Direct naar artikelinhoud
ReportageLust en Liefde

Liefde in tijden van corona: ‘Vroeger hunkerde ik naar een knuffel als ik thuiskwam. Nu is er zelfs geen geilheid meer’

Liefde in tijden van corona: ‘Vroeger hunkerde ik naar een knuffel als ik thuiskwam. Nu is er zelfs geen geilheid meer’
Beeld Flore Deman

Al achttien jaar is ‘lust en liefde’ het werkterrein van journaliste Corine Koole. Met verbijstering merkte ze hoe de toon in haar gesprekken veranderde, hoe corona inhakt op de liefde en de vriendschap. Single, getrouwd, jong of oud: ‘Elk nieuw verhaal bevestigt mijn overtuiging dat ieders leven veranderd is.’

Op 13 maart 2020, wanneer in Italië de ziekenhuizen ­volstromen, sta ik aan een voordeur, klaar voor een van mijn interviews over de liefde. Een vrouw doet open. Voor het eerst schud ik geen handen en houd ik afstand. Ze leidt me naar de kamer van een van haar dochters, zodat we ongestoord kunnen praten. Zij neemt plaats op het bed, ik op een rotanstoel in de hoek. Zonder terughoudendheid beantwoordt ze al mijn vragen, waarvan de helft zoals gewoonlijk uit niet veel meer dan één woord bestaat: waarom, hoezo, leg eens uit? Wat voor haar een emotionele opgave moet zijn, is voor mij werk – van die ongelijkheid was ik me altijd al bewust, maar dit keer is dat besef scherper.

Ik ben er niet helemaal bij. Onderweg hierheen hoorde ik op de radio dat alle cafés en restaurants zouden sluiten, vanaf maandag moeten we zo mogelijk thuis gaan werken. Ik vraag me af welke gevolgen die ­maatregelen zullen hebben voor de interviews waarvoor ik het hele land doorkruis. Het woord ‘lockdown’ heb ik voor die middag misschien nog maar een paar keer in mijn leven uitgesproken, en nooit met betrekking tot mijzelf of mijn dierbaren. Het begrip voert me mee, een nieuwe, onbekende wereld in. Ik heb geen idee wat ik daar zal vinden.

Later die middag denk ik na over de gevolgen voor alle vormen van liefhebben. Voor de romantische liefde, de vriendschap, de liefde tussen ouders en kinderen. Liefde wordt gedefinieerd door intimiteit en verbinding. Elkaar aanraken maakt gelukkig en vermindert stress. Het kan niet anders of de coronamaatregelen ­zullen het liefdesleven van velen in de war schoppen. Maar hoe precies? Hoeveel mannen en vrouwen hebben iemand ‘binnen het eigen huishouden’ om nog te omhelzen? Lang niet iedereen die ik spreek leeft monogaam en/of in een traditionele gezinsconstructie. Velen hebben latrelaties of zijn druk aan het daten, sommigen hebben net een scheiding achter de rug en experimenteren met verschillende partners tegelijk. De vraag is: kan je op zaterdagavond nog kussen met een date en op zondag je moeder bezoeken?

Ik interview nu al bijna achttien jaar over de liefde, en in al die jaren heb ik de manier waarop mensen liefhebben zien veranderen. Het is alsof liefde vloeibaarder is geworden, alsof de zuilen afbrokkelen en uitingsvormen steeds meer in elkaar overlopen. Buitenechtelijke relaties zijn voor velen een geaccepteerde manier om een huwelijk in stand te houden. Ook biseksualiteit en polyamorie zijn allang niet meer zo exotisch als in 2003, toen ik begon. De grens tussen vriendschap en liefde is diffuser geworden, net als de grens tussen homoseksualiteit en heteroseksualiteit; iemand heeft nu een relatie met een vrouw en over een jaar weer met een man. En wie had er achttien jaar geleden van de term non-binair gehoord? Corona ontkent die nieuwe constellaties en duwt iedereen ­eenzelfde richting op: die van de ­traditionele monogame relatie met die ene unieke partner.

