Direct naar artikelinhoud
DM Zapt

Het is met een bezwaard hart dat je kijkt naar ‘Charlatan’. Arno, die is goddomme toch onsterfelijk?

Arno Hintjens.Beeld VRT

Gunter Van Assche zet de blik op oneindig. Vandaag: de driedelige documentaire Charlatan.

Putain, putain, c’est vachement bien. Die gedachte speelt door je hoofd bij de nieuwste documentaire over Arno. ‘Le plus beau' heeft het slechtste jaar van zijn leven achter de rug, maar dat vertaalt zich ook naar een eerlijk en oprecht portret.

“Ik kijk nooit naar mezelf op tv”, biechtte Arno Hintjens ons ooit op. “Als ik mezelf bezig zie, dan krijg ik daar een instant-depressie van. Echt verschrikkelijk. En dan te zeggen dat ik vroeger zo’n mooi meisje was.” Dat typische verneukeratieve maniërisme laat Hintjens gelukkig achterwege in Charlatan. Een pluim voor regisseur en boezemvriend Dominique Deruddere, om dieper in de ziel te peilen van dit Oostendse rock-’n-rollicoon, zonder te botsen tegen defensieve scherts.

Arno praat namelijk niet graag over zichzelf. Probeer het gerust eens, een dieper gesprek aanknopen met hem. Eens je een al te fel licht schijnt op zijn gevoelswereld ontwijkt hij de stralen als een volleerd tapdanser, om dan meteen de veilige coulissen op te zoeken. Arno voelt zich het best in harnas. Of wanneer hij een schild kan optrekken, met grollige catchphrases. In zowat elk interview valt hij in herhaling. Zo is hij al jaren een zelfverklaarde lesbienne, wil hij geen standbeeld want duiven kakken daarop, en hij is geen belgicist maar een arnoïst. Met een aantal bevriende journalisten wilden we ooit een bingo opzetten, met alle oneliners die de Oostendse chanteur de charme spuit tijdens gesprekken. Wie alle vakjes kon aanvinken, won de pot.

Die bingo krijgt geen kans in Charlatan, waar je eindelijk dieper onder zijn huid lijkt te kruipen. In deze driedelige docu richt Deruddere tijdens de eerste aflevering zijn lens op Arno’s jeugdjaren in Oostende. Al op jonge leeftijd ontvluchtte hij het ouderlijke nest om zich te wentelen in een leven vol blues. De romantiek wordt belicht, maar ook de rauwheid van een leven vol zwarte sneeuw, in een klein kamertje in Oostende zonder warm water.

Ook de warme relatie met zijn moeder wordt tegen het licht gehouden. Een ijzig hart dat niet smelt wanneer dat verhaal verteld wordt tegen de achtergrond van ‘Les yeux de ma mère’. Het is sowieso met een bezwaard hart dat je kijkt naar Charlatan. Zelf noemde Arno deze reeks al zijn testament. Dat macabere gevoel wordt alleen versterkt door Deruddere, die dit drieluik laat aanvoelen als een eerbetoon, maar af en toe ook de schijn van een afscheidsbeeld verleent. Dat is slikken. Want Arno, die is goddomme toch onsterfelijk? Wanneer we banjeren door de Dansaert-wijk verwachten we altijd om hem aan de overkant van de straat te zien slenteren, zakje in de hand. Of we hopen hem weer eens te zien in het café van de AB, waar we dan palaveren over de nieuwste, spannende artiesten die we net ontdekt hebben.

Dat de getuigenis van Paul Decoutere, met wie hij Freckleface en Tjens Couter oprichtte, vandaag ook in het barre gezicht van de dood blikt, maakt het gevoel van eindigheid alleen maar groter in Charlatan. Laten we maar hopen dat Arno écht een charlatan blijkt te zijn, die de man met de zeis nog heel even om de tuin weet te leiden.

Charlatan is te zien op Canvas op 27 april en 4 mei, en op VRT.NU