht). Maar het is goed dat hij die mentale kracht bezit, want in het wielrennen kun je hoog vliegen, maar ook diep vallen. Wij beseffen niet hoe zwaar het fysiek is. Om nog te zwijgen van de mentale druk.”

Het is van moeten.

Demeulemeester: “Er geloven zoveel mensen in hem: die wil je niet teleurstellen. Maar dat brengt druk met zich mee.”

Topsport is doorgaans geen sprookje, alleen winnen telt. Ook bij The Wolfpack. Het klinkt mooi, maar als je niet mee kunt, val je uiteindelijk af.

Demeulemeester: “The Wolfpack is geen commercieel praatje. Die ingesteldheid is écht: de ploegmaats maken elkaar sterker. Het is winnen en laten winnen. In de E3-Prijs van 2018 was Yves op pad met ploegmaat Niki Terpstra: Yves trapte in de boter, alles lukte die dag, tot hij plots in volle finale een klop van de hamer kreeg. Niki pakt de overwinning. Maar een week later won Yves wel Dwars door Vlaanderen. Omdat ze niet voor elkaar onder willen doen.

“Patrick Lefevere heeft misschien de reputatie hard te zijn, maar ik ken hem ondertussen goed en ik durf te zeggen dat hij het hart op de juiste plaats heeft. Ik denk ook dat hij Yves graag heeft, als renner én als mens.”

Hij geeft hem soms een vaderlijk standje. In de trant van: ‘Yves moet niet beginnen te zweven.’

Demeulemeester: “Ja, en dat is meestal terecht. Na het Belgisch kampioenschap zei Patrick: ‘Hij moet nu niet op iedere receptie staan.’ En hij had gelijk: Yves ging dat jaar naar te veel recepties. Maar dat komt ook door zijn karakter: hij wil voor iedereen goed doen. Hij durfde geen uitnodigingen afslaan. Dan is het goed dat iemand als Patrick zegt: ‘Genoeg.’ Hij doet dat om Yves te beschermen. Ik zal het hem nooit kwalijk nemen als hij iets kritisch over Yves zegt, omdat ik weet dat hij het beste voorheeft met hem.”

‘Toen Jasper Stuyven Milaan-Sanremo won, zal Yves blij geweest zijn. Maar het zal hem ook pijn hebben gedaan: de droom van een klassieker te winnen, lijkt elk seizoen verder weg’, vertelde Yvan Vanmol me.

Demeulemeester: “Hij was écht blij voor Jasper. Maar hij heeft ook gedacht: dju, ik moet er meer in geloven, en ook mijn kans wagen.”

Yves is nochtans best een linke renner. Op het BK wist hij dat hij moest aanvallen vóór zijn ploegmaat Philippe Gilbert, toch de sluwste renner van het peloton.

Demeulemeester: “Ik ben blij dat je dat zegt. Ze zien Yves dikwijls als te onstuimig. Maar onderschat hem niet. Hij is slimmer geworden, en heeft meer koersinzicht gekregen. Niki en Phil zijn goeie mentors geweest.”

‘Yves heeft niet het talent van Mathieu of Wout, maar hij compenseert dat met wilskracht. Hij vecht altijd terug’Beeld Marco Mertens

ZONDIGE KERK

In de mooie minireeks over Yves in Iedereen beroemd zagen we je in een kapelletje bidden, in de hoop dat Yves zeker niks zou overkomen.

Demeulemeester: “Het geloof is altijd sterk aanwezig geweest in onze familie. Aan de boerderij van mijn grootouders stond een kapelletje, waar we altijd stopten. Dat was traditie. En dan zaten we samen te bidden. Daar heeft mijn mama ons geleerd: ‘Je mag nooit voor jezelf bidden, altijd voor iemand anders.’ Je moet erop vertrouwen dat iemand het voor jou doet.”

Waarin geloof je?

Demeulemeester: “Ik geloof dat er íéts is, maar wat precies kan ik niet zeggen. Dus niet per se in Jezus, of Mozes, die het water deed splijten – je moet een beetje serieus blijven, hè. Ik geloof wel dat mensen die gestorven zijn over ons waken. Zoals mijn grootouders. Dat is toch een mooie gedachte? Met mijn ouders passeren we nog altijd langs dat kapelletje, en dan lijkt het alsof we met hen verbonden zijn.

“Yves’ soigneur is vijf jaar geleden gestorven. Hij heeft enorm veel voor hem betekend. Ik hoop dan dat ‘Wimmie’ zijn engelbewaarder is, die over zijn schouder meekijkt.

