“Toeristisch uitpakken met onze natuur": Vlaanderen wil meer nationale parken zoals in buitenland

Een nationaal park kan de echte motor voor het toerisme en de streekontwikkeling zijn, weten ze in het Limburgse Nationaal Park Hoge Kempen waar jaarlijks 1,2 miljoen bezoekers passeren. Een goed concept dat nu overal moet uitgerold worden, vindt de Vlaamse overheid. Zij gaan nu op zoek naar drie extra nationale parken én drie landschapsparken.

Vlaanderen heeft al grote natuurgebieden en er is nu ook de ambitie om die te verankeren in een handvol nationale parken met internationale uitstraling. “Zeggen dat Vlaanderen daarvoor te klein is, moet definitief naar de prullenmand", vindt Zuhal Demir, minister van Natuur. “We gaan ruimte maken, voor onszelf en voor de volgende generaties."

De gebieden die op langere termijn 10.000 hectare groot moeten worden, dienen voldoende robuust te zijn om de uitzonderlijke natuur die ze bevatten op een duurzame manier te beschermen. Bij de nationale parken ligt de klemtoon op natuur en biodiversiteit. 

Bij de landschapsparken ligt de klemtoon op landschapskwaliteit en de verschillende functies van het gebied. “Landschappen en sites met historische gebouwen zijn herkenbare bakens, ze laten zien waar we vandaan komen, wie we zijn en welke ontwikkeling we doormaken", zegt Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele. “Ze blijven het verhaal vertellen van een dorp, een stad en onze natie. Erfgoed is van belang voor de toekomst van Vlaanderen, voor het debat over identiteit en voor de zoektocht naar wat ons allen bindt.”