‘Nog niet aanvaardbaar’: pandemiewet blijft gemoederen beroeren in de Kamer

Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V). © belga

De Kamercommissie Binnenlandse Zaken boog zich woensdag een eerste keer over het definitieve ontwerp van de pandemiewet. De oppositie ziet verbeteringen in vergelijking met het voorontwerp, maar hoedt zich voor een snelle bespreking en stemming van het wetsontwerp in het parlement.

Nadat het voorontwerp van pandemiewet ongeveer een maand geleden al een volledig traject in de Kamer doorliep, is het woensdag voor het eerst de beurt aan het definitieve wetsontwerp. De tekst werd aangepast naar aanleiding van adviezen van onder meer de Gegevensbeschermingsautoriteit en de Raad van State, en de 624 pagina’s opmerkingen die de Kamer formuleerde na hoorzittingen met een twintigtal experten en betrokkenen.

Ter herinnering: de pandemiewet moet voor een aanvullende rechtsgrond zorgen om verregaande maatregelen te kunnen nemen in gezondheidscrisissen. Dat gebeurt via de afkondiging van een epidemiologische noodsituatie via een koninklijk besluit, waarna de regering een resem maatregelen kan nemen om de pandemie de kop in te drukken. In het ontwerp krijgt het parlement vijftien dagen de tijd om dat KB te bekrachtigen, in plaats van de twee à vijf dagen die eerst werden voorzien. Dat moet een grondiger debat mogelijk maken. Daarnaast worden de maatregelen – tenzij ze ‘geen enkel uitstel dulden’ – genomen via een KB, waardoor de voltallige regering verantwoordelijk wordt. In de eerste versie van de pandemiewet was de handtekening van de minister van Binnenlandse Zaken voldoende. Tot slot werd de passage rond gegevensbescherming geschrapt om te bekijken of die in een apart wettelijk kader moet worden gegoten, en zijn er nieuwe sancties voorzien, om de strafmaat beter af te kunnen stemmen op de ernst en de aard van de inbreuken.

‘Nog niet aanvaardbaar’

Over het algemeen een verbetering, was de teneur woensdagmiddag in de Commissie Binnenlandse Zaken. Al blijft vooral de oppositie nog met heel wat vragen zitten. Voor Vlaams Belang-fractieleidster Barbara Pas is de definitie van een epidemische noodsituatie bijvoorbeeld nog veel te ruim. ‘De pandemiewet mag niet gebruikt worden voor zaken waarvoor ze niet geacht wordt gebruikt te worden. Dat is mijn grootste angst. Het gaat om zeer ingrijpende vrijheidsbeperkende maatregelen’, zei ze.

Bovendien is de rol van de deelstaten nog onduidelijk, net als die van de provinciegouverneurs, klonk het nog. Volgens cdH-Kamerlid Vanessa Matz is er vooruitgang ten opzichte van het voorontwerp, maar onder meer omdat het parlementair debat over de maatregelen zelf ontbreekt is de tekst nog altijd ‘niet aanvaardbaar’. DéFI-Kamerlid François De Smet sloot zich daarbij aan.

Timing

Ook over de timing bestaat onenigheid. De oppositie hoedt zich voor een snelle parlementaire behandeling van het ontwerp, en wil woensdagmiddag nog niet stemmen, onder meer omdat de tekst pas dinsdag formeel is overgemaakt aan de diensten van de Kamer. De meerderheid benadrukte dat het alvast niet de bedoeling is om de tekst morgen/donderdag al voor te leggen in de plenaire vergadering. ‘Uiteraard is het niet de bedoeling om dit wetsontwerp overhaast door het parlement te loodsen’, beaamde Verlinden. ‘Maar we hebben wel al een bepaald traject afgelegd voor vandaag, en we willen ook inspelen op de dringende vraag van velen om snel een specifieke rechtsbasis te voorzien.’ De timing van de pandemiewet ligt gevoelig, nadat een Brusselse rechter de wettelijke basis van de huidige coronamaatregelen eind maart ongeldig verklaarde en de regering een maand de tijd gaf om een degelijk wettelijk kader te voorzien. Die periode loopt vrijdag af.

Raad van State

Tot slot was ook het procedurele voer voor discussie. Als het ontwerp aanpassingen bevat die niet in het advies van de Raad van State zijn aangehaald, dan moet de tekst in principe opnieuw voor advies naar de Raad. Volgens minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CDV) is dat alvast niet het geval. ‘Wij hebben geen nieuw advies van de Raad van State gevraagd omdat we binnen de contouren van het advies gebleven zijn’, zei ze. N-VA-fractieleider Peter De Roover en Barbara Pas waren het daar niet mee eens. Bovendien werd het ontwerp volgens De Roover later ingediend in de Kamer dan minister Verlinden had aangekondigd in de pers. ‘Een gevaarlijk precedent’, vindt hij. De minister liet het wetsontwerp maandag informeel al bezorgen aan de Kamer, maar het door de koning ondertekende definitieve wetsontwerp werd pas dinsdag ingediend.

‘Tot de finish’

Hoewel de bespreking woensdag wel al werd aangevat, in tegenstelling tot wat de oppositiepartijen hadden gevraagd, werd het debat rond iets voor 21 uur opgeschort. De Kamerleden krijgen nog tot maandagmiddag om 14 uur de tijd om verdere tussenkomsten voor te bereiden, maar het is wel de bedoeling om dan “tot de finish” te gaan. De plenaire stemming van het wetsontwerp is dus ten vroegste voor volgende week.

Partner Content