Beklemmende cocktail

Ook wie monogaam is, wordt geremd. Voor een dertigjarige single die toe is aan een eerste kind, kan dat niet-daten enorm frustrerend zijn, zeker als het voor onbepaalde tijd is. Onbevangen een nieuwe relatie aangaan, lukt niet meer. En als er al gedatet wordt, spelen ontmoetingen zich thuis af of buiten. Hoe kom je erachter wie iemand is wanneer je altijd met zijn tweeën bent? Je hebt geen idee hoe die persoon bijvoorbeeld met vrienden omgaat, of met de ober in een restaurant.

Ook koppels met gezinnen en schoolgaande kinderen worden geconfronteerd met omstandigheden waarvoor ze niet zijn toegerust. Thuiswerken, lesgeven aan de kinderen, niet kunnen sporten: het is een cocktail die beklemmend kan zijn. Mensen zijn relationele wezens. Hoe meer interacties, hoe beter je je voelt, beweren psychologen. Iedere relatie moet bij tijden gelucht worden en bestaat bij wijze van spreken bij de gratie van de buitenwereld. Door je hakken aan te trekken, de deur uit te gaan en in de auto te stappen, ­verander je van rol.

Beklemmende cocktail
Beeld Flore Deman

Wie gedwongen thuiszit met die ene partner is bijvoorbeeld niet meer per se de flapuit die ze op het werk kennen. Met je vriendinnen zing je chansons in de auto, en met je man luister je naar Miles Davis. Je bent niet een van beide vrouwen, maar allebei. Corona reduceert het grote aantal ­rollen waartussen je dagelijks heen en weer bewoog, en die nodig zijn om mentaal gezond te blijven, tot één of twee. Wat is de betekenis van dit ­reusachtige, mondiale psychologische experiment? En hoelang gaat het nog duren?

Net samen en zwanger

Ik popel om alle uiteinden van het verstoorde liefdesspectrum in kaart te brengen en plaats eind april 2020 een oproepje onder mijn rubriek ‘Lust en Liefde’. Er volgen heel veel verschillende reacties, van jong tot oud, en ik spreek ze allemaal. De twintigers die halsoverkop gingen samenwonen om niet alleen te hoeven zijn en na een paar maanden zwanger werden, de dertigers op zoek naar een relatie, alleenstaanden van alle leeftijden die wanhopig zijn omdat ze niet meer worden aangeraakt, vrouwen met schoolgaande kinderen die achter de schuifdeuren proberen te werken terwijl hun man aan de andere kant van het glas-in-loodraam steeds duidelijker hoorbaar zijn geduld verliest bij het lesgeven. Ik spreek met zeven­tigers die hun man of vrouw in het woon-zorgcentrum toezwaaien vanaf het grasveld, de vrouw van Marokkaanse afkomst die maandenlang met vier kinderen opgesloten zit in een klein appartement omdat haar man doodsbang is voor besmetting.

Het lijkt alsof de plicht om fysiek afstand te houden en het verbod om buiten je bubbel te liefkozen en te omhelzen, een versterkende werking heeft op sluimerende conflicten. Logisch natuurlijk: wie 24 uur per dag op elkaars lip zit, wordt meer geconfronteerd met de tekortkomingen in een relatie. In die zin, zo stellen de relatietherapeuten en psychiaters die ik raadpleeg mij in het voorjaar van 2020 gerust, verschilt het effect van de coronacrisis niet van dat van een kerst- of zomervakantie. Die periodes worden ook steevast gevolgd door echtscheidingspieken. Geen reden tot grote zorgen: corona veroorzaakt geen huwelijksproblemen, maar vergroot die hooguit. Alleen: deze ‘vakantie’ duurt geen drie weken, maar al langer dan een jaar.

Tijdens de eerste lockdown lijken de coronamaatregelen vooral een positieve invloed te hebben op ­relaties. Een grote verrassing: ik verwachtte dat iedereen deze surrea­­l­is­tische tijd als vrijheidsberoving zou ervaren. Maar niet dus. Velen genieten van de rust, van het wegvallen van verplichtingen, het niet meer bij je schoonouders op bezoek hoeven, het zonder schuldgevoel avonden achtereen netflixen. Ik spreek een relatie­therapeut die werkt met een koppel dat gewend was alle vrije tijd en alle vakanties met vriendengroepen door te brengen. Nooit waren ze met zijn tweeën of alleen met de kinderen. Nu zitten ze samen thuis en hebben niks te doen, want hun werk in de ­evenementensector stopte. In maart 2020 maakt de therapeut zich om dit ‘explosieve’ stel de meeste zorgen, maar als de eerste lockdown is afgelopen, lopen ineens twee verliefden haar kamer binnen. Zonder afspraken buiten de deur en zonder werk drinken de twee samen eindeloos koffie. Lunchen met de kinderen en wandelen, er is geen ochtendstress meer, ze zijn gelukkig.

