Direct naar artikelinhoud
NieuwsCoronavarianten

Pandemie laait op in India: hoeveel invloed heeft de nieuwe, ‘Indiase’ variant?

Nabestaanden rouwen bij een ziekenhuis in New Delhi.Beeld EPA

In India stromen de ziekenhuizen vol met coronapatienten. Plaatselijke medici maken zich zorgen over een ‘Indiase variant’, die inmiddels ook in West-Europa is opgedoken. Maar volgens experts kunnen andere factoren de huidige golf beter verklaren.

De medische zuurstof is op, de ziekenhuizen liggen vol en in sommige steden overlijden er zo veel mensen dat de doden op straat worden gecremeerd. Ziedaar de nijpende situatie waarin India nu al enkele weken verkeert. Sinds half maart schiet het aantal bevestigde coronabesmettingen in beruchte ‘exponentiële’ groei omhoog: 20.000 op 12 maart, 134.000 een maand later, haast een kwart miljoen nu.

Daarmee is het land ’s werelds grootste coronabrandhaard, en zo de reden dat van alle coronabesmettingen op aarde momenteel 52 procent plaatsvindt in Azië. Zo ernstig is de situatie dat zelfs het Verenigd Koninkrijk, nauw verbonden met India, het land heeft toegevoegd aan de rode lijst van landen waaruit men niet meer naar het Verenigd Koninkrijk mag vliegen.

Een nieuwe, ‘Indiase’ variant heeft er de hand in, vermoeden nogal wat Indiase medici. Want net als in sommige andere landen is er in India een iets afwijkende versie van het virus in opkomst, aan te duiden als B.1.617. Die heeft aan zijn uitsteeksels drie subtiele veranderingen die virologen al kennen van andere, snel oprukkende virusvarianten uit Californië, het Verenigd Koninkrijk en Brazilië.

Terughoudend

Dat is “zorgelijk”, zei WHO-wetenschapper Maria Van Kerkhove afgelopen vrijdag op een persbijeenkomst. “Dit is een ‘variant van belangstelling' die we volgen.” Een variant van belangstelling, dat is een stap minder ernstig dan een “variant van zorg” en is formele taal voor: dit virus gedraagt zich verdacht en verdient nader onderzoek.

Want experts zijn opvallend terughoudend. Zo gaat B.1.617 al rond sinds oktober, kennelijk zonder al te veel haast te maken om op te rukken. Bovendien bouwt India op flinterdun bewijs: na 4 miljoen gevallen heeft India nog maar zo’n duizend virusmonsters genetisch geanalyseerd, en dan nog vooral uit één gebied, de deelstaat Maharashtra.

“Het is op dit moment gewoon nog erg onduidelijk wat precies de rol van deze variant is”, zegt de Nederlandse viroloog Chantal Reusken. “De koppeling tussen de snelle opmars van deze variant in enkele gebieden en het grote aantal besmettingen is nog niet één op één te maken.” Eerder lijkt er sprake van een optelsom van factoren: zo waren er de afgelopen tijd diverse religieuze massa-evenementen, en is ook de Britse variant in opkomst, die zich zo’n 30 procent sneller verspreidt.

Laatste eerbewijzen tijdens een crematie in Delhi.Beeld Getty Images

Voet aan de grond

De Britse hoogleraar microbiologie Sharon Peacock wijst er in een analyse bovendien op dat men in India inmiddels veel coronamaatregelen heeft opgedoekt. “De vraag is of de huidige stijging van besmettingen verband houdt met de variant, of met menselijk gedrag, zoals grote bijeenkomsten en gebrek aan preventieve maatregelen zoals handen wassen, mondkapjes dragen en afstand houden.”

In België is de Indiase variant nog niet gesignaleerd, zegt Reusken. Maar in onder meer Duitsland en het Verenigd Koninkrijk wel, wat aangeeft dat het misschien een kwestie van tijd is voordat B.1.617 ook in ons land zijn entree maakt. “De wereld is nu eenmaal nauw onderling verbonden.”

De vraag is wel of de variant vervolgens kans maakt om voet aan de grond te krijgen: “In Europa komt hij terecht in een speelveld waar de Britse variant dominant is. Dat geeft een heel andere uitgangspositie.” Zo zijn twee van de ‘Indiase’ mutaties ook al eens gezien bij een virusstam in Zweden en de VS, waarna die toch weer uitdoofden.

De Indiase variant heeft aan zijn uitsteeksels onder meer een mutatie genaamd E484Q (‘op plek 848 is bouwsteen E veranderd in een Q’) en een die wordt aangeduid met L452R. Voorzichtige eerste laboratoriumexperimenten wijzen uit dat stekels met die mutaties wat minder goed zijn te vangen door antistoffen van vaccins of van een natuurlijke infectie.