Direct naar artikelinhoud
AchtergrondCoronacrisis

Coronavirus bekent kleur: opvallend meer oversterfte bij mensen met migratieroots

Een afdeling intensieve zorg in Gent.Beeld Franky Verdickt

In onze ‘ploeg van 11 miljoen’ vecht niet iedereen met gelijke wapens. Een nieuwe Belgische analyse van de oversterfte tijdens de eerste coronagolf legt ongelijkheden bloot op basis van migratieachtergrond.

Tijdens de eerste Covid-19-golf die ons land in het voorjaar van 2020 trof (week 11 tot week 19) werden zo’n 30.000 doden geregistreerd. In vergelijking met de drie voorgaande jaren betekende dat voor die periode een oversterfte van bijna 9.000 personen, of liefst 42 procent. Door de focus op de ravage in de woon-zorgcentra, raakte een ander gegeven toen wat ondergesneeuwd: het coronavirus is niet kleurenblind.

Een nieuwe VUB-studie toont dat mensen met een migratieachtergrond in België harder getroffen werden in de eerste golf. Vooral bij middelbare mannen (40-64 jaar) vallen de verschillen op. Bij de groep met een ‘sub-Saharaans-Afrikaanse’ achtergrond is de oversterfte liefst 70 procent, tegenover 7 procent bij de autochtone groep. Voor vrouwen van middelbare leeftijd is dat verschil iets minder uitgesproken, 40 procent tegenover 10 procent.

Dat de pandemie gekleurde mensen disproportioneel treft, werd al vroeg in deze crisis aangekaart door Sadiq Khan, de burgemeester van Londen. In een opiniestuk in The Guardian schreef hij dat de pandemie onevenredig veel zwarte, Aziatische en andere etnische minderheden treft. Meerdere studies uit Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten onderschreven die stelling intussen.

“Als verklaring wordt vaak verwezen naar co-morbiditeiten, zoals hypertensie of diabetes, die vaker voorkomen binnen bepaalde gemeenschappen”, zegt Katrien Vanthomme van de VUB-onderzoeksgroep Interface Demography. In België, waar de migratiecontext toch anders is dan in de VS, blijken vooral socio-economische factoren de doorslag te geven, zoals inkomen en opleidingsniveau. Zo oefenen mensen met een migratieachtergrond vaker essentiële beroepen uit – in de fabriek, de zorg of de supermarkt – die geen telewerk toelaten. En in dichtbevolkte stadsbuurten verspreidt een infectieziekte zich makkelijker dan op het platteland.

“In sommige Brusselse wijken is het voetpad niet eens breed genoeg om anderhalve meter afstand te houden”, zegt demograaf Patrick Deboosere (VUB), die nog een andere factor van belang opmerkt. “De sterke familiebanden van mensen met een migratieachtergrond. Naast de skiërs heeft ook dat internationale verkeer de initiële verspreiding in de hand gewerkt. Dat is mede de reden dat Brussel zo’n belangrijke broeihaard was in de eerste golf.”

Taalbarrière

Nog een groep die een opvallende oversterfte optekent, zijn oudere Turkse mannen. Normaal liggen de sterftekansen bij die groep net lager, omdat meer precaire leefomstandigheden worden gecompenseerd door een gezonder mediterraan dieet en minder alcoholgebruik. “Die ondersterfte zien we nu niet, integendeel”, zegt Vanthomme. Dat is vooral frappant omdat Noord-Afrikaanse oudere mannen wél ondersterfte vertonen.

“We vermoeden dat de taalbarrière daar een rol speelt”, aldus Vanthomme. Noord-Afrikaanse mannen hebben veelal een notie van het Frans, en zullen wellicht meer aangesproken worden door preventieboodschappen van de overheid. Bij Turkse mannen, die vooral in Vlaanderen wonen, is dat misschien minder het geval.”

Heeft de regering wel genoeg oog gehad voor die onderliggende dynamieken? “In die eerste golf werden sowieso heel wat dingen over het hoofd gezien”, zegt Deboosere. “Het verschil tussen kleine appartementjes in de stad en villawijken is daar zeker één van. Ik merk bij een aantal politici een groeiend bewustzijn, maar er blijft tot op vandaag een onderschatting van die ongelijke leefsituaties.”

De VUB-onderzoeksgroep wil nu nagaan of de ongelijkheden in de tweede golf zijn verdwenen, of net gegroeid. Volgens Deboosere zal het laatste wellicht een feit zijn, omdat het virus in die periode een grotere ravage aanrichtte in armere wijken.