Net samen en zwanger
Beeld Flore Deman

Een andere vrouw tobde al jaren over haar kind met een leerachterstand. Haar man ontkende altijd de ernst ervan, tot hij ineens hele dagen thuis is en met zijn eigen ogen ziet dat hun zoon inderdaad iets mankeert. Vanaf dat moment is het probleem van de vrouw hun gezamenlijke ­probleem. Een huwelijk is gered.

Ook de vrouw van 55, die haar vriend leerde kennen aan het begin van de coronatijd, vertelt over de ­heilzame werking van de gedwongen afzondering. Zonder lockdown, zegt ze, waren ze waarschijnlijk na een paar weken alweer uit elkaar gegaan. Maar door een gebrek aan afleiding zat er niks anders op dan de relatie te verdiepen. Struikelblokken, zoals de zwijgzaamheid van de man, waren geen reden meer om maar weer eens naar iemand anders op zoek te gaan. In de plaats daarvan zochten ze samen uit waar die zwijgzaamheid vandaan kwam. “Soms,” vertelt ze, “liggen we tot twee uur in de middag in bed, we voelen ons prettig tot elkaar veroordeeld. Juist omdat we niet op de vlucht kunnen slaan, leggen we een solide basis. Ik ben nog nooit zo gelukkig geweest.”

Alles voelt nu anders

Als het zomer wordt, lijkt de balans voor de meeste relaties de positieve kant uit te slaan. Corona mag dan vele doden eisen, de liefde heeft vooral baat bij de gedwongen rust. Men praat meer, brengt meer tijd samen door. In juli ga ik net als vele anderen met mijn kinderen op vakantie. Mijn man, die in een risicogroep zit, besluit thuis te blijven. Bij thuiskomst laten we ons testen en vieren onze negatieve uitslag met zijn vijven in het restaurant op de hoek. Alles lijkt met een sisser af te lopen. De tweede golf is dan nog ver weg. Net als de stelselmatige vernietiging van de aarde is die tweede golf in onze hoofden een theorie, een niet te bevatten toekomst; iets waarvan we ons geen voorstelling kunnen maken en daarom makkelijk kunnen negeren.

Maar dan wordt het herfst, en winter, en is de tweede lockdown een feit. Ineens verandert de toon in de interviews die ik afneem. Woorden als ‘eenzaamheid’, ‘depressie’ en ‘uitzichtloosheid’ beginnen te vallen. Een vrouw van 27 jaar, die altijd een druk sociaal en professioneel leven had, zegt: “Het lijkt of ik er niet meer toe doe”. Een 19-jarig meisje maakt een opmerking over de saaie voorspelbaarheid die haar leven ineens ­kenmerkt: “Laat mij gewoon dingen meemaken, toevallige gebeurtenissen, ontmoetingen die me gewoon overkomen, zonder dat ik ze gepland heb.”

Ook deskundigen beginnen zich zorgen te maken. Psychiater-psychotherapeut Dirk De Wachter zegt: “In het begin leek het een soort sport, ­volhouden, maar de tweede golf is minder vol van optimisme. De ­menselijke geschiedenis is er een van verbinding, maar nu is er geen contact mogelijk.” Hoogleraar filosofie aan de Erasmusuniversiteit Marli Huijer merkt op: “Onze huid is het meest ­vergeten zintuigelijke orgaan, dat wordt in coronatijd alleen maar erger. Aanraken is feitelijk strafbaar geworden.”