“In de Kerk als instituut geloof ik niet meer. Er zijn te veel dingen gebeurd waar je niet omheen kunt.”

Zoals de recente uitlatingen van het Vaticaan, dat homoseksualiteit als een zonde ziet?

Demeulemeester: “Ja. Als de Kerk dat niet kan aanvaarden, zijn ze zélf zondig. Net zoals ze de pedofilieschandalen in het verleden hebben proberen toe te dekken – toch de grootste zonde die er is.

“Ik bid eigenlijk vooral om bescherming te vragen voor de mensen die ik graag zie. Dat ons niets overkomt. Maar nu lijkt het wel alsof ik een non ben (lacht).”

Er lijkt je een lichte schaamte te overvallen.

Demeulemeester: “Nee, zeker niet. Maar ik hoor de mensen al zeggen: ‘Dat is toch niet meer van deze tijd.’ Ik trek me daar niet veel aan, het is iets heel persoonlijks. Yves deelt mijn geloof, misschien iets minder uitgesproken. Hij passeert ook geregeld bij het kapelletje en slaat dan een kruisteken.”

Is bidden om een overwinning in Parijs-Roubaix toegestaan?

Demeulemeester: “Ik heb geleerd om niet voor mezelf te bidden. Yves mag zelf beslissen wat hij doet (lacht).”

Er zijn veel jongens die de koers met hun leven hebben moeten bekopen. Is dat misschien je grootste bezorgdheid?

Demeulemeester: “Ik wil er niet te veel aan denken. Vroeger zei ik altijd: ‘Wees voorzichtig!’ Maar dat doe ik niet meer, want zij kunnen niet voorzichtig zijn als ze hun job goed willen doen. Wie geen risico’s neemt, wint niet.

“Ik ben altijd blij als Yves in één stuk over de streep is gekomen. Ik hoop altijd dat hij het supergoed doet, maar nog meer dat hem niks overkomt. Misschien daarom dat ik zo graag wil geloven dat er iemand is die over hem waakt.”

IN DE GROENSELS

Je hebt zowel een master in de communicatie als in de bedrijfseconomie behaald. Vanwaar die keuze?

Demeulemeester: “Het was mijn droom om rechten te studeren, zoals mijn oudere zus, maar na het vierde middelbaar moest ik naar het tso, omdat ik niet goed was in wiskunde. Toen ik op mijn 18de zei dat ik rechten wilde studeren, werd mij dat afgeraden: ‘Vanuit een technische richting naar de universiteit? Dat lukt nooit.’ Ik heb dan maar geluisterd, en ben een bacheloropleiding bedrijfskunde begonnen. Maar dat ging te makkelijk: ik vond dat ik meer in mijn mars had. Dus heb ik gezegd: ‘Ik ga bewijzen dat ik wél universiteit aankan.’ En het is gelukt.

“Daarna wilde ik nog iets met economie doen. En ook dat lukte. Nadien dacht ik: had ik dat allemaal geweten, dan had ik misschien wel rechten aangedurfd. Ik studeerde gewoon graag, en vond het jammer dat het gedaan was.”

Die vechtlust heb je gemeen met Yves. Heb je die ook van thuis meegekregen?

Demeulemeester: “Mijn ouders komen allebei uit boerenfamilies, en hadden tot voor kort een transportfirma die diepvriesgroenten vervoerde. Ik ben dus ook in de groensels opgegroeid. We hadden twee tractoren en acht camions, en ik deed niks liever dan met mijn vader meegaan.

“Al mijn vakantiejobs deed ik bij d’Arta, een bedrijf in diepvriesgroenten. Ik moest de groentebakjes wassen. Een kutjob, mijn handen lagen altijd open. Maar toen er iemand wegviel in het labo, greep ik mijn kans – ik wilde niet blijven schoonmaken. Ik moest de courgettes en de wortels controleren als de ladingen toekwamen. Zó plezant: een praatje slaan met de boeren, de stalen checken. Ik zie het me nog altijd doen.”

De boerenstiel is nooit ver weg bij jullie.

Demeulemeester: “Ze ligt me nauw aan het hart. Mijn ouderlijk huis ligt op het platteland. Als ik met mijn fiets van school kwam, passeerde ik vier boerenhoven.

“Ik las onlangs een reactie van een vrouw op Facebook, na protest van de boeren over de voedselprijzen. Ze had het gehad met die boeren, zei ze, en ze zou vanaf nu enkel diepvriesgroenten kopen. Ik stond perplex: alsof die in een fabriek gemaakt worden. Het is ver gekomen als mensen geen besef meer hebben van waar hun eten komt.

