Laagste pensioenen gaan 2 procent omhoog

De vakbonden en werkgevers hebben een akkoord over de welvaartsenveloppe, een budget van ruim 700 miljoen euro die de regering vrijmaakte om de laagste uitkeringen op te trekken. Het dossier zat al maanden muurvast, tot minister van Werk Pierre-Yves Dermagne (PS) het vorige week naar zich toetrok. Hij legde zelf een voorstel op tafel op basis van wat al eerder onderhandeld was en koppelde de gesprekken los van de loononderhandelingen die veel moeilijker verlopen. De sociale partners hebben nu hun fiat gegeven.

Concreet gaan de laagste pensioenen met 2 procent omhoog. Een alleenstaande zal vanaf juni maandelijks 26 euro extra krijgen, en ziet zijn uitkering stijgen naar 1.350 euro. Daarmee kruipen de laagste pensioenen zo beetje bij beetje in de richting van 1.500 euro, de ambitie die de regering-De Croo heeft opgenomen in het regeerakkoord. De komende jaren zijn nog extra inspanningen nodig. Daarnaast zullen ook de werkloosheids- en ziekteuitkeringen stijgen met 2 tot 3,5 procent, afhankelijk van de gezinssituatie. Het gaat om een extra van 20 tot bijna 50 euro per maand.

Dermagne hoopt dat dit de doorstart betekent voor het sociaal overleg. Morgen, dinsdag, komt de Groep van Tien, met daarin de toppers van bonden en werkgevers, samen om opnieuw te praten over de lonen. De vraag is of de gesprekken iets zullen opleveren. De regering houdt vast aan de maximale marge voor opslag van 0,4 procent, dik tegen de zin van de vakbonden. Als er voor 1 mei geen akkoord is, hakt de regering zelf de knoop door.