In de media overheersen nog steeds de cijfers, het aantal nieuwe ziekenhuisopnamen, het reproductiegetal, het aantal nieuwe besmettingen. Geen dagelijkse pushberichten met updates over de psychische gevolgen; al die ‘gezonde’ mannen en vrouwen, die niet besmet zijn maar zich eenzaam en onaanraakbaar voelen, lijden zonder opgemerkt te worden. Tegen eind december wil ik mijn boek over liefde en corona afronden. Maar ik kan niet meer stoppen. Ik blijf mensen bellen. Getuigen, maar ook therapeuten, psychiaters, psychologen, filosofen. Als het klopt dat de impact van de tweede lockdown veel heviger is dan die van de eerste, wat zijn dan de gevolgen op lange termijn? En is deze nieuwe crisis nog steeds vergelijkbaar met een zomer- of kerstvakantie?

Oorlog

Meer mensen hebben het over een gebrek aan concentratie, over lethargie, angst, onrust en somberheid. Toch is het voor conclusies nog te vroeg, luidt het antwoord van de experts. Natuurlijk, snap ik. We zitten nog midden in de ‘oorlog’, om de Franse president Macron te citeren. En ik heb altijd al een oorlogsverslaggever à la Martha Gellhorn willen zijn, met mijn voeten in de door honderden soldatenvoeten omgewoelde aarde, kogels suizend om mijn hoofd.

Dikke mappen vol gesprekken verzamel ik; in de veelheid hoop ik het grote verhaal te kunnen ontdekken. Vijftig, tachtig, honderd interviews neem ik af, in januari werk ik dag en nacht. Elk nieuw verhaal bevestigt mijn overtuiging dat ieders leven nu veranderd is. Corona knaagt niet alleen aan de liefde, maar ook aan haar broer, de vriendschap. Waar in de eerste lockdown het gevoel overheerste dat we dit varkentje met zijn allen wel even zouden wassen, voeren nu verslagenheid en uitzichtloosheid de boventoon.

Ouders raken overspannen. Singles raken na kerst door hun reserves en vervreemden van hun vrienden die wel een relatie hebben en met tegengestelde problemen kampen. Agenda’s die altijd boordevol waren, zijn al maanden leeg, het wordt steeds lastiger om uit de zetel te komen en zich aan te kleden. “Wanneer stopt dit? Ik ben bang niet meer nodig te zijn”, zegt een van hen, half januari 2021. Iemand anders merkt op: “Toen corona begon, dacht ik: even de ­kiezen op elkaar en klaar, maar het wordt steeds uitzichtlozer. Er is geen stip meer aan de horizon. Ik voel me alleen.”

Oorlog
Beeld Flore Deman

Weer een andere single vertelt over de zelfmoordgedachten die ze maar niet kwijtraakt na een halfjaar thuiswerken. Voorheen kon ze ontspannen door elke week een concert mee te pikken, maar nu is die mogelijkheid er niet meer. Ze heeft nooit tot de groep ‘kwetsbaren’ behoord, maar nu is ze depressief en bang om zichzelf iets aan te doen. Als ze een vriendin belt met de vraag of zij haar even wil omhelzen, gaat het weer een beetje.

Een drieënvijftigjarige alleenstaande vertelt dan weer hoe ze op een dag zomaar de nieuwe buurman vroeg haar even te vast te houden. Ze miste de aanrakingen van de kapper en haar masseuse. Schouderophalend voldeed de man aan haar verzoek. Het effect was onmiddellijk en overweldigend: “Alsof ik seks had gehad”, luidt haar reactie.

Ook onder gehuwden en samen­wonenden met kinderen nemen aan het begin van dit jaar de spanningen toe. Emma, een 39-jarige moeder van twee schoolgaande kinderen, zegt: “Moeder en thuiswerker zijn voelt momenteel als een browservenster met heel veel tabbladen die tegelijk openstaan. Toen ik voorheen naar een presentatie ging of een congres, nam ik fysiek afstand; dat was hoe het altijd ging. Ik kleedde me aan voor mijn werk en ging de deur uit, en dan kon ik al die thuistabs even sluiten. Ik zag ze wel weer als ik thuiskwam. Dat is voorbij. Alles speelt zich nu af aan die ene keukentafel, kindertabs, relatie­tabs, werktabs. Het is gewoon te veel. Collega’s zie ik depressief worden, twee kregen een burn-out.”