“De slinger is wat ver doorgeslagen. Ik heb geen problemen met vegetarisch of vegan, maar tegenwoordig moet je je zelfs schuldig voelen over een goed stuk vlees dat natuurlijk is gekweekt. En als het niet ‘bio’ is – toch vooral een marketingterm – dan is het is niet meer goed. Dan vraag ik me af: wat is er mis met een eerlijk, natuurlijk product?

“Weet je, een boer zien werken op zijn land is voor mij nog altijd het schoonste beeld dat er bestaat. Die mens maakt van ‘niets’ ‘iets’. Hoe kun je daartegen zijn?

“Ik vraag me ook af of we wel goed bezig zijn met onze planeet. Hebben we het niet allemaal een beetje slechter gemaakt? Ik kan me niet voorstellen dat mijn grootouders met allergieën sukkelden. Waarom niet? Omdat al die vervuilende industrie nog niet bestond. We moeten meer respect tonen voor de natuur.”

Meer dan ooit: de planeet is in gevaar.

Demeulemeester: “Ik las ergens dat corona een ‘straf’ is van Moeder Natuur om ons te laten stilstaan bij hoe we onze planeet hebben mismeesterd. Omdat alles stilviel tijdens de lockdown, zag je plots de hemel opklaren. Je kon de natuur opnieuw ruiken: dat waren we niet meer gewoon. Maar goed, dat is alweer voorbij, omdat alles weer op volle toeren draait. Ik denk dat we wat minder snel moeten leven. Als je alles wat trager doet, raak je er ook wel. Kijk naar Yves: hij zal er ook wel raken, misschien niet zo snel als die supergetalenteerde gasten, maar het zal lukken. Op een dag wint hij zijn klassieker.”

FESTIVALWEI

Als het over Yves Lampaert gaat, valt het áltijd het predicaat ‘boerenzoon’. Zo reduceren ze hem, vind ik, alsof ze hem een soort naïviteit willen toedichten.

Demeulemeester: “Daar ben ik het mee eens. Toen hij het BK won, kopte de krant: ‘Van boerenzoon tot Belgisch kampioen’. Eigenlijk willen ze daarmee zeggen: from zero to hero. Waarom zo denigrerend? Ze gebruiken een cliché: de boer als domme kloot. Maar de boerenzonen die ik ken, zijn harde werkers. En vooral: slimme gasten. En ze staan nog met hun twee voeten in het leven.

“Ook dat typische West-Vlaamse imago achtervolgt hem. Daarom ben ik blij met Iedereen beroemd, waar ze een ander beeld tonen van hem. Want Yves is veel meer dan de skartende West-Vlaamse boerenzoon. Hij is een verstandige gast, met wie je over alles kunt praten. Alleen wil niet iedereen dat zien, en dat is jammer. Ze herleiden hem altijd tot dat ene aspect. Maar vergis je niet: hij is trots op zijn boerenafkomst.”

Hij is uitgegroeid tot een volksheld, mede dankzij dat imago.

Demeulemeester (knikt): “Hij krijgt er veel sympathie door. We kunnen nu wel zeggen dat we dat niet graag hebben, maar op een bepaald moment hebben we dat misschien zelf in de hand gewerkt.”

De mensen voelen dat hij dicht bij hen staat.

Demeulemeester: “Zijn supporters zijn nogal fanatiek. Naar het BK in Binche waren ze met honderden afgezakt, en dat heeft Yves dat tikkeltje extra gegeven om te winnen. Ze hadden een weide afgehuurd, het leek wel een festival. En elke ronde maar roepen. De andere renners kwamen Yves zeggen: ‘Dit hebben we nog nooit meegemaakt.’

“Soms schrikken we wat het doet met mensen als ze Yves zien. Zeker als het jonge gastjes zijn. Gisteren hoorde ik op Radio 2 een jongetje uit Hulste dat jarig was en voor Yves supportert. Ik ben hem snel een petje en een bidon gaan geven. ‘Is dat van Yves?’ vroeg hij. Je had zijn gezicht moeten zien, ongelooflijk.

“Er staan hier ook dikwijls jonge rennertjes voor de deur die verlegen vragen om Yves veel groeten te doen. Het doet hem denken aan hoe hij vroeger zelf opkeek naar Johan Museeuw en Peter Van Petegem. Al is er maar één jongetje dat op de fiets kruipt omdat hij Yves Lampaert wil zijn, dan is zijn carrière voor mij geslaagd.”

BETER BOLLEN

Je werkt bij matrassenfabrikant Latexco, als planning assistant en sales support.

