Direct naar artikelinhoud
NieuwsIndonesië

Zoektocht naar vermiste duikboot: ‘Als een speld in een hooiberg’

De Indonesische duikboot KRI Nanggala-402.Beeld via REUTERS

Het is een race tegen de klok om de vermiste Indonesische duikboot KRI Nanggala-402 op te sporen. Verschillende landen zetten alles in om de onderzeeër met 53 opvarenden te vinden vooraleer de zuurstof opraakt. Maar dat blijkt geen gemakkelijke klus. Waarom?

De duikboot verdween woensdag al van de radar kort nadat hij onder water ging. Een ongeval dat zich volgens deskundigen niet vaak voordoet. “Een duikbootongeval is vrij uitzonderlijk”, klinkt het bij een deskundig marineofficier die liever anoniem blijft. “Dat komt omdat de training van de bemanning zeer doorgedreven is. Wereldwijd zijn er zo’n 600 onderzeeërs, verspreid over een zestigtal landen. Minstens een derde daarvan vaart elke dag onder water.”

Uitzonderlijk, maar toch ontbreekt sindsdien elk contact met de KRI Nanggala-402. Op de plek waar het laatste signaal werd opgevangen, te noorden van Bali, zag een helikopterteam niet veel later een olievlek. Een groot team is in een race tegen de tijd op zoek naar het vaartuig. Maar tot nu toe met weinig resultaat. Wat maakt het zo een moeilijke klus?

“De onderzeeër vinden vormt de grootste uitdaging”, legt provinciecommandant van West-Vlaanderen Philippe De Cock uit. “Het is zoals een speld in een hooiberg. Pas als ze erin slagen de duikboot te lokaliseren, kunnen ze aan de reddingsoperatie beginnen.” Maar veel tijd is er niet meer, want de zuurstof kan elk moment opraken.

Verder worden de overlevingskansen ook nog bepaald door een aantal andere factoren. “Het begint bij de vraag of de romp van het vaartuig nog intact is”, zegt de marineofficier. “Als dat het geval zou zijn, speelt de diepte een belangrijke rol. Elke duikboot heeft een crush depth, dat is de maximale diepte tot waar hij kan gaan. Dit type duikboot is niet gemaakt om op 700 meter diepte te varen.”

Zolang er dus nog zuurstof is, de romp intact blijft en de duikboot zijn crush depth niet overschrijdt, is er hoop. “De hele bemanning is getraind om tot een bepaalde diepte met een speciaal pak via een ontsnappingsluik aan de oppervlakte te komen”, stelt de marineofficier. “Ligt het tuig dieper, dan zijn er gespecialiseerde reddingsschepen met duikbootjes die kunnen zakken naar grote diepte. Alle onderzeeërs hebben standaard koppelingen om eender welke reddingsboot te koppelen, zolang de onderzeeër niet onder de crush depth ligt.”

Toch geeft de marineofficier toe dat de kans op redding vrij klein is. “De olievlek duidt volgens mij op een technisch probleem of een probleem met de integriteit van de romp. Dan zitten we weer bij de eerste factor, dat wanneer de romp niet meer intact is, de kans op redding vrij klein is.”

Ondanks die voorspelling lijkt de maritieme gemeenschap hemel en aarde te bewegen om de bemanningsleden te redden. “Op zee is er een enorme solidariteit. Dat gaat al eeuwen terug”, besluit de marineofficier.