Mannen lijken daar overigens minder last van te hebben. Veel gezinnen blijken terug te vallen op een traditionele rolverdeling waarbij de vrouw zich het meest ontfermt over de kinderen, ook al zit de man in een andere kamer in hetzelfde huis. Naast de abrupte onderbreking van nieuwe, fluïde ontwikkelingen binnen de diverse liefdesuitingen, is dit een tweede stap terug in de tijd, waartoe de maatregelen ons dwingen.

Op de tenen

Afgezien van de in statistieken zichtbare effecten – in Vlaanderen en Nederland is volgens echtscheidingsadvocaten sprake van een verdubbeling van het aantal scheidingen – worden er andere, door hun ongrijpbaarheid misschien veel verontrustender effecten merkbaar. In de woorden van Emma: “Als dit nog lang duurt, ga ik janken. De flexibiliteit die ik in de eerste golf nog had is wel zo’n beetje weg. Ik loop op mijn tenen, het is een lockdown te veel.”

De coronamaatregelen die in maart en april van vorig jaar nog iets weg hadden van een vage mist die alles en iedereen onmerkbaar bedekte, lijken in het begin van 2021 een verzadigingspunt te hebben bereikt. De fijne druppels zijn niet langer verfrissend, maar hinderlijk. Na tien maanden is men tot op het bot doorweekt. De

33-jarige man die gewend was veel in het buitenland te werken, zegt over zijn vriend: “Onze liefde is door corona veranderd, je zou verwachten dat de intimiteit door het ‘veroordeeld zijn tot elkaar’ juist groter wordt, maar dat is niet meer zo. Thuiskomen is minder vreugde- en verwachtingsvol. Vroeger verlangde ik naar zijn omhelzingen en een kus. Nu denk ik: hij is er toch. Niet dat ik nu een afkeer voel, of tegenzin, maar er is ook geen geilheid meer, geen verlangen. Onverschilligheid is in onze relatie geslopen.”

Ook zestig- en zeventigplussers lijden onder de crisis. En al langer dan een paar maanden. Partners van mannen en vrouwen in woon-zorgcentra ­verklaren zonder uitzondering dat ze liever hadden gezien dat hun man of vrouw was overleden aan corona dan dat ze elkaar maanden niet konden zien. Een man van 78 zegt: “Ik vroeg bij het ingaan van de eerste lockdown: ‘Mag ik dan een aantal weken bij haar komen wonen?’ Maar de zorgcoördinator wees mijn verzoek af. Maanden heb ik mijn vrouw niet kunnen ­opzoeken of vasthouden. Ik heb het bestuur brieven geschreven met de vraag of ik dan op zijn minst met haar mocht wandelen, maar ook dat was verboden. Alleen als ze zou sterven, zouden ze me roepen.”

Een andere man van 80 bracht zijn vrouw dagelijks een blokfluitserenade. Hij had genoeg van het ‘stompzinnige gezwaai’. Op een dag werd hij gebeld, zijn vrouw was tijdens de lunch onderuitgegaan en lag buiten bewustzijn in haar bed. Of hij wilde komen om afscheid te nemen? Contact was toen al niet meer mogelijk. Drie ­maanden lang had hij haar niet kunnen vastpakken en nu was ze dood.

Stopt dit alles als er genoeg gevaccineerden zijn? Het besef dat de coronacrisis meer gezichten heeft dan de bekende beelden van volle ic’s, en een injectienaald in een arm, begint langzaam door te dringen, maar zolang je de opnamen en besmettingen kan ­tellen en geluk en welbevinden niet, zal die kant nog wel even onderbelicht blijven. “We denken dat liefde versmelting is,” zegt Dirk De Wachter, “maar in een goede relatie is er een evenwicht tussen nabijheid en afstand.” En precies aan dat ­verbinden van ‘thuis’ met ‘de wereld’, daaraan ontbreekt het al een jaar. De Wachter vermoedt dat psychiaters nog jaren hun handen vol zullen hebben aan de gevolgen. De liefde kraakt en steunt, en allang niet meer alleen van genot.

Verstoord verlangen. Over liefhebben, intimiteit en afstand houden van Corine Koole verscheen eerder deze maand bij Ambo|Anthos, 224 p’s, 20,99 euro