Demeulemeester: “Latexco is een internationaal bedrijf met een familiaal karakter. Dat vind ik heel belangrijk. Ik plan heel graag: zowel in het dagelijks leven als in mijn job. Ik kan er mijn ei in kwijt.”

Droom je van een carrière in een managementsfunctie?

Demeulemeester: “Op dit moment niet. Zolang Yves koerst, lijkt me dat niet combineerbaar. Later wel, ik voel dat ik nog niet aan mijn plafond zit.”

Je wil er alles uithalen: in je job, in het leven.

Demeulemeester: “Ik zou het jammer vinden als ik op het einde van mijn carrière moet zeggen: er had meer ingezeten.

“De komende vijf jaar zijn belangrijk voor Yves. Ik heb nog tijd genoeg, en dan zullen onze kindjes ook oud genoeg zijn – hopelijk worden we gezegend met nog een tweede.”

Hoe ziet Yves het leven na de koers?

Demeulemeester: “Soms wil hij tuinaannemer worden, soms ploegleider. Op dit moment moet hij vooral focussen op zijn favoriete koersen.”

Zoals Parijs-Roubaix, een koers die hij ziet als een metafoor voor het leven.

Demeulemeester (lacht): “Yves is een filosoof, hè.”

‘Je hebt asfaltstroken, voor de gemakkelijke momenten in het leven, en de kasseistroken, die symbool staan voor de tegenslagen.’ Heeft hij al zoveel meegemaakt?

Demeulemeester: “Yves is een oude ziel in een jong lichaam. Hij weet dat niet alles op bestelling komt. Hij heeft dat thuis gezien, maar ook in de koers. Hij is er laat mee begonnen, en in het begin reed hij als een kieken zonder kop. Maar met vallen en opstaan is het beter beginnen te gaan.

“Yves bedoelt dat je erin moet blijven geloven, en dat er na elke tegenslag in het leven ook een asfaltstrook komt waar het wat beter bolt.”

Ook als jij die droom van Parijs-Roubaix uitspreekt, word je emotioneel.

Demeulemeester: “Die koers past bij zijn karakter, en bij zijn stijl van koersen – puur op de macht.

“En ja, het is ook mijn droomkoers. Roubaix was één van mijn eerste koersherinneringen: mijn vader heeft me eens meegenomen naar Carrefour de l’Arbre, waar spontaan een volksfeest ontstond, met bakken bier en een barbecue. Als klein meisje zag ik dan die grimassende renners passeren en dacht ik: wauw, wat voor kerels zijn dat!”

En nu rijdt jouw kerel ertussen.

Demeulemeester: “Ja, het lijkt wel voorbestemd.”

‘Het zou een teken van hierboven zijn als hij zou winnen’, zei je.

Demeulemeester: “Ik ben zeker dat Wimmie, en al die anderen, die extra duw zullen geven.”

Helaas zal Yves nog even op zijn kassei moeten wachten. Hoe reageerden jullie op het nieuws dat Roubaix zal worden uitgesteld?

Demeulemeester: “Het was even slikken. En vloeken. Ook bij Yves, al heeft hij – zoals altijd – de knop al omgedraaid. We wisten dat het er zat aan te komen, we hadden ons voorbereid op het slechte nieuws. Ik vind het jammer: de koers had perfect kunnen doorgaan. Ze kunnen de kasseistroken toch afzetten voor het publiek?”

Hoe liggen zijn kansen voor een Roubaix in het najaar?

Demeulemeester: “Dan heeft Yves de Tour en – hopelijk – het WK al achter de rug: dan zit je op je tandvlees.

“En hoe gaan die kasseien er in de herfst bij liggen? Ik vrees dat de kans bestaat dat de koers in het najaar ook niet kan doorgaan. En zo zijn we weer een jaar verder.”

Weer een kans minder? Of denken jullie zo niet?

Demeulemeester: “Je wilt zo niet denken, maar daar komt het wel op neer.

“Maar goed, als het dit jaar geen prijs is, is het voor één van de volgende jaren. Daar ben ik zeker van.”

Ik was nog vergeten te vragen waarom je precies op Yves bent gevallen.

Demeulemeester: “Het is een totaalpakket, niet gewoon één ding. In het begin was het zijn schattigheid. Je kunt je niet voorstellen wat voor een lieve jongen hij was. En ik was zo overweldigd door de liefde die hij voor mij toonde.

“Nu is hij ook mijn beste maat. Ik vind het soms jammer als ik mensen hoor zeggen: ik heb naast mijn lief ook nog mijn beste vriend. Bij mij is dat één en dezelfde persoon. Yves is mijn zielsverwant.”